Page 161 of 250

160IN NOODGEVALLEN
MOTOR STARTEN
Als het lampje Yop het instrumentenpaneel constant blijft bran-
den, wendt u dan onmiddellijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STARTEN MET EEN HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu,
die ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de lege accu.
Ga voor het starten te werk zoals in fig. 1 is aangegeven:
❍verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de beide
accu’s met een startkabel;
❍sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van de hul-
paccu en op de massa-aansluiting
Eop de motor of op de
versnellingsbak van de auto die gestart moet worden;
❍start de motor; neem als de motor draait, de kabels in de om-
gekeerde volgorde los.Als de motor na enige startpogingen niet aanslaat, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
WAARSCHUWING Verbind de minklemmen van de twee accu’s niet
direct met elkaar! Als de hulpaccu is geïnstalleerd aan boord van
een andere auto, mogen tussen deze auto en de auto met de le-
ge accu niet per ongeluk metalen delen met elkaar in verbinding
staan.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te duwen, te slepen
of van een helling af te laten rijden.
fig. 1A0J0111m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:09 Pagina 160
Page 173 of 250

172IN NOODGEVALLEN
❍pomp de band op tot de in de paragraaf “Banden” in hoofd-
stuk “6” aangegeven bandenspanning is bereikt. Controleer
de bandenspanning op de manometer B-fig. 18 en schakel
de compressor uit voor een nauwkeurige aflezing;
❍als niet binnen 5 minuten de bandenspanning ten minste 1,5
bar is, koppel dan de compressor los van het ventiel en de con-
tactdoos en verplaats vervolgens de auto ongeveer 10 meter
naar voren of naar achteren, zodat de afdichtvloeistof in de
band verdeeld wordt; pomp de band vervolgens weer op;
fig. 18A0J0114m
❍als dan nog niet binnen 5 minuten na het inschakelen van de
compressor een bandenspanning van ten minste 1,8 bar wordt
bereikt, mag niet verder worden gereden; wendt u in dit ge-
val tot het Alfa Romeo Servicenetwerk;
❍stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de ban-
denspanning: vergeet daarbij niet de handrem aan te trek-
ken;
❍als een bandenspanning van ten minste 1,8 bar wordt geme-
ten, herstel dan de juiste spanning (met draaiende motor en
aangetrokken handrem); rijd vervolgens zeer voorzichtig naar
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 172
Page 178 of 250
IN NOODGEVALLEN177
4
DIMLICHTEN
Met gloeilampen
Gloeilamp vervangen:
❍maak het deksel B-fig. 22 los;
❍maak het deksel A-fig. 24 voor de lamp los;
❍verwijder de lamp en vervang de lamp;
❍monteer de lamphouder en controleer of deze goed vastzit;
❍maak het deksel B-fig. 22 vast.
Met gasontladingslampen
(Bixenon) (waar voorzien)RICHTINGAANWIJZERS
Voor
Gloeilamp vervangen:
❍neem de sleutel A-fig. 25 en plaats deze in zitting B;
fig. 24A0J0040m
Wendt u voor het vervangen van deze lampen tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 25A0J0144m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 177
Page 179 of 250

178IN NOODGEVALLEN
❍draai de lamphouder linksom;
❍verwijder de lamp en vervang de lamp;
Op voorspatbord
Gloeilamp vervangen:
❍druk op het lampenglas A-fig. 26 zodat veer B wordt samen-
gedrukt en trek de unit naar buiten;
❍draai de lamphouder C linksom, verwijder de lamp en vervang
de lamp;
❍monteer de lamphouder C rechtsom draaiend in het lampen-
glas;
❍monteer de unit; controleer of m.b.v. de interne veer B de
unit goed vastzit.
MISTLAMPEN VOOR (waar voorzien)
Wendt u voor het vervangen van deze lampen tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS
De lichtunit kan worden bereikt via de zijbekleding in de bagage-
ruimte (zie fig. 27). In de achterlichtunits zijn de gloeilampen voor
de buitenverlichting, de richtingaanwijzers en de remlichten opge-
nomen.
BUITENVERLICHTING/REMLICHTEN
Dit zijn LED’s. Wendt u voor het vervangen tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
RICHTINGAANWIJZERS
Verwijder lamphouder A-fig. 27 om deze lamp te vervangen.
fig. 26A0J0042mfig. 27A0J0043m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 178
Page 180 of 250
IN NOODGEVALLEN179
4
MISTACHTERLICHT/ACHTERUITRIJVERLICHTING
Wendt u voor het vervangen van de lamp van het mistachterlicht
A-fig. 28 of de achteruitrijverlichting B tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder de units A-fig. 29;
❍draai de lamphouder B-fig. 30 rechtsom, verwijder de lamp C
en vervang de lamp.
DERDE REMLICHT
Deze bevindt zich in de achterklep en bestaat uit LED’s. Wendt u
voor het vervangen tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 28A0J0044mfig. 30A0J0045m
fig. 29A0J0046m
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 179
Page 185 of 250
184IN NOODGEVALLEN
Als de zekering opnieuw doorbrandt, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Vervang een defecte zekering nooit door ander
materiaal.
Vervang een zekering nooit door een zekering met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGE-
VAAR.
Als een hoofdzekering doorbrandt, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Controleer, voordat u een zekering vervangt, of
de contactsleutel uit het contactslot is genomen
en alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn uit-
geschakeld.
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 184
Page 194 of 250
IN NOODGEVALLEN193
4
ACCU OPLADEN
WAARSCHUWING De beschrijving voor het opladen van de accu
dient slechts ter informatie. Wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk om deze werkzaamheden uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en met een lage stroomsterk-
te (ampère) gedurende ca. 24 uur op te laden. Als u de accu lan-
ger oplaadt, kan de accu beschadigen.
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❍maak de klem los van de minpool op de accu;
❍sluit de kabels van het laadapparaat aan op de accupolen; let
hierbij op de polariteit;
❍schakel de acculader in;
❍aan het einde van het opladen: schakel eerst de acculader uit
en koppel dan de accu los;
❍sluit de klem weer op de minpool van de accu aan.
OPKRIKKEN VAN DE AUTO
Wendt u voor het opkrikken van de auto tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk; deze beschikt over een hefbrug en een garagekrik.
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 193
Page 199 of 250

198VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Juist onderhoud is een belangrijke factor voor een lange levens-
duur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de
auto.
Daarom heeft Alfa Romeo een aantal controles en onderhouds-
beurten voorbereid voor elke 30.000 (benzine-uitvoeringen) of el-
ke 35.000 kilometer (dieseluitvoeringen).
Voor en na de 30.000/35.000 km en tussen de servicebeurten,
is het beslist noodzakelijk goed het Geprogrammeerd onder-
houdsschema in de gaten te houden (controleer bijv. periodiek de
vloeistofniveaus, de bandenspanning enz.).
De werkzaamheden van het geprogrammeerd onderhoud kunnen
door het Alfa Romeo Servicenetwerk tegen vaste tarieftijden wor-
den uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren van
de diverse inspecties en controles van het geprogrammeerd on-
derhoud, worden uitsluitend na toestemming van de klant uitge-
voerd.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor het trekken van aanhan-
gers, moeten er kortere intervallen worden aangehouden voor de
werkzaamheden van het geprogrammeerd onderhoud.WAARSCHUWINGEN❍2000 km voor de volgende onderhoudsbeurt verschijnt een be-
richt op het display.
❍De servicebeurten van het Geprogrammeerd Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Als de onderhoudsbeurten
niet worden uitgevoerd, is het mogelijk dat de garantie vervalt.
❍Het verdient aanbeveling eventuele kleine defecten onmid-
dellijk door het Alfa Romeo Servicenetwerk te laten verhel-
pen en daarmee niet te wachten tot de volgende servicebeurt.
197-220 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:03 Pagina 198