Page 119 of 250

118WEGWIJS IN UW AUTO
GELUIDSSIGNALEN
Als de achteruit ingeschakeld wordt, wordt automatisch een ge-
luidssignaal in werking gesteld als zich een obstakel binnen het be-
reik bevindt.
Het geluidssignaal:
❍neem toe naarmate de afstand tussen de auto en het obstakel af-
neemt;
❍klinkt ononderbroken als de afstand tussen de auto en het
obstakel minder is dan circa 30 cm, terwijl het signaal on-
middellijk stopt wanneer de afstand tot het obstakel groter
wordt;
❍blijft constant wanneer de afstand tussen de auto en het ob-
stakel onveranderd blijft; als deze situatie zich voordoet bij
de sensoren aan de zijkant wordt het signaal na ongeveer 3
seconden onderbroken om bijvoorbeeld signalen te voorkomen
als u langs een muur rijdt.
Meetbereik
Meetbereik in het midden: 140 cm
Meetbereik aan de zijkant: 60 cm
Als de sensoren meerdere obstakels signaleren, wordt alleen re-
kening gehouden met het obstakel dat zich het dichtst bij de au-
to bevindt.
WERKING MET AANHANGER
De werking van de sensoren achter wordt automatisch uitgescha-
keld als de stekker van de elektrische kabel van de aanhanger
wordt aangesloten op de stekkerdoos van de trekhaak. De sen-
soren worden automatisch weer ingeschakeld als de aanhanger-
stekker wordt losgemaakt.
Voor het correct functioneren van het systeem is
het noodzakelijk dat de sensoren altijd vrij zijn van
modder, vuil, sneeuw of ijs. Wees voorzichtig bij
het reinigen van de sensor om krassen of beschadigingen
te voorkomen; gebruik geen droge, grove of harde doek.
De sensoren moeten met schoon water, eventueel met toe-
voeging van autoshampoo worden schoongemaakt. In
wasstraten waar stoom of hogedrukreinigers worden ge-
bruikt, moeten de sensoren snel worden schoongemaakt,
waarbij straalpijp op meer dan 10 cm afstand moet wor-
den gehouden.
Wendt u zich voor het opnieuw spuiten van de
bumper of voor het eventueel bijwerken van de
lak rond de sensoren uitsluitend tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk. Het niet correct spuiten kan de wer-
king van de parkeersensoren veel slechter maken.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 118
Page 120 of 250

WEGWIJS IN UW AUTO119
1
ALGEMENE OPMERKINGEN
Let tijdens de manoeuvres altijd zeer goed op obstakels die zich
boven of onder de sensoren zouden kunnen bevinden.
Objecten die zich op korte afstand van de achterkant van de auto
bevinden, worden in sommige omstandigheden niet waargenomen
door het systeem en kunnen daardoor de auto beschadigen of zelf
beschadigd raken.
De verantwoordelijkheid voor het parkeren en an-
dere gevaarlijke manoeuvres ligt hoe dan ook al-
tijd bij de bestuurder van de auto. Kijk bij het uit-
voeren van deze manoeuvres altijd goed uit dat er zich in
de buurt van de auto geen personen (in het bijzonder kin-
deren) of dieren bevinden. De parkeersensor is een hulp-
middel voor de bestuurder van de auto; de bestuurder
mag echter nooit de aandacht laten verslappen tijdens het
uitvoeren van mogelijk gevaarlijke manoeuvres, ook als
deze bij lage snelheid worden uitgevoerd.Hierna volgen een aantal omstandigheden die de werking van de
parkeersensoren zouden kunnen beïnvloeden:
❍een verminderde gevoeligheid van de sensoren en een ver-
mindering van de prestaties van de parkeersensoren zouden
kunnen worden veroorzaakt door de aanwezigheid op de op-
pervlakte van de sensoren van: ijs, sneeuw, modder, meerde-
re laklagen;
❍de sensoren nemen een niet bestaand object waar (“valse echo”)
veroorzaakt door storingen van mechanische aard, bijvoorbeeld:
wassen van de auto, regen (omstandigheden met extreem har-
de wind), hagel;
❍de signalen die worden uitgezonden door de sensoren kun-
nen ook veroorzaakt worden door de aanwezigheid van ultra-
sone systemen in de buurt (bijv. pneumatische remmen van
vrachtwagens of pneumatische hamers);
❍de prestaties van de sensoren kunnen ook worden beïnvloed
door de positie van de sensoren. Als bijvoorbeeld de stand wordt
gewijzigd (door het gebruik van schokdempers, veringen) of
door het monteren van andere banden, het te zwaar beladen
van de auto of het verlagen van de carrosseriehoogte;
❍signaleren van obstakels boven de auto is niet altijd zeker als
het systeem obstakels waarneemt waartegen de auto aan de
onderzijde kan botsen.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 119
Page 121 of 250

120WEGWIJS IN UW AUTO
BANDENSPANNING-
CONTROLESYSTEEM TPMS
(Tyre Pressure Monitoring System)
(waar voorzien)
De auto kan zijn uitgerust met een controlesysteem voor het me-
ten van de bandenspanning TPMS (Tyre Pressure Monitoring Sys-
tem) dat de bestuurder van de auto informeert over de banden-
spanning door de waarschuwingen “bandenspanning controleren”
en “Onvoldoende bandenspanning”.
Dit systeem bestaat uit een sensor die op radiogolven werkt, op de
velg van elk wiel. Deze sensor stuurt informatie over de spanning
van iedere band naar de regeleenheid.
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
VAN HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet opgeslagen en worden dus niet
aangegeven als de motor wordt uitgezet en vervolgens weer wordt
gestart. Als de storingen blijven bestaan, stuurt de regeleenheid de
betreffende meldingen pas naar het instrumentenpaneel als de au-
to een korte tijd rijdt.
Let zeer goed op wanneer u de bandenspanning
controleert of herstelt. Een te hoge spanning brengt
de wegligging in gevaar, verhoogt de druk op de
wielophanging en bevordert slijtage van de banden.
De bandenspanning dient gecontroleerd te worden
bij koude en niet net gebruikte banden; als de ban-
den, om wat voor reden dan ook, worden gecon-
troleerd als ze warm zijn, verlaag dan niet de spanning,
ook niet als deze boven de voorgeschreven waarde ligt,
en herhaal de controle als de banden koud zijn.
De aanwezigheid van het TPMS-systeem stelt de
bestuurder van de auto niet vrij van regelmatige
controle van de bandenspanning en de spanning
van het reservewiel.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 120
Page 122 of 250

WEGWIJS IN UW AUTO121
1In het geval er één of meer wielen zonder sensor
worden gemonteerd, is het systeem niet meer be-
schikbaar en zal het betreffende bericht op het dis-
play verschijnen, totdat op 4 wielen weer een sensor ge-
monteerd is.
Het TPMS kan geen onverwacht spanningsverlies
van de banden signaleren (bijvoorbeeld bij het
klappen van een band). Breng in dit geval de au-
to tot stilstand door voorzichtig te remmen en geen bruus-
ke stuurbewegingen te maken.
Het vervangen van de normale banden door win-
terbanden en andersom, vraagt ook om een aan-
passing van de afstelling van het TPMS. Dit mag
alleen uitgevoerd worden door het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Voor het TPMS moet speciaal gereedschap worden
gebruikt. Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenet-
werk voor de accessoires die geschikt zijn voor het
systeem (wielen, wieldeksels enz.). Het gebruik van an-
dere accessoires zou de normale werking van het systeem
kunnen belemmeren.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 121
Page 123 of 250

122WEGWIJS IN UW AUTO
Als een band verwijderd wordt, is het aan te be-
velen ook de rubberen ventieldop te vervangen:
wendt u zich hiervoor tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk. Bij het monteren/verwijderen van banden
en/of velgen moeten speciale voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen; om beschadiging of verkeerde
montage van de sensoren te voorkomen, mogen de ban-
den en/of de velgen alleen door gespecialiseerd perso-
neel worden vervangen. Wendt u zich tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Storingen door een zeer intense radiofrequentie
kunnen de juiste werking van het TPMS belem-
meren. De bestuurder van de auto wordt over de-
ze omstandigheden geïnformeerd m.b.v. een bericht op
het display. Deze melding verdwijnt automatisch zodra de
storing het systeem niet meer hindert.De bandenspanning kan afhankelijk van de bui-
tentemperatuur variëren. Het TPMS kan tijdelijk
een te lage bandenspanning aangeven. Controleer
in dit geval de banden als ze koud zijn, en herstel zono-
dig de spanning.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 122
Page 124 of 250
WEGWIJS IN UW AUTO123
1
–
NEE
NEE
JA
JA
JAJA
JA
JA
NEE
NEE
NEEWendt u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Het repareren van een
beschadigd wiel
Wendt u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
–
–
–
(*) Als alternatief vermeld in het instructieboekje en die zijn gekozen uit Lineaccessori Alfa Romeo.
(**) Niet kruiselings (de banden dienen aan dezelfde kant van de auto te blijven).
Zie voor het verwisselen van de velgen/banden de volgende tabel voor het juiste gebruik van het systeem:
Handeling Aanwezigheid sensor Signaal storing Optreden door
Alfa Romeo
Servicenetwerk
–
Het vervangen van een wiel
door het reservewiel
Wielen vervangen door wielen
met winterbanden
Wielen vervangen door wielen
met winterbanden
Vervangen van wielen door andere
wielen met een andere afmeting (*)
Omwisselen van de
wielen (achter/voor) (**)
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 123
Page 191 of 250
190IN NOODGEVALLEN
F23
F24
F31
F36
F37
F38
F43
F47
F4820
5
5
10
5
15
20
20
2041
41
43
43
43
43
43
43
43
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR
Remsysteem(regeleenheid en elektro-hydraulisch aggregaat)
Regeleenheid elektrische stuurbekrachtiging
(voeding + sleutel),
Regeleenheid remsysteem (voeding + sleutel),
Gierhoeksensor in tunnel
Spoel ontlastingsrelais start-/contactslot INT/A
in zekeringenkast in motorruimte
Autoradio, Blue&Me
TM-regeleenheid, Klimaatregeleenheid,
Regeleenheid sirene diefstalalarm,
Regeleenheid bewegingsdetectiesensoren,
Externe EOBD diagnosestekker,
Regeleenheid bandenspanningscontrole
Instrumentenpaneel, Remlichtschakelaar,
Bedieningssysteem gasontladingslampen
Motor portiervergrendeling op portieren,
Safe Lock-motor op portier,
Ontgrendelmotor bagageruimte
Ruitensproeierpomp voor/achter
Ruitmotor compleet met
regeleenheid (bestuurdersportier)
Ruitmotor compleet met
regeleenheid (passagiersportier)
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 190
Page 192 of 250

IN NOODGEVALLEN191
4
43
43
43
43
45
45
45
45F49
F50
F51
F53
F4
F5
F6
F15
7,5
5
5
15
10
15
20
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR
Regeleenheid parkeersensoren, Regeleenheid
bandenspanningscontrole, regen-/schemersensor
op binnenspiegel sensor van automatisch
dimbare binnenspiegel, Display omgelegde gordel
op binnenspiegel,
Verlichting schakelaarpanelen (midden,
bestuurderszijde
op stuurwiel, Blue&Me
TM-schakelaarpaneel),
Schakelaars stoelverwarming voorstoel,
Regeleenheid bewegingsdetectiesensoren diefstalalarm,
Opendakregeleenheid,
PND-aansluiting op dashboard
Airbagregeleenheid
Koppelingspedaalschakelaar, Remlicht-
schakelaar, spoel van relais in
zekeringenkast motorruimte, bedieningspaneel
op verwarming/klimaatregeling
interieur, Blue&Me
TM-regeleenheid,
Inbouwvoorbereiding, Luchtkwantummeter,
Waterdetectiesensor in brandstof
Instrumentenpaneel
Regeleenheid versterker van Bose HiFi audiosysteem
Subwoofer in reservewielbak
Stoelverwarming links en rechts
Schuifdakbediening
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 191