Page 65 of 92

●Vul bij met hetzelfde type remvlo-
eistof. Bij vermengen van vers-
chillende typen remvloeistof kun-
nen schadelijke chemische
reacties optreden en kan de rem-
werking verslechteren.
●Pas op en zorg dat tijdens bijvu-
llen geen water het remvloeisto-
freservoir kan binnendringen.
Water zal het kookpunt van de
remvloeistof aanzienlijk verlagen
zodat dampbelvorming kan
optreden.
●Remvloeistof kan gelakte of
kunststof onderdelen aantasten.
Veeg gemorste remvloeistof ste-
eds direct af.
●Naarmate de remblokken afslij-
ten, zal het remvloeistofniveau
geleidelijk verder dalen. Vraag
echter wel een Yamaha dealer
om een inspectie als het remvlo-
eistofniveau plotseling sterk is
gedaald.
DAU22720
Verversen van remvloeistof
Vraag een Yamaha dealer de remvlo-
eistof te verversen volgens de inter-
valperioden voorgeschreven onder
OPMERKING in het periodieke sme-
er- en onderhoudsschema. Laat
bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en
de remslang vervangen volgens de
intervalperioden of wanneer ze lekken
of zijn beschadigd.
●Oliekeerringen: Vervang elke
twee jaar.
●Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU23100
Controleren en smeren van
kabels
De werking van alle bedieningskabels
en de conditie van alle kabels moet
voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de kabel en kabe-
leinden moeten indien nodig worden
gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of
niet soepel beweegt.
DWA10720
s s
WAARSCHUWING
Bij schade aan de buitenkabel kan
de goede werking van de kabel
worden belemmerd en kan de bin-
nenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel
mogelijk om onveilige condities te
voorkomen.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 65
Page 66 of 92
DAU23111
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort
voorafgaand aan elke rit te worden
gecontroleerd. Smeer ook de gaska-
bel volgens de intervaltijden gespeci-
ficeerd in het periodiek onderhoudss-
chema.
DAU23171
Smeren van voor- en
achterremhendels
De scharnierpunten van de voor- en
achterremhendels moeten worden
gesmeerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU23212
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard
1. Zijstandaard
1. Middenbok
De werking van de middenbok en de
zijstandaard moet voorafgaand aan
elke rit worden gecontroleerd en de
scharnierpunten en de metaal-op-
ZAUM0667
1
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
ZAUM0061
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 66
Page 67 of 92

metaal contactvlakken moeten indien
nodig worden gesmeerd.
DWA10740
s s
WAARSCHUWING
Als de middenbok of de zijstanda-
ard niet soepel omhoog en omlaag
beweegt, vraag dan een Yamaha
dealer deze te controleren of te
repareren.
DAU23271
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de
voorvork moeten als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen
op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren1. Zet de machine op een vlakke
ondergrond en houd deze rech-
top.
2. Bekrachtig de voorrem en druk
het stuur een paar keer stevig
naar beneden om te controleren
of de voorvork soepel in- en uit-
veert.
DCA10590
LET OP:
Als schade wordt gevonden of de
voorvork niet soepel beweegt, vra-
ag dan een Yamaha dealer te repa-
reren of te controleren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 67
Page 68 of 92

DAU23280
Controle van stuursysteem
Losse of versleten balhoofdlagers
kunnen gevaarlijk zijn. De werking van
het stuur moet als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is
van de grond.
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij
het ondereinde en probeer ze
naar voren en achteren te bewe-
gen. Als speling kan worden
gevoeld, vraag dan een Yamaha
dealer het stuursysteem te tes-
ten.
DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten
worden gecontroleerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Als de wielnaaf spe-
ling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer
de wiellagers te controleren.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 68
Page 69 of 92

DAUT1401
Accu
Dit model is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij
type) waarvoor geen onderhoud
vereist is. De elektrolyt hoeft niet te
worden gecontroleerd en er hoeft
geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld.
DCA10630
LET OP:
●Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontla-
den toestand weg te bergen
kan permanente accuschade
ontstaan.
●Om een permanent-dichte
accu (onderhoudsvrij type) te
laden, is een speciale accula-
der (met constante laadspan-
ning) vereist. Bij gebruik van
een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over
een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s
(onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw
accu op te laden.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
●Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
• INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
●Accu’s produceren het explo-
sieve waterstofgas. Houd daa-
rom vonken, open vuur, siga-
retten e.d. uit de buurt van de
accu en zorg voor voldoende
ventilatie bij acculaden in een
afgesloten ruimte.
●HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDE-
REN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze
ontladen lijkt te zijn. Vergeet niet dat
de accu sneller ontladen raakt als de
machine is uitgerust met optionele
elektrische accessoires.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en
zet dan weg op een koele en dro-
ge plek.
2. Als de accu langer dan twee
maanden wordt weggeborgen,
moet deze minstens eenmaal per
maand worden gecontroleerd;
laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
Verwijderen van de accu
1. Verwijder het paneel door de
schroef los te halen.
2. Verwijder de steun van de
accuhouder door de bout los te
halen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 69
Page 70 of 92

1. Accu houder
2. Accu
3. Schroef
3. Trek de accu uit de accubak en
maak de stekkers van de accu
los.
Installeren van de accu
1. Sluit de stekkers op de accu aan
en plaats de accu in de oors-
pronkelijke positie.
2. Monteer de steun van de
accuhouder door de bout aan te
brengen.
3. Monteer het paneel door de sch-
roef aan te brengen.
4. Laad de accu volledig bij alvo-
rens te installeren.
DAU23525
Zekeringen vervangen
1. Zekeringenkastje
2. Zekeringklemmen
3. Hoofdzekering
4. Reservehoofdzekering
De hoofdzekeringhouder en het kast-
je met zekeringen voor afzonderlijke
circuits bevinden zich achter stroom-
lijnpaneel B. (Zie pagina 6-7.)
1. Zekering signaleringssysteem
2. Koplampzekering
3. Zekering radiatorkoelvin
4. Zekering elektronische regeleenheid
5. Zekering ontstekingssysteem
6. Backup-zekering
7. Reservezekering
8. Reservezekering
9. Reservezekering
Vervang een zekering als volgt als
deze is doorgebrand.
12
3
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 70
Page 71 of 92

1. Draai de contactsleutel naar
“OFF” en schakel het betreffende
elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zeke-
ring en breng een nieuwe zeke-
ring met de voorgeschreven
ampèrewaarde aan.DCA10640
LET OP:
Gebruik geen zekering met een
hoger ampèrage dan is voorgesch-
reven, om ernstige schade aan het
elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
3. Draai de contactsleutel naar
“ON” en schakel het betreffende
elektrische circuit in om te zien of
de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw
doorbrandt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch
systeem te controleren.
DAU23730
Koplampgloeilamp
vervangen
De twee koplampen op dit model
hebben halogeen gloeilampen. Ver-
vang een koplampgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-7.)
2. Maak de koplampstekker los en
verwijder dan de gloeilampkap.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
3. Haak de gloeilamphouder los en
verwijder dan de defecte gloei-
lamp.
Voorgeschreven zekeringen:
Zekering signaleringssysteem:
15 A
Koplampzekering:
15 A
Zekering radiatorkoelvin:
10 A
Zekering elektronische
regeleenheid
5 A
Zekering ontstekingssysteem:
10 A
Backup-zekering:
5 A
Reservezekering:
15 A
Reservezekering:
10 A
Reservezekering:
5 A
Hoofdzekering:
30 A
Reservehoofdzekering:
30 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 71
Page 72 of 92

1. Gloeilamphouder
DWA10790
s s
WAARSCHUWING
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare pro-
ducten uit de buurt van een
koplampgloeilamp en raak het
lampglas niet aan zolang dit niet is
afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast
met de gloeilamphouder.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan
DCA10650
LET OP:
Pas op en zorg dat de volgende
onderdelen niet worden bescha-
digd:
●Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplamp-
gloeilamp niet aan zodat dit
vetvrij blijft, anders kan de
doorzichtigheid van het glas,
de lichtintensiteit en de levens-
duur nadelig worden beïnvloed.
Wrijf eventuele verontreinigin-
gen en vingerafdrukken op het
gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●Koplamplens
• Plak geen kleurfolie of stic-
kers op de koplamplens.
• Gebruik geen koplampgloei-
lamp met een hoger wattage
dan is voorgeschreven.
5. Breng de gloeilampkap aan en
sluit dan de koplampstekker aan.
6. Monteer het stroomlijnpaneel.
7. Vraag indien nodig een Yamaha-
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.1
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 72