Page 25 of 92

DAU12347
Stuurschakelaars
1. Startknop “g”
2. Schakelaar alarmverlichting “”
1. Dimlichtschakelaar “
j/k”
2. Lichtsignaalschakelaar “PASSING”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “
c/d”
4. Claxonschakelaar “a”
DAUS1020
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “
j” voor
grootlicht en op “
k” voor dimlicht.
Druk de schakelaar in de dimlichts-
tand omlaag om een lichtsignaal te
geven met de koplamp.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
Druk deze schakelaar naar “
d” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “
c” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAUM1990
Schakelaar alarmverlichting “ ”,
“h”
Met de contactsleutel in de stand
“ON” zet u deze schakelaar op “ ”
voor het inschakelen van de alarmver-
lichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers). Zet deze schake-
laar op “h” en draai de sleutel naar“OFF” om de alarmverlichting uit te
schakelen.
OPMERKING:
Zelfs wanneer u de sleutel draait van
“ON” naar “OFF” met ingeschakelde
alarmverlichting, blijft deze verlichting
knipperen, ongeacht de stand van de
schakelaar van de alarmverlichting.
Als u de alarmverlichting wilt uitscha-
kelen, moet u de sleutel in de stand
“ON” zetten en de schakelaar van de
alarmverlichting in de stand “h”.
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verke-
ersdeelnemers te waarschuwen als
uw scooter stilstaat in een mogelijk
gevaarlijke verkeerssituatie.
DCA10060
LET OP:
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan
de accu ontladen raken.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 25
Page 26 of 92
DAU12720
Startknop “g”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achte-
rrem bekrachtigt om de motor te star-
ten met de startmotor.
DCA10050
LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU12900
Voorremhendel
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
DAU12950
Achterremhendel
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 26
Page 27 of 92
DAUT1382
Tankdop
Verwijderen van de tankdop
Open het slotpaneel door de greep
omhoog te trekken.
1. Drukken
1. Open het slotpaneel
Steek de sleutel in het slot van de
tankdop en draai een kwartslag link-
som. Het slot wordt ontgrendeld en
de tankdop kan worden verwijderd.
1. Openen Tankdop
OPMERKING:
Plaats de tankdop in de tankdophou-
der nadat u de tankdop heeft verwij-
derd.
Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulo-
pening van de brandstoftank,
met de sleutel in het slot en met
de uitlijnmerktekens tegenover
elkaar.
2. Draai de sleutel rechtsom naar de
oorspronkelijke positie en neem
hem dan uit.
1. Sluit Tankdop
OPMERKING:
De tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot.
Bovendien kan de sleutel niet worden
uitgenomen als de tankdop niet
correct aangebracht en vergrendeld
is.
3. Sluit het paneel.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 27
Page 28 of 92

1. Sluit het paneel
DWA10130
s s
WAARSCHUWING
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is aangebracht.
DAU13211
Brandstof
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is. Vul de
brandstoftank tot onderaan de vulpijp
zoals getoond.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
DWA10880
s s
WAARSCHUWING
●Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uit-
zet.
●Mors geen brandstof op een
heet motorblok.
DCA10070
LET OP:
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU33500
DCA11400
LET OP:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitla-
atsysteem.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
12,5 L (3,30 US gal) (2,75 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brands-
tofniveau gaat branden):
2 L (0,53 US gal) (0,44 Imp.gal)
1
2
ZAUM0020
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 28
Page 29 of 92

Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.DAU13442
Uitlaatkatalysatoren
Dit voertuig is uitgerust met uitlaatka-
talysatoren in het uitlaatsysteem.
DWA10860
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
●Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de
uitlaatkatalysator.
●Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
●Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.
DAU13932
Zadel
Openen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contacts-
lot en draai deze dan linksom
naar “OPEN”.
1. Openen
OPMERKING:
Druk de sleutel niet in terwijl u deze
draait.
3. Klap het zadel omhoog.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
3-14
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 29
Page 30 of 92

Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contacts-
lot als de scooter onbeheerd
wordt achtergelaten.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
DAUT1711
Opbergcompartimenten
Opbergcompartiment voorzijde
1. Voorste opbergcompartiment
DWA11190
s s
WAARSCHUWING
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 1 kg (2,2 lb) voor
het voorste opbergcomparti-
ment niet.
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 180 kg (396,9 lb)
voor de machine niet.
Achterste opbergcompartiment
1. Achterste opbergcompartiment
Het achterste opbergcompartiment
bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-14.)
DCAT1030
LET OP:
Let op het volgende bij het gebruik
van het opbergcompartiment.
●Het opbergcompartiment
wordt snel warmer als het is
blootgesteld aan direct zon-
licht, bewaar hierin dus geen
goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
●Wikkel natte voorwerpen in
een plastic zak, om zo vochtig
worden van het opbergcom-
partiment te voorkomen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 30
Page 31 of 92

●Het opbergcompartiment kan
nat worden als de scooter
wordt gewassen, omwikkel te
bewaren voorwerpen dus in
een plastic zak.
●Bewaar geen waardevolle of
breekbare voorwerpen in het
opbergcompartiment.
DWAT1050
s s
WAARSCHUWING
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 5 kg (11,02 lb) voor
het achterste opbergcomparti-
ment niet.
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 180 kg (396.9 lb)
voor de machine niet.
DAU14541
Voorste
opbergcompartiment
Om het opbergcompartiment te
openen
1. Vergrendelen
Steek de sleutel in het slot, draai een
kwartslag rechtsom, en trek er dan
aan om het deksel van het opberg-
compartiment te openen.
1. Voorste opbergcompartiment
Om het opbergcompartiment te
sluiten
Duw het deksel van het opbergcom-
partiment in de originele positie, en
verwijder dan de sleutel.
DWA10961
s s
WAARSCHUWING
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 1 kg (2,2 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
●Overschrijd het maximumge-
wicht van 180 kg (369,9 lb) voor
het voertuig niet.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 31
Page 32 of 92

DAUT1060
Achterste
opbergcompartiment
1. Achterste opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcom-
partiment aanwezig.
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 5 kg (11 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 180 kg (369,9) voor
de machine niet.
DCA10080
LET OP:
Let op het volgende bij het gebruik
van het opbergcompartiment.
●Het opbergcompartiment
wordt snel warmer als het is
blootgesteld aan direct zon-
licht, bewaar hierin dus geen
goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
●Wikkel natte voorwerpen in
een plastic zak, om zo vochtig
worden van het opbergcom-
partiment te voorkomen.
●Het opbergcompartiment kan
nat worden als de scooter
wordt gewassen, omwikkel te
bewaren voorwerpen dus in
een plastic zak.
●Bewaar geen waardevolle of
breekbare voorwerpen in het
opbergcompartiment.
Om twee helmen in het opbergcom-
partiment op te bergen, plaatst u ze
zoals getoond.
OPMERKING:
●Sommige helmen kunnen vanwe-
ge hun grootte of vorm niet wor-
den weggeborgen in het opberg-
compartiment.
●Laat uw scooter niet onbeheerd
achter met het zadel open.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 32