100DASHBOARD EN BEDIENING
DRIVING ADVISOR (Rijstrookassistent)
(waar voorzien)
Driving Advisor is een systeem dat de afgeleide bestuur-
der erop attendeert wanneer de auto niet meer in de rij-
strook blijft rijden. Een videosensor op de voorruit nabij
de achteruitkijkspiegel detecteert de stand van de auto
t.o.v. de lijnen van de rijstrook waarin wordt gereden.
WAARSCHUWING Wanneer de voorruit moet worden ver-
vangen van auto’s met rijstrookassistent (Driving Advisor),
is het raadzaam u hiervoor tot het Lancia Servicenetwerk
te wenden. Als u de voorruit laat vervangen door een ge-
specialiseerd bedrijf, dient u zich in ieder geval tot het Lan-
cia Servicenetwerk te wenden om de videosensor te laten ka-
libreren.
WERKING
Het systeem is niet ingeschakeld bij het starten van de auto.
U kunt het systeem inschakelen door de knop A-fig. 65 op het
dashboard in te drukken. Als het systeem is ingeschakeld gaat
de led op de knop branden en verschijnt er een bericht op
het display van het instrumentenpaneel. Na inschakeling start
het systeem de herkenning van de bedrijfscondities. De be-
drijfscondities worden aangegeven met de knipperende led op
de knop en met het knipperende amberkleurig symbool
eop
het display van het instrumentenpaneel. Het systeem treedt
in werking na de bedrijfscondities te hebben herkend. Gevolg:
het symbool
eop het display van het instrumentenpaneel
dooft en de led op de knop gaat continu branden. WAARSCHUWING Als de bedrijfscondities niet meer aan-
wezig zijn, is het systeem niet meer werkzaam. De be-
stuurder wordt hierop geattendeerd door: het knipperen
van de led op de knop en het amberkleurig symbool
eop
het display van het instrumentenpaneel.
BEDRIJFSCONDITIES
Na inschakeling treedt het systeem alleen in werking als
aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
❍minstens één hand op het stuurwiel;
❍snelheid van de auto tussen 65 km/h en 180 km/h;
❍duidelijk zichtbare lijnen aan beide kanten van de rij-
strook aanwezig;
❍goede zichtbaarheid;
❍rechte rijstroken of rijstroken met ruime bochten;
❍voldoende gezichtsveld (veiligheidsafstand t.o.v. de
voorganger).
HET SYSTEEM IN-/UITSCHAKELEN
Als de auto bij ingeschakeld systeem zich nabij één van de
lijnen van de rijstroken begeeft, treedt een stuurkracht
in werking die de bestuurder aanspoort terug te sturen tot
de auto weer binnen de lijnen zit. Het systeem wordt tij-
delijk uitgeschakeld wanneer de bestuurder een richting-
aanwijzer inschakelt om van rijstrook te veranderen. Wan-
neer de bestuurder zelf van rijstrook verandert zonder de
richtingaanwijzers te hebben ingeschakeld, treedt een
stuurkoppel in werking die de bestuurder aanspoort terug
te sturen tot de auto weer binnen de lijnen zit. Wanneer
de bestuurder doelwillig van rijstrook verandert, wordt het
systeem uitgeschakeld wanneer de stuurkoppel die van het
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 100
DASHBOARD EN BEDIENING101
1
systeem overschrijdt. Het systeem is weer werkzaam wan-
neer de bedrijfscondities zijn herkend. De tijdelijke uit-
schakeling wordt aangegeven met de knipperende led op
de knop en met het knipperende amberkleurig symbool
eop het display van het instrumentenpaneel.
WAARSCHUWING De stuurkracht van het systeem is
makkelijk waarneembaar, maar kan ook makkelijk wor-
den tegengewerkt zodat de bestuurder de auto steeds he-
lemaal onder controle kan houden.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Handmatig
U kunt het systeem uitschakelen door de knop A-fig. 65
op het dashboard in te drukken. Als het systeem is uitge-
schakeld dooft de led op de knop en verschijnt er een be-
richt 1-fig. 66 op het display van het instrumentenpaneel.
Automatisch
Het systeem kan automatisch uitschakelen (en moet te-
rug ingeschakeld worden om gebruikt te worden). De be-
stuurder wordt op de hoogte gebracht van de automati-
sche uitschakeling door drie opeenvolgende akoestische
signalen en een bericht 1-fig. 66 op het display van het in-
strumentenpaneel wanneer:
❍de bestuurder de handen niet op het stuurwiel houdt
(op het instrumentenpaneel verschijnt een bericht 2-
fig. 66 en er klinkt een akoestisch signaal tot de be-
stuurder zijn handen terug op het stuurwiel legt of, in
noodgevallen, het systeem automatisch wordt uitge-
schakeld);
❍de veiligheidssystemen van het voertuigen (ABS, ESP,
ASR, DST en TTC) ingrijpen.STORINGSMELDING
Bij een storing in het systeem wordt de bestuurder hier-
van op de hoogte gebracht via een bericht 3-fig. 66 op het
display van het instrumentenpaneel en klinkt er een akoe-
stisch signaal.
WAARSCHUWINGEN
De rijstrookassistent kan niet functioneren als de volgende
veiligheidssystemen defect zijn: ABS, ESP, ASR, DST en
TTC.
Als de lijnen van de rijstrook slecht zichtbaar
zijn, overlappen of ontbreken wordt de wer-
king van de rijstrookassistent gestaakt.
De rijstrookassistent is geen automatische pi-
loot en de prestaties van het systeem mogen
de bestuurder er niet toe verleiden onnodige
en onverantwoorde risico’s te nemen. De verant-
woordelijkheid voor de verkeersveiligheid ligt al-
tijd en overal bij de bestuurder van de auto.
De werking van de rijstrookassistent kan negatief beïnvloed
worden door slechte weersomstandigheden (mist, regen,
sneeuw), moeilijke verlichtingscondities (verblinding door
zonlicht, duisternis) en een vervuilde of (ook deels) bescha-
digde voorruit op de zone voor de videocamera.
Voor een correcte werking van de videocamera, moet de
voorruit schoon zijn en mogen er geen stickers of andere
plaatjes worden geplakt in het gebied van de videocamera.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 101
102DASHBOARD EN BEDIENING
fig. 65L0E1009g
fig. 66L0E1010g
123
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 102
Systeem niet actief
Het systeem zoekt
de bedrijfscondities
Systeem actief en
bedrijfscondities
herkend
Het systeem werd
ingeschakeld en is actief
Het systeem werd
handmatig uitgeschakeld
Het systeem werd
automatisch uitgeschakeld
Het systeem verzoekt de
bestuurder om zijn handen
terug op het stuurwiel te
leggen
Het systeem is defect:
wendt u tot het Lancia
Servicenetwerk–
Knipperend
–
–
–
–
Continu
brandend
Continu
brandend
DASHBOARD EN BEDIENING103
1
OVERZICHT VAN DE SIGNALERINGEN TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE DRIVING ADVISOR
–
–
–
–
–
3 signalen
Afwisselend
signaal
Eenmalig en
langdurig signaal–
–
–
fig. 65
1 - fig. 66
1 - fig. 66
2 - fig. 66
3 - fig. 66
Toestand v.d. led Bericht op het Toestand van het Akoestisch Betekenis
op de knop display lampje op signaal
instrumentenpaneel
Gedoofd
Knipperend
Continu
brandend
Continubrandend
Gedoofd
Gedoofd
Knipperend
Gedoofd
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 103
104DASHBOARD EN BEDIENING
ESP 2-SYSTEEM (ELECTRONIC
STABILITY PROGRAM)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wie-
len hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers
blijft.
De werking van het ESP 2 is uitermate nuttig als de grip
op het wegdek wisselt.
Naast het ESP 2-, ASR- (controleert de trekkracht en
grijpt in op remmen en motor) en HILL HOLDER-sys-
teem (voor het wegrijden op een helling zonder de hand-
rem te gebruiken) beschikt de auto ook over MSR (rege-
ling van motorremwerking), HBA (automatische verho-
ging van de remdruk bij een noodstop), ABS (voorkomt
dat de wielen blokkeren, waardoor de beschikbare grip
optimaal wordt benut) en DST (stuurcorrecties via stuur-
bekrachtiging).ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat het lampje áop
het instrumentenpaneel knipperen, om de bestuurder er
op te wijzen dat de auto de stabiliteit en de grip dreigt te
verliezen.
Inschakeling van het systeem
Het ESP 2-systeem wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart en kan niet worden uitgeschakeld.
Storingsmeldingen
Bij een storing in het ESP wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld en gaat het lampje áop het instrumen-
tenpaneel continu branden, verschijnt er een bericht op
het instelbare multifunctionele display en gaat de led op
de knop ASR OFF branden (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”). Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot
het Lancia Servicenetwerk.
De prestaties van het ESP 2-systeem mogen
de bestuurder er niet toe verleiden onnodige
en onverantwoorde risico’s te nemen. Het rij-
gedrag dient altijd aangepast te worden aan de con-
ditie van het wegdek, het zicht en het verkeer. De
verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid ligt
altijd en overal bij de bestuurder van de auto.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 104
DASHBOARD EN BEDIENING105
1
Storingsmeldingen
Bij een eventuele storing gaat het lampje
áop het ins-
trumentenpaneel branden en verschijnt er een bericht op
het instelbare multifunctionele display (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”).
WAARSCHUWING Het Hill Holder-systeem is geen hand-
rem; verlaat dus nooit de auto zonder de handrem aan te
trekken, de motor uit te zetten en de eerste versnelling in
te schakelen.
Als eventueel met het noodreservewiel wordt
gereden, dan blijft het ESP ingeschakeld. Blijf
er echter rekening mee houden dat het
noodreservewiel kleiner is dan de normale band en
dat daarom de grip lager is dan bij de andere ban-
den van de auto.
Voor de juiste werking van het ESP 2- en ASR-sys-
teem is het noodzakelijk dat de banden van alle wie-
len van hetzelfde merk en type zijn. De banden moe-
ten in perfecte conditie zijn en de voorgeschreven af-
metingen hebben.
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helpt bij het weg-
rijden op een helling. Het systeem schakelt automatisch
in als:
❍op een stijgende helling: de auto stilstaat op een hel-
ling van meer dan 5% met draaiende motor, ingetrapt
rem- en koppelingspedaal en versnellingsbak in vrij of
als een andere versnelling dan de achteruit is inge-
schakeld;
❍op een dalende helling: de auto stilstaat op een weg met
een helling van meer dan 5%, motor ingeschakeld,
koppelingspedaal en rempedaal ingedrukt en achter-
uit ingeschakeld;
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleenheid van het ESP
2 ervoor dat de wielen geremd blijven, totdat het nood-
zakelijke motorkoppel is bereikt om weg te rijden (of maxi-
maal 2 seconden), zodat u meer tijd heeft om uw rechter
voet van het rempedaal naar het gaspedaal te verplaatsen.
Als u na 2 seconden niet bent weggereden, schakelt het
systeem automatisch uit en wordt de remdruk geleidelijk
verlaagd. Tijdens deze fase kunt u een typisch geluid ho-
ren. Dit geluid betekent dat de auto ieder moment in be-
weging kan komen.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 105
106DASHBOARD EN BEDIENING
ASR-SYSTEEM (Antislip Regulation)
Het ASR-systeem is geïntegreerd in het ESP-systeem. Het
ASR-systeem controleert de trekkracht van de auto en
grijpt automatisch in als een of beide aangedreven wie-
len dreigen door te slippen. Het ASR-systeem is vooral
nuttig onder de volgende omstandigheden:
❍doorslippen van het binnenste wiel in bochten, door
verandering van de wielbelasting of door te felle ac-
celeratie;
❍te hoog vermogen naar de wielen, ook in samenhang
met de condities van het wegdek;
❍acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel;
❍verlies van grip op natte weggedeelten (aquaplaning).MSR-systeem (regeling van motorremwerking)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR, verhoogt bij
bruusk terugschakelen het motorkoppel, zodat overma-
tige vertraging van de aangedreven wielen wordt voor-
komen. Dit heeft vooral voordelen op een wegdek met wei-
nig grip, waarop de stabiliteit van de auto snel verloren
kan gaan.
In-/uitschakeling van het ASR-systeem fig. 67
Het ASR-systeem schakelt automatisch in als de motor
wordt gestart.
Tijdens het rijden kan het systeem worden uitgeschakeld
en vervolgens weer ingeschakeld door de knop ASR OFF
in te drukken.
fig. 67L0E0056m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 106
DASHBOARD EN BEDIENING107
1
Als het systeem wordt ingeschakeld, verschijnt er een be-
richt op het instelbare multifunctionele display.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje op
de knop ASR OFF branden en verschijnt er een bericht op
het instelbare multifunctionele display. Als het ASR-sys-
teem tijdens het rijden wordt uitgeschakeld, schakelt het
automatisch weer in als de auto opnieuw wordt gestart.
Als u met sneeuwkettingen rijdt, dan kan het nuttig zijn
om het ASR-systeem uit te schakelen: onder deze om-
standigheden levert het doorslaan van de aangedreven wie-
len bij het wegrijden juist meer trekkracht op.
TTC-systeem
(Zelfblokkerend elektronisch differentieel)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR, zorgt er bij het
nemen van een bocht voor dat het buitenste wiel meer
kracht toebedeeld krijgt dan het binnenste wiel dat wordt
afgeremd.
Op die manier wordt de werking van een zelfblokkeren-
de differentieel gesimuleerd, wat voor een sportieve rijstijl
en een betere wegligging in bochten zorgt.ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt
dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht
de conditie van het wegdek en de pedaaldruk, en verhin-
dert daarmee het doorslippen van een of meerdere wielen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
De installatie wordt gecompleteerd met het EBD-systeem
(Electronic Braking Force Distribution) waarmee de rem-
kracht tussen de voor- en de achterwielen verdeeld wordt.
WAARSCHUWING Voor een maximale werking van het
remsysteem is een inrijperiode van circa 500 km nodig:
tijdens deze periode moet bruusk, herhaaldelijk of lang-
durig remmen worden voorkomen.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 107