Page 85 of 254

84DASHBOARD EN BEDIENING
VER-/ONTGRENDELING VAN BINNENUIT fig. 52
Sluit de portieren en druk op het knopje voor ver-/ont-
grendeling van de portieren A. Dit knopje bevindt zich op
het dashboard. Als er een storing is in het elektrische sys-
teem, is het altijd mogelijk de portieren met de hand te
vergrendelen.
fig. 52L0E0043m
KINDERVEILIGHEIDSSLOT A-fig. 53
Hierdoor kunnen de achterportieren niet van binnenuit
geopend worden.
Het systeem kan alleen bij een geopend portier worden in-
geschakeld:
❍stand1 - systeem ingeschakeld (portier vergrendeld);
❍stand 2 - systeem uitgeschakeld (portier kan van bin-
nenuit worden geopend).
Het systeem blijft ook ingeschakeld na het elektrisch ont-
grendelen van de portieren.
WAARSCHUWING De achterportieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als het kinderveiligheidsslot is
ingeschakeld.
Controleer nadat u het veiligheidsslot bij bei-
de achterportieren hebt ingeschakeld, of het
slot daadwerkelijk is ingeschakeld door aan
de handgreep aan de binnenzijde van de portieren
te trekken.
Schakel dit systeem altijd in als kinderen in
de auto aanwezig zijn.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 84
Page 86 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING85
1
fig. 53L0E0044m
NOODPORTIERVERGRENDELING ACHTER
B-fig. 53
De achterportieren zijn voorzien van een systeem waar-
mee ze kunnen worden vergrendeld als er geen stroom
aanwezig is.
Ga in dit geval als volgt te werk:
❍steek de metalen baard van de contactsleutel in de zit-
ting B;
❍draai de sleutel rechtsom en verwijder hem daarna
uit de zitting B.
Ga als volgt te werk om de knopjes van de sloten weer in de-
zelfde stand te zetten (alleen als de acculading hersteld is):
❍druk op de knop
Ëvan de sleutel;
❍druk op de ver-/ontgrendelknop
≈van de portie-
ren op het dashboard;
❍open het voorportier door de sleutel in het slot te ste-
ken en te draaien;
❍trek aan de binnenhandgreep van het portier.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 85
Page 87 of 254

86DASHBOARD EN BEDIENING
WAARSCHUWING Als de accu losgekoppeld is geweest
of als een zekering is doorgebrand, moet het mechanis-
me voor openen/sluiten van de portieren als volgt worden
geïnitialiseerd.
❍sluit alle portieren;
❍druk op de knop
Áop de sleutel of op de ver-/ont-
grendelknop
≈voor de portieren op het dashboard;
❍druk op de knop
Ëop de sleutel of op de ver-/ont-
grendelknop
≈voor de portieren op het dashboard.
Als u bij ingeschakeld kinderveiligheidsslot
de binnenhandgreep van een achterportier be-
dient, lukt het niet om het portier te openen
en komt slechts het knopje van de sloten omhoog; het
portier kan worden geopend door aan de buiten-
handgreep te trekken. Bij een noodvergrendeling
wordt de ont-/vergrendelknop
≈niet buiten wer-
king gesteld.
RUITBEDIENING
De zijruiten kunnen worden bediend bij contactsleutel in
stand MAR of voor ca. 2 minuten bij contactsleutel in
stand STOP of verwijderde sleutel.
De bedieningsschakelaars zijn op de portierpanelen aan
beide zijden gemonteerd (aan bestuurderszijde kunnen al-
le zijruiten worden bediend).
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 54
A. openen/sluiten zijruit linksvoor; “automatisch conti-
nue” werking tijdens het openen/sluiten van de ruit;
B. openen/sluiten zijruit rechtsvoor; “automatisch con-
tinue” werking tijdens het openen/sluiten van de ruit;
C. in-/uitschakeling bedieningsschakelaars voor de rui-
ten achter;
D. openen/sluiten zijruit linksachter (waar voorzien); “au-
tomatisch continue” werking tijdens het openen/ slui-
ten van de ruit;
E. openen/sluiten zijruit rechtsachter (waar voorzien);
“automatisch continue” werking tijdens het openen/
sluiten van de ruit.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 86
Page 88 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING87
1
Druk op de knoppen om de gewenste ruit te openen/slui-
ten. Druk kort op een van de schakelaars voor het “staps-
gewijs” openen/sluiten van de ruit; als de schakelaar lan-
ger wordt ingedrukt, wordt de “automatisch continue”
werking ingeschakeld zowel tijdens het openen als het
sluiten. De ruit stopt in de gewenste stand als u nogmaals
op de bedieningsknop drukt.
Houd de knop enkele seconden ingedrukt om de zijruit
automatisch te openen/sluiten (alleen als de sleutel in MAR
staat).
Onjuist gebruik van de elektrische ruitbedie-
ning kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en
tijdens het bedienen van de ruit altijd of de
passagiers niet kunnen worden verwond door de be-
wegende ruiten, hetzij direct door contact met de
ruit, hetzij door voorwerpen die door de ruit wor-
den meegesleept of geraakt.
Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot
als u de auto verlaat, om te voorkomen dat
een onverwachtse inschakeling van de elek-
trische ruitbediening gevaar oplevert voor de ach-
tergebleven passagiers.
Passagiersportier voor/achterportieren
Op het portierpaneel aan passagierszijde voor en, op en-
kele uitvoeringen op de achterportieren, zijn bedienings-
schakelaars F-fig. 54 gemonteerd waarmee u de be-
treffende ruit kunt bedienen.
fig. 54L0E0045m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 87
Page 89 of 254

88DASHBOARD EN BEDIENING
BAGAGERUIMTE
ACHTERKLEP OPENEN
De achterklep (indien ontgrendeld) kan alleen van bui-
tenaf geopend worden met behulp van de handgreep
fig. 55
De achterklep kan bovendien altijd worden geopend als
de portieren van de auto ontgrendeld zijn.
Gebruik voor het openen van de achterklep de sleutel met
afstandsbediening.
fig. 55L0E0046m
Als de achterklep niet goed gesloten is, brandt het waar-
schuwingslampje
´op het dashboard of het symbool R
op het instrumentenpaneel en verschijnt er een bericht op
het display (zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten” in
dit hoofdstuk).
Als u de achterklep opent, gaat de bagageruimteverlich-
ting branden: de verlichting gaat automatisch uit als u
de achterklep sluit.
De verlichting blijft bovendien ongeveer 15 minuten bran-
den nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid: als
binnen deze 15 minuten een portier of de achterklep wordt
geopend, dan start de tijdregeling opnieuw.
Openen met sleutel met afstandsbediening
Druk op de knop Rom de achterklep te ontgrendelen.
Als de achterklep wordt geopend, knipperen de richting-
aanwijzers twee keer; bij het sluiten knipperen de rich-
tingaanwijzers één keer (alleen bij ingeschakeld dief- sta-
lalarm - indien voorzien).
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 88
Page 90 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING89
1
ACHTERKLEP SLUITEN fig. 56
Laat de achterklep zakken en druk vervolgens op de klep
totdat u de vergrendeling hoort. Gebruik de daarvoor be-
stemde handgrepen B om het sluiten van de achterklep
te vergemakkelijken.
fig. 56L0E0047m
Als u in een gebied rijdt waar brandstof
moeilijk verkrijgbaar is en u daarom reser-
vebrandstof in een jerrycan wilt vervoeren,
dan dient u zich aan de geldende wetgeving te hou-
den. Gebruik alleen een goedgekeurde jerrycan en
bevestig deze op de juiste wijze. Ook in dit geval is
het risico op brand bij een ongeval echter groter.
Bij het openen van de achterklep dient u er op te let-
ten dat voorwerpen op de imperiaal niet beschadigd
kunnen worden.
Het maximum laadvermogen van de auto
mag nooit overschreden worden (zie hoofd-
stuk “6”). Controleer bovendien of de baga-
geruimte goed geladen is, om te voorkomen dat een
voorwerp bij bruusk remmen naar voren schiet en
letsel veroorzaakt. Rijd niet met geopende achter-
klep: de uitlaatgassen kunnen in het interieur bin-
nendringen.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 89
Page 91 of 254

90DASHBOARD EN BEDIENING
fig. 57L0E0048m
ACHTERKLEP IN GEVAL VAN NOOD OPENEN
fig. 57
Om de achterklep vanuit het interieur te openen (bij een
lege accu of bij een storing in het elektrische systeem van
de achterklep zelf), moet als volgt te werk worden ge-
gaan (zie “Bagageruimte vergroten” in dit hoofdstuk):
❍laat de hoofdsteunen achter geheel zakken;
❍klap de rugleuningen naar voren;
❍voor het mechanisch ontgrendelen van de achterklep,
moet u vanuit de bagageruimte het hendeltje A bedie-
nen.BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Het is mogelijk de bagageruimte te vergroten door de deel-
bare achterbank gedeeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer
te klappen fig. 59
Ga als volgt te werk:
❍laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❍plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de
gordel niet gespannen is of gedraaid zit;
❍maak de afdekhoes van de hoedenplank (waar voor-
zien) los van de rugleuningen;
❍trek één van de hendels A-fig. 58 omhoog om de ge-
wenste rugleuning te ontgrendelen en neer te klappen.
Om de capaciteit van de laadruimte verder te vergroten,
moet u aan de handgreep B-fig. 58 achter de rugleuning
van de achterbank trekken en de zitting en rugleuning
neerklappen.
fig. 58L0E0049m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 90
Page 92 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING91
1
fig. 59L0E0110m
WAARSCHUWING Trek de hoofdsteunen van de achter-
bank helemaal omhoog alvorens de rugleuning neer te
klappen, zodat een vlakke laadvloer ontstaat.
ACHTERBANK TERUGPLAATSEN
Om het terugplaatsen van de rugleuningen te vergemak-
kelijken is het aanbevolen de zitting helemaal naar vo-
ren te verschuiven alvorens te kantelen.
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gor-
dels niet gespannen zijn of gedraaid zitten. Druk aan de
hendels A fig. 58, plaats de rugleuningen omhoog en druk
de leuningen naar achteren, totdat beide borgmechanis-
men hoorbaar inklikken.
Trek aan de handgreep B-fig. 58 en schuif de zitplaatsen
naar achteren totdat het borgmechanisme hoorbaar in-
klikt.
Controleer of de rugleuning aan beide zijden
goed vergrendeld is om te voorkomen dat in
geval van bruusk remmen, de rugleuning
naar voren klapt en de passagiers verwondt.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:15 Pagina 91