Page 137 of 254

136VEILIGHEID
De frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde zijn
ontworpen voor een optimale bescherming van de inzit-
tenden voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het groot-
ste deel van de ruimte tussen het stuurwiel en de be-
stuurder en het dashboard en de voorpassagier.
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de werking van
de veiligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet
geactiveerd. Daarom moeten de veiligheidsgordels altijd
worden gedragen; ook omdat ze bij frontale aanrijdingen
er altijd voor zorgen dat de inzittende in de juiste stand
wordt gehouden. FRONTAIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE fig. 7
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daar-
voor bestemde ruimte in het midden van het stuurwiel is
geplaatst.
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE fig. 8
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter
volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een
daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.
fig. 7L0E0067mfig. 8L0E0068m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 136
Page 138 of 254

VEILIGHEID137
2
KNIE-AIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE
(waar voorzien) fig, 9
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daar-
voor bestemde ruimte onder het stuurwiel is geplaatst, ter
hoogte van de knieën van de bestuurder, voor extra be-
veiliging van de bestuurder bij een frontale aanrijding.FRONTAIRBAG EN ZIJ-AIRBAG (sidebag)
AAN PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN fig. 17
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de passa-
giersstoel voor te vervoeren, moeten de frontairbag en de
zij-airbag (sidebag) aan passagierszijde worden uitge-
schakeld.
Het waarschuwingslampje
“op het dashboard blijft con-
tinu branden totdat de frontairbag en de zij-airbag (side-
bag) aan passagierszijde opnieuw worden ingeschakeld.
WAARSCHUWING Raadpleeg voor het handmatig uit-
schakelen van de frontairbag en zij-airbag (sidebag) (waar
voorzien) aan passagierszijde, de paragrafen “Instelbaar
multifunctioneel display” en “Multifunctioneel display”
in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”.
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de passagiers-
stoel voorin als de frontairbag aan passa-
gierszijde is ingeschakeld. Als bij een onge-
val de airbag wordt geactiveerd, kan het kind
hierdoor dodelijke verwondingen oplopen. Als er
geen andere mogelijkheid is, moet altijd de airbag
aan passagierszijde worden uitgeschakeld als het
kinderzitje op de passagiersstoel voorin wordt ge-
plaatst. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geplaatst; hierdoor
wordt voorkomen dat het kinderzitje het dashboard
raakt. Ook als het niet wettelijk verplicht is, raden
wij u aan, voor een optimale bescherming van de
volwassenen, de airbag onmiddellijk weer in te
schakelen zodra er geen kinderen meer vervoerd
worden.
fig. 9L0E0069m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 137
Page 140 of 254

VEILIGHEID139
2
WAARSCHUWING De frontairbags en/of zij-airbags
(waar voorzien) kunnen ook worden geactiveerd bij krach-
tige stoten aan de onderzijde van de carrosserie, bijvoor-
beeld bij zware botsingen tegen drempels of stoepranden
of obstakels op het wegdek of als de auto terecht komt in
grote gaten of verzakkingen in het wegdek.
WAARSCHUWING Als de airbag in werking treedt, ont-
snapt een beetje rook. Deze rook is niet giftig en geeft niet
aan dat er brand is; bovendien kan het oppervlak van het
opgeblazen kussen en het interieur van de auto bedekt zijn
met een poeder: dit poeder kan de huid en de ogen irrite-
ren. Als u hieraan bent blootgesteld, moet u zich met neu-
trale zeep en water wassen. De geldigheidsduur van de py-
rotechnische lading en die van het spiraalmechanisme zijn
vermeld op het betreffende plaatje in het dashboardkast-
je. Laat ze voor het verstrijken van deze termijn door het
Lancia Servicenetwerk vervangen.
WAARSCHUWING Het in werking treden van de gordel-
spanners, de frontairbags en de zij-airbags voor wordt door
de elektronische regeleenheid bepaald, afhankelijk van het
type ongeval. Als een van deze onderdelen niet in werking
treedt, dan duidt dat niet op een storing in het systeem.WAARSCHUWING Na een ongeval waarbij een of meer-
dere veiligheidssystemen zijn geactiveerd, dient u con-
tact op te nemen met het Lancia Servicenetwerk om de
geactiveerde systemen te laten vervangen en de werking
van het systeem te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en de vervanging
van de airbag moeten door het Lancia Servicenetwerk
worden uitgevoerd. Aan het einde van de lange levensduur
van uw auto, moet u contact opnemen met het Lancia Ser-
vicenetwerk om het systeem buiten werking te laten stel-
len. Bovendien moet bij verkoop van de auto de nieuwe
eigenaar op de hoogte gesteld worden van het gebruik en
de instructies, en moet hij het instructieboekje ontvangen.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Steun niet met het hoofd, de armen of de el-
lebogen tegen het portier, de ruiten of in het
gebied van de windowbag om verwondingen
tijdens het opblazen te voorkomen. Steek nooit het
hoofd, de armen of de ellebogen uit het raam.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait
en het lampje ¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er mogelijk
een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geacti-
veerd worden bij een ongeval of, in een zeer beperkt
aantal gevallen, niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, moet contact wor-
den opgenomen met het Lancia Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 139
Page 156 of 254

IN NOODGEVALLEN155
4
Als de motor na enkele pogingen niet aanslaat, blijf dan
niet proberen maar wendt u tot het Lancia Servicenet-
werk.
WAARSCHUWING Verbind de minklemmen van de twee
accu’s niet direct met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de accu kan ont-
snappen. Als de hulpaccu is geïnstalleerd aan boord van
een andere auto, mogen tussen deze auto en de auto met
de lege accu metalen delen niet per ongeluk met elkaar
in contact komen.
ROLLEND STARTEN
De auto mag beslist nooit worden gestart door aanduwen,
slepen of van een helling af te rijden.
Op die wijze kan er onverbrande brandstof in de kataly-
sator terechtkomen en deze onherstelbaar beschadigen.
WAARSCHUWING Houd er rekening mee dat de rem-
bekrachtiging en de elektrische stuurbekrachtiging niet
werken zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bediening van het rempedaal
en het stuur.SNELLE BANDENREPARATIESET
FIX & GO AUTOMATIC
De snelle bandenreparatieset Fix & Go automatic bevindt
zich in de bagageruimte.
De set fig. 2 bevat:
❍een spuitbus A met afdichtvloeistof, die voorzien is van:
– een vulbuis B;
– een sticker C met het opschrift “max. 80 km/h”. Na
het repareren van het wiel moet deze sticker op een
voor de bestuurder goed zichtbare plaats worden
aangebracht (op het dashboard);
fig. 2L0E0075m
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 155
Page 174 of 254
IN NOODGEVALLEN173
4
LED
LED
D1S(*) / H7
H1(*) / H7
PY 24W
LED
WY5W
LED
LED
W5W
H11
W16W
W16W
5L/5K
12V 5W
12V 5W
W5W–
–
D
D
B
–
A
–
–
C
E
B
B
–
C
C
A–
–
55W
55W
24W
–
5W
–
–
5W
55W
16W
16W
–
5W
5W
5W
(*) Xenon gasontladingslamp
Lamp Type Vermogen Zie fig.
Buitenverlichting voor/dagverlichting
Buitenverlichting achter
Dimlicht
Grootlicht
Richtingaanwijzer voor
Richtingaanwijzer achter
Richtingaanwijzer op voorspatbord
Remlicht
Derde remlicht
Kentekenverlichting
Mistlampen
Mistachterlicht
Achteruitrijlicht
Plafondverlichting voor (witte LEDS)
Plafondverlichting achter
Verlichting bagageruimte/
dashboardkastje
Dorpelverlichting
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 173
Page 183 of 254
182IN NOODGEVALLEN
fig. 34L0E0173mfig. 36L0E0175m
fig. 35L0E0174m
VERLICHTING DASHBOARDKASTJE
Lamp vervangen:
❍open het dashboardkastje en maak de lichtunit A-fig.
34 los;
❍maak de lamp B los uit de veercontacten aan de zij-
kant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp
goed vastzit in de veercontacten.
VERLICHTING ZONNEKLEPSPIEGEL
(waar voorzien)
Lamp vervangen:
❍open het dekseltje A-fig. 35 van het spiegeltje;
❍maak het plafondlampje B op de door de pijlen aan-
gegeven punten los;❍maak de lamp C-fig. 36 los uit de veercontacten aan
de zijkant en vervang hem; controleer of de nieuwe
lamp goed vastzit in de veercontacten.
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 182
Page 184 of 254

IN NOODGEVALLEN183
4
ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMEEN
Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de
zekering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik
van het systeem. Als een elektrisch onderdeel niet werkt, con-
troleer dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de ver-
bindingsstrip A-fig. 37 mag niet onderbroken zijn. Is dit wel
het geval, dan moet u de zekering vervangen door een exem-
plaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
B zekering in goede staat.
C zekering met doorgebrande strip.
Gebruik het tangetje D-fig. 37 voor het vervangen van
de zekeringen. Dit tangetje is vastgehaakt in de zekerin-
genkast op het dashboard.
Raadpleeg de zekeringentabel in de volgende pagina’s voor
een overzicht van de zekeringen.
fig. 37L0E0085m
Als de zekering opnieuw doorbrandt, wendt
u dan tot de Lancia-dealer.
Vervang een defecte zekering nooit door an-
der materiaal.
Vervang een zekering nooit door een zekering
met een hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDI-
FUSE, MAXI-FUSE) doorbrandt, wendt u
dan tot het Lancia Servicenetwerk.
Controleer, voordat u een zekering vervangt,
of de contactsleutel uit het contactslot is ge-
nomen en alle stroomgebruikers uit staan
en/of zijn uitgeschakeld.
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 183
Page 185 of 254
184IN NOODGEVALLEN
fig. 38L0E0087m
TOEGANG TOT DE ZEKERINGEN
Zekeringenkast op dashboard
De zekeringen in de zekeringenkast op het dashboard zijn bereikbaar nadat de klep A is verwijderd.
Onderaan, aan de linkerkant van de stuurkolom, bevindt zich de zekeringenkast die in fig. 38 is aangegeven.
153-192 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:23 Pagina 184