78
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Het systeem wordt ook automatisch uit-
geschakeld als de knop AofRESon-
juist of per ongeluk wordt bediend: in
dat geval kan het systeem weer worden
ingeschakeld door de auto met de ge-
wenste snelheid te laten rijden en de
hendel omhoog (+) of omlaag (–) te
plaatsen.PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDLAMPJE VOOR
fig. 58
Druk op knop:
A: om de instapverlichting bestuur-
derszijde in/uit te schakelen;
B: om de verlichting in het midden
in/uit te schakelen;
C: om de instapverlichting passagiers-
zijde in/uit te schakelen;
Als langer op knop Bwordt gedrukt,
gaan alle lampjes van de plafondver-
lichting voor en achter uit. De uitscha-
keling wordt ook weergegeven m.b.v.
een geluidssignaal. Druk, om de ver-
lichting opnieuw in te schakelen, kort
op knop B.
Bijeenstoringofeen
afwijkendewerking
vandecruise-controlmoetde
draaiknopA-fig.57instandO
wordengezet.Laat
hetsys-
teem,nacontrolevandeze-
kering,doorhetAlfaRomeo
Servicenetwer rkcontroleren.
OPGELET
Alsdecruise-controltij-
denshetrijdenisinge-
schakeld,zetdannooitdever-
snellingspookin ndevrijstand.
OPGELET
A0E0481mfig. 58
WAARSCHUWING Als per ongeluk
een portier geopend blijft, doven na eni-
ge minuten de plafondlampjes voor en
de instapverlichting automatisch. Om de
verlichting opnieuw in te schakelen moet
een ander portier worden geopend of
hetzelfde portier worden gesloten en
weer worden geopend.
046-082 Alfa 159 NL 21-10-2008 14:38 Pagina 78
110
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VDC (Vehicle
Dynamics Control)
(waar voorzien)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van
de auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het VDC is uitermate
nuttig als de grip op het wegdek wisselt.
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat
het lampje
áop het instrumentenpa-
neel knipperen, om de bestuurder er op
te wijzen dat de auto de stabiliteit en de
grip dreigt te verliezen.
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het VDC schakelt automatisch in als de
motor wordt gestart. Tijdens de rit kan
het VDC worden uitgeschakeld door ge-
durende 2 seconden de ASR/VDC-knop
op de middenconsole in te drukken fig.
103. Als het VDC wordt uitgeschakeld,
wordt ook de ASR uitgeschakeld. Bei-
de functies kunnen opnieuw worden in-
geschakeld door de ASR/VDC-knop in
te drukken.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het lampje
áop het instrumen-
tenpaneel branden (bij enige uitvoe-
ringen wordt een symbool op het dis-
play weergegeven) en gaat de led om
de ASR/VDC-knop branden.
Als het VDC tijdens de rit wordt uitge-
schakeld, wordt het na de volgende keer
starten opnieuw ingeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een eventuele storing van het VDC,
wordt het systeem automatisch uitge-
schakeld en gaat op het instrumenten-
paneel het lampje
ácontinu branden
(bij enkele uitvoeringen verschijnt ook
een bericht op het display) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Wendt u zich in dat geval zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk.
A0E0026mfig. 103
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 110
MSR (regeling van de
afremming op de motor)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de
ASR, verhoogt bij bruusk terugschake-
len het motorkoppel, zodat overmati-
ge vertraging van de aangedreven wie-
len wordt voorkomen. Dit heeft vooral
voordelen op een wegdek met weinig
grip, waarop de stabiliteit van de auto
snel verloren kan gaan.
114
PLANCIA
E COMANDI
114
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VVooreenjuistewer-
kingvandeASRmoe-
tendebandenopallewielen
vanhetzelfdemerkentype
zi ijn.Zedieneningoedeco
ndi-
tietezijnentevoldoenaan
hetvoorgeschreventype,
merkenmaat(zziedepara-
graaf“Banden”inhethoofd-
stuk“T
echnischegegevens”).
OPGELETStoringsmeldingen
Bij een storing van de ASR wordt de ASR
automatisch uitgeschakeld en bij uit-
voeringen met een “Instelbaar multi-
functioneel display” wordt het symbool
Vweergegeven. Wendt u zich in dit
geval zo snel mogelijk tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 114
115
PLANCIA
E COMANDI
115
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
EOBD
(voor bepaalde
uitvoeringen/
markten)
Met het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) kan een doorlopende
diagnose worden uitgevoerd op die com-
ponenten op de auto die van invloed zijn
op de emissie.
Bovendien meldt het systeem, door het
branden van het lampje
Uop het ins-
trumentenpaneel (bij enige uitvoeringen
verschijnt een bericht op het display)
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”).
Als,alsdesleutelinhet
startsysteemisge-
plaatst,hetlampje
UU
nietgaatbrandenofalstijdens
derithetlampjecontinuofknip-
perendgaatbranden,wendtu
daanzosnelmogelijktot
hetAl-
faRomeoServicenetwerk.De
werkingvanhetlampje
UU
kanmetspecialeapparatuur
doordeverkeerspolitiegecon-
troleerdworden.Houdtuaan
dewetgevin ngvanhetland
waa
rinurijdt.
Het doel is:
❒de werking van het systeem contro-
leren;
❒signaleren wanneer door een storing
de emissies boven de wettelijk vast-
gestelde drempelwaarde uitkomen;
❒de noodzaak van het vervangen van
componenten met een slechte con-
ditie aangeven.
Het systeem beschikt verder nog over
een diagnosestekker die het mogelijk
maakt, na het aansluiten van speciale
apparatuur, de door de regeleenheid op-
geslagen storingscodes en de specifieke
parameters voor de diagnose en wer-
king van de motor te lezen. Deze con-
trole kan ook worden uitgevoerd door
de verkeerspolitie.
WAARSCHUWINGNa het verhel-
pen van de storing moet het Alfa Romeo
Servicenetwerk zorgen voor een com-
plete controle van het systeem, tests uit-
voeren en, zonodig, een proefrit maken
die eventueel een langere afstand kan
omvatten.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 115
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoi-
res wilt monteren die constante voeding
nodig hebben (autoradio, anti-diefstalsa-
tellietbewaking enz.), of accessoires die
de elektrische installatie zwaar belasten,
wendt u dan tot het Alfa Romeo Service-
netwerk. Deze kan u de meest geschik-
te installaties aanraden uit het Lineacces-
sori Alfa Romeo en controleren of de elek-
trische installatie van de auto geschikt is
voor het extra stroomverbruik of dat het
noodzakelijk is een accu met een grote-
re capaciteit te monteren.
116
PLANCIA
E COMANDI
116
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
INBOUWVOORBEREI
DING AUTORADIO
(waar voorzien)
Als de auto niet is uitgerust met een au-
toradio, dan wordt de auto geleverd met
een twee opbergvakken in het dash-
board.
De inbouwvoorbereiding voor de auto-
radio bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒voedingskabels voor de luidsprekers
voor en achter;
❒voedingskabel voor de antenne;
❒ruimte voor de autoradio;
❒antenne op het dak van de auto.
De autoradio dient geïnstalleerd te wor-
den in de daarvoor bestemde ruimte,
dat verwijderd wordt door op de twee
lippen in de ruimte te drukken: de voe-
dingskabels zijn nu bereikbaar.
Alsunaaanschafvande
autoeenautoradiowilt
installeren,wendtudan
eersttothetAlfaRomeoS Servi-
cenetwerk,datu
kaninformeren
overdebestekeuze,zodatdele-
vensduurvandeaccunietna ade-
ligwordtbeïnvloed.Dooreen
overmatig
stroomopnamealsde
motornietdraait,kandeaccu
beschaadigenenkandegarantie
opdeaccuvervallen.
Letopbijdemontage
vanextraspoilers,
lichtmetalenvelgenenniet
standaardwieldoppen:hier-
do oorkandeventilat
ievande
remmenwordenverminderd,
waardoordewerkingvande
remmennakrachtigenher-
haaldelijkremmenofbijrem-
me
ntijdenseenlangeafdaling
terugloopt.Controleerboven-
dienofdoorobstakels(matten
enz.)deslagvandepedalen
b
eperken.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 116
120
PLANCIA
E COMANDI
120
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
BEREIK VAN DE SENSOREN
Met de sensoren kan het gebied voor
(uitvoeringen met 8 sensoren) en ach-
ter de auto worden gecontroleerd.
Door hun positie wordt het midden en
de zijkant aan de voor- en achterzijde
van de auto gecontroleerd.
Obstakels in het midden worden waar-
genomen vanaf een afstand lager dan
0,9 meter (voor) en 1,40 meter (ach-
ter).
Als een obstakel zich aan de zijkant be-
vindt, wordt het waargenomen vanaf
een afstand onder 0,6 meter.
Vooreenjuistewerking
vanhetsysteemmager
geenmodder,vuil,
sneeuwofijsopdesensorenzit-
t ten.Weesvoorzichtig
bijhetrei-
nigenvandesensoromkrassen
ofbeschadigingentevoorko-
men;g gebruikgeendroge,grove
ofhardedoek.De
sensoren
moetenmetschoonwater,
eventueelmettoevoeginngvan
autoshampoowordenschoon-
gemaakt.Inwasstratenwa
ar
stoomofhogedrukreinigers
wordengebruuikt,moetende
sensorensnelwordenschoon-
gemaakt,waarbijstraalpijpo
p
meerdan10cmafstandmoet
wordengehouden.
Wendtuzichvoorhet
opnieuwspuitenvande
bumperofvoorhet
eventueelbijwerkenvandelak
ronddesensorenuitsluiten
dtot
hetAlfaRomeoServicenet-
werk.Hetnietcorrectspuiten
kandewerking gvandepar-
keersensorenveelslechterma
-
ken.
SIGNALERING OP DISPLAY
(waar voorzien)
Als bij uitvoeringen met 8 sensoren de
sensoren inschakelen verschijnt op het
“Instelbare multifunctionele display”
(waar voorzien) een scherm, dat is aan-
gegeven in fig.107; De afstand over
de aanwezigheid en de afstand tot een
obstakel, wordt dan niet alleen door de
zoemer, ook visueel op het display van
het instrumentenpaneel aangegeven.
Als meerdere obstakels aanwezig zijn,
wordt de dichtstbijzijnde die dichterbij
komt aangegeven.
A0E0239mfig. 107
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 120
121
PLANCIA
E COMANDI
121
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als een storing is gesignaleerd, reinig
dan, na het stilzetten van de auto en uit-
schakelen van de motor, de sensoren en
controleer of u zich niet nabij een bron
van ultrasone geluiden bevindt (bijv.
pneumatische remmen van vrachtwa-
gens of pneumatische hamers). Als de
oorzaak van de storing is verholpen,
werkt het systeem weer volledig en do-
ven het lampje
ten het waarschu-
wingsbericht.
Als het lampje blijft branden, wendt u
dan tot het Alfa Romeo Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren,
ook als het systeem blijft werken. Als de
gesignaleerde storing de werking niet
nadelig beïnvloedt, blijft het systeem
werken en wordt de storing opgeslagen
zodat het Alfa Romeo Servicenetwerk
vervolgens het systeem kan controleren.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Let tijdens parkeermanoeuvres altijd
zeer goed op obstakels die zich boven
of onder de sensoren kunnen bevinden.
Obstakels die zich dicht voor of achter
de auto bevinden, kunnen onder be-
paalde omstandigheden niet door het
systeem worden waargenomen en zou-
den de auto kunnen beschadigen of be-
schadigd kunnen worden.
De door de sensoren verzonden signa-
len, kunnen wijzigen als de sensoren
zijn beschadigd, vuil zijn door modder,
sneeuw of ijs op de sensoren of door ul-
trasone systemen (zoals pneumatische
remsystemen van vrachtwagen of een
pneumatische hamer) in de buurt van
de auto.
TREKKEN VAN
AANHANGERS
De sensoren achter worden automatisch
weer ingeschakeld als u de aanhanger-
stekker loskoppelt.
WEERGAVE VAN
STORINGEN
De regeleenheid van het systeem voert
een controle van alle componenten van
het systeem uit als de sleutel in het start-
systeem wordt geplaatst. De sensoren
en de bijbehorende elektrische verbin-
dingen worden doorlopend gecontro-
leerd als het systeem werkt.
De storing van de sensoren wordt aan-
gegeven met een brandend lampje
t
(waar voorzien) op het instrumenten-
paneel (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt een bericht op het display) (zie
het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Dewerkingvandesen-
sorenachterwordtau-
tomatischuitgeschakeld
alsdestekkervandeelektri- -
schekabelvandeaa
nhanger
wordtaangeslotenopdestek-
kerdoosvandetrekhaak.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 121
123
PLANCIA
E COMANDI
123
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als na het gebruik van de bandenrepa-
ratieset Fix&Go automatic de oorspron-
kelijke situatie is hersteld en de lekke
band blijft aangegeven op het instru-
mentenpaneel, wendt u dan tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk.
De bandenspanning is afhankelijk van
de buitentemperatuur. Het TPMS kan tij-
delijk een te lage bandenspanning aan-
geven. Controleer in dat geval de ban-
denspanning bij koude banden en her-
stel zonodig de spanning. Het TPMS vereist het gebruik van een
speciale uitrusting. Raadpleeg het Alfa
Romeo Servicenetwerk voor de acces-
soires die geschikt zijn voor het systeem
(wielen, wieldeksels enz.). Als andere
accessoires worden gebruikt, kan dit de
normale werking van het systeem ne-
gatief beïnvloeden. Omdat gebruik
wordt gemaakt van speciale ventielen,
kan uitsluitend de door Alfa Romeo
goedgekeurde afdichtvloeistoffen wor-
den gebruikt voor de reparatie van de
band; het gebruik van andere vloeistof-
fen zou de normale werking van het sys-
teem kunnen belemmeren.
Als de auto is uitgerust met TPMS en
een band wordt vervangen, moeten ook
het rubber van het ventiel en de beves-
tigingsring van de sensor worden ver-
vangen. Wendt u hiervoor tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.Als de auto is uitgerust met het TPMS,
moeten bij het monteren/ demonteren
van de banden en/of velgen speciale
voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen. Om te voorkomen dat de sen-
soren beschadigen of verkeerd gemon-
teerd worden, mogen de banden en/of
de velgen uitsluitend door gespeciali-
seerd personeel vervangen worden.
Wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 123