WAARSCHUWING Als de elektro-
nische sleutel in het startsysteem wordt
geplaatst en op het instrumentenpaneel
het lampje
Ygaat branden (bij enige
uitvoeringen verschijnt een bericht op
het display), controleer dan of de elek-
tronische sleutel de juiste is en probeer
de sleutel nogmaals in het startsysteem
te plaatsen. Wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk als het probleem blijft
bestaan.
INSTRUMENTENPANEEL
UITSCHAKELEN
Druk bij uitgeschakelde motor en los-
gelaten koppelings- en rempedaal de
START/STOP-knop in of verwijder de
elektronische sleutel uit het startsys-
teem.
Na enige seconden gaat het instrumen-
tenpaneel geleidelijk uit.
WAARSCHUWINGWendt u tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk als het ins-
trumentenpaneel niet uitschakelt.
INSTRUMENTENPANEEL
INSCHAKELEN
Ga als volgt te werk:
❒plaats de elektronische sleutel in het
startsysteem;
❒als de elektronische sleutel is ge-
plaatst, druk dan op de START/
STOP-knop zonder het koppelings-
of rempedaal in te trappen.
Als de auto wordt verlaten, maar het in-
strumentenpaneel blijft per ongeluk in-
geschakeld, worden de elektrische sys-
temen na ongeveer 1 uur uitgeschakeld
om ontladen van de accu te voorkomen.
WAARSCHUWING Als de elektro-
nische sleutel geheel in het startsysteem
wordt geplaatst, moet deze vergrende-
len.
WAARSCHUWINGWendt u, als het
instrumentenpaneel niet inschakelt, tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
20
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0028mfig. 15
MOTOR STARTEN
Zie hiervoor de paragraaf “Starten van
de motor” in het hoofdstuk “Starten en
rijden”.
START/STOP-KNOP
fig. 15
Met de START/STOP-knop op het
dashboard kunnen de elektrische sys-
temen van de auto worden ingeschakeld
en de motor worden gestart en uitge-
schakeld.
DeSTART/STOP-knop is voorzien
van een verlichte rand. Deze is verlicht,
samen met het instrumentenpaneel, als
het is toegestaan om de motor te star-
ten.
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 20
Hetisstrengverboden
omde-/montagewerk-
zaamhedenuittevoeren,waar-
voorwijzigingenindestu uurin-
richtingof
destuurkolomvereist
zijn(bijv.bijmontagevaneen
diefstalbeveiliging).Hierdooor
kunnendeprestatiesvanhet
sy
steem,degarantieendevei-
ligheidingevaarwordenge-
brachtenvoldoetdeautoniet
meeraandetypegoedkeuring.
OPGELET
21
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ge uitvoeringen, een symbool en een
bericht op het display). Wendt u zich
in dit geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
WAARSCHUWINGAls na een po-
ging het instrumentenpaneel in te scha-
kelen en/of de motor te starten, het
lampje
>(waar voorzien) gaat bran-
den (of in plaats daarvan, bij enige uit-
voeringen, het bericht “Beschermings-
systeem niet aanwezig” op het display
verschijnt), herhaal dan de handeling en
verdraai het stuur iets om het ontgren-
delen van het stuur makkelijker te ma-
ken. De weergave van het bericht op het
display heeft geen invloed op de wer-
king van het stuurslot.
INSTRUMENTEN
TOERENTELLER
De toerenteller levert informatie over het
toerental van de motor. Als de wijzer van
de toerenteller zich in het rode gebied be-
vindt nabij het uiteinde van het bereik,
draait de motor met een te hoog toeren-
tal, waardoor de mechanische onderde-
len kunnen beschadigen: als de toeren-
teller zich in dit gebied bevindt, moet het
toerental door de bestuurder worden aan-
gepast.
WAARSCHUWINGDe inspuiting
blokkeert geleidelijk de brandstofstroom
als de motor met een te hoog toeren-
tal draait (wijzer van de toerenteller in
het rode gebied), waardoor het vermo-
gen van de motor lager wordt en het
toerental weer het veilige gebied be-
reikt.
De toerenteller kan, afhankelijk van de si-
tuatie, bij stationair toerental een kleine of
herhaaldelijk voorkomende stijging van het
toerental aangeven. Dit is normaal en vindt
plaats als tijdens de normale werking bij-
voorbeeld de airconditioning of de elek-
troventilateur inschakelt. Een langzame
wijziging van het toerental zorgt voor het
behoud van de acculading.
STUURSLOT
Inschakelen
Het stuurslot wordt na ongeveer 5 se-
conden na het verwijderen van de elek-
tronische sleutel uit het startsysteem en
na de controle door het systeem van de
volgende omstandigheden, ingescha-
keld:
❒motor uitgeschakeld;
❒instrumentenpaneel uitgeschakeld
bij stilstaande auto;
❒elektronische sleutel verwijderd uit
startsysteem.
Uitschakelen
Het stuurslot wordt uitgeschakeld als de
elektronische sleutel in het startsysteem
wordt geplaatst.
WAARSCHUWINGAls de motor tij-
dens de rit wordt uitgeschakeld, wordt het
stuurslot pas weer ingeschakeld als de mo-
tor de volgende keer bij stilstaande auto
wordt uitgeschakeld. In deze situatie
brandt op het instrumentenpaneel (waar
voorzien) het lampje
>(of in plaats daar-
van, bij enige uitvoeringen, een symbool
en een bericht op het display).
WAARSCHUWINGBij een storing
van het stuurslot, brandt op het instru-
mentenpaneel (waar voorzien) het
lampje
>(of in plaats daarvan, bij eni-
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 21
22
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHUWINGOnder sommige
omstandigheden (bijv. op een steile hel-
ling) kan de meter een andere waarde
aangeven dan de werkelijke hoeveelheid
in de tank en de wijzigingen kunnen met
een vertraging worden weergegeven. Dit
hoort bij de normale werking van de me-
ter.
WAARSCHUWINGTijdens het tan-
ken moet, om veiligheidsredenen, de
motor zijn uitgeschakeld. Als deze voor-
zorgsmaatregel niet in acht wordt ge-
nomen, kan de brandstofmeter perma-
nent een onjuiste waarde aangeven. Om
dit te herstellen moet bij een volgende
keer dat getankt wordt, de motor zijn
uitgeschakeld. Wendt u tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk als de werking niet
wordt hersteld.
KOELVLOEISTOFTEMPERATU
URMETER fig. 18
De wijzer geeft de koelvloeistoftempe-
ratuur weer; de aanduiding start als de
temperatuur van de vloeistof hoger
wordt dan ongeveer 50°C .
Onder normale omstandigheden bevindt
de wijzer zich in het midden van de
schaalverdeling. Als de wijzer in de buurt
van het rode gebied komt, moet de be-
stuurder minder grote prestaties van de
auto verlangen.
Als het waarschuwingslampje
ugaat
branden (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt op het display ook een bericht),
is de koelvloeistoftemperatuur te hoog;
zet in dat geval de motor uit en wendt
u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
WAARSCHUWINGAls de wijzer het
rode gebied nadert, kan dit te maken
hebben met een bijzondere situatie, zo-
als het rijden met lage snelheid, op een
helling, volledig beladen of met een aan-
hanger of bij een hoge omgevingstem-
peratuur.
BRANDSTOFMETER fig. 17
De wijzer geeft de hoeveelheid brand-
stof in de tank aan.
0- tank leeg.
1- volle tank (zie de paragraaf “Tan-
ken met de auto” in dit hoofdstuk).
Het lampje gaat branden als in de brand-
stoftank nog ongeveer 10 liter brand-
stof aanwezig is. Als de actieradius min-
der dan ongeveer 50 km (of 31 mijl)
bedraagt, wordt op het display bij en-
kele uitvoeringen een waarschuwings-
bericht weergegeven.
AlslampjeKtijdenshet
rijdenknippert,moetu
zichtothetAlfaRomeo
Servicenetwerkwenden.
A0E00177mfig. 17A0E0178mfig. 18
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 22
WEERGAVE
MOTOROLIENIVEAU
Als de elektronische sleutel in het start-
systeem wordt geplaatst, wordt op het
display gedurende enige seconden het
motorolieniveau weergegeven. Druk tij-
dens deze fase, om de weergave te wis-
sen en door te gaan naar het volgende
scherm, op knop MENU.
Bij een te laag motorolieniveau ver-
schijnt op het display een waarschu-
wing.
WAARSCHUWING Voor het juiste
olieniveau moet altijd het niveau met de
peilstok worden gecontroleerd (zie de
paragraaf “Niveaus controleren” in het
hoofdstuk “Onderhoud van de auto”).
WAARSCHUWINGOm er zeker van
te zijn dat de juiste waarde wordt aan-
gegeven, moet de controle nogmaals
worden uitgevoerd als de auto op een
horizontale ondergrond staat. Verval geprogrammeerd
onderhoud
WAARSCHUWINGhet geprogram-
meerd onderhoudsschema houdt een
onderhoudsinterval van 35.000 km (of
21.000 mi) aan; deze weergave ver-
schijnt automatische als de elektronische
sleutel in het startsysteem wordt ge-
plaatst, vanaf 2.000 km (of 1240 mi)
voor de betreffende kilometerstand. De
weergave vindt plaats in km of mijlen
afhankelijk van de instelling van de een-
heid. Als het geprogrammeerd onder-
houd zeer binnenkort moet worden uit-
gevoerd, verschijnt als de elektronische
sleutel in het startsysteem wordt ge-
plaatst, op het display “Service” ge-
volgd door het resterende aantal kilo-
meters/mijlen. Wendt u tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk waar men niet al-
leen het onderhoud zal uitvoeren dat
voorgeschreven wordt door het “Ge-
programmeerd onderhoud”, maar waar
de weergave ook zal worden gereset.
28
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Eenheid afstand instellen
(UNIT)
Met deze functie kan de eenheid van af-
stand (km of mi) worden ingesteld.
Ga voor het instellen van de gewenste
eenheid als volgt te werk:
❒druk op de knop MENUen selec-
teer de optie UNIT: op het display
verschijntUNITen “km” of “mi”;
❒druk nogmaals op de knop MENU:
“km” (of “mi”) gaat knipperen;
❒druk op de knoppen +/–om de ge-
wenste eenheid in te stellen.
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 28
houd zeer binnenkort moet worden uit-
gevoerd, verschijnt als de elektronische
sleutel in het startsysteem wordt ge-
plaatst, op het display “Service” ge-
volgd door het resterende aantal kilo-
meters/mijlen. Wendt u tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk waar men niet al-
leen het onderhoud zal uitvoeren dat
voorgeschreven wordt door het “Ge-
programmeerd onderhoud”, maar waar
de weergave ook zal worden gereset.
Zoemer niet omgelegde
veiligheidsgordel opnieuw
inschakelen
(Seat Belt Reminder)
(Beep gordel)
(waar voorzien)
Deze functie wordt alleen op het display
weergegeven als deze hiervoor is uit-
geschakeld door het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk.
Menu afsluiten
Als deze optie wordt gekozen, wordt te-
ruggekeerd naar het standaard scherm.VERLICHTING
TOERENTELLER/INSTRUMEN
TEN (NIGHT PANEL)
Met deze functie kan de verlichting van
de toerenteller en de instrumenten wor-
den in-/uitgeschakeld (ON/OFF). De
functie kan worden ingeschakeld (alleen
als de elektronische sleutel in het start-
systeem is geplaatst, de buitenverlichting
brandt en de sensor in de snelheidsme-
ter weinig buitenlicht meet) door knop
–lang in te drukken. Als de functie is in-
geschakeld wordt op het display een waar-
schuwing weergegeven. Na inschakeling
kan de functie NIGHT PANELop de
volgende manier worden uitgeschakeld:
❒door de knop +lang in te drukken
(ook bij uitgeschakelde buitenver-
lichting);
❒verwijder de elektronische sleutel uit
het startsysteem.
Als de functie is ingeschakeld wordt op het
display een waarschuwing weergegeven.
De berichten blijven gedurende enige se-
conden zichtbaar en verdwijnen vervol-
gens. Druk om de weergave voortijdig te
onderbreken kort op de knop MENU. Geprogrammeerd onderhoud
(Service)
Met deze functie kunnen de meldingen
betreffende het bereiken van de kilo-
meterstand voor een servicebeurt wor-
den weergegeven.
Ga voor het raadplegen van deze be-
richten als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: op
het display wordt de interval in km
of mi aangegeven, afhankelijk van
de eerdere instelling (zie de para-
graaf “Eenheid”);
❒druk kort op de knopMENUom te-
rug te keren naar het menuscherm
of druk lang op de knop om terug te
keren naar het standaard scherm.
WAARSCHUWINGHet geprogram-
meerd onderhoudsschema houdt een
onderhoudsinterval van 35.000 km (of
21.000 mi) aan; deze weergave ver-
schijnt automatisch als de elektronische
sleutel in het startsysteem wordt ge-
plaatst, vanaf 2.000 km (of 1240 mi)
voor de betreffende kilometerstand. De
weergave vindt plaats in km of mijlen
afhankelijk van de instelling van de een-
heid. Als het geprogrammeerd onder-
40
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 40
57
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
AIRCONDITIONING
(snel koelen)
WAARSCHUWINGDe compressor
vkan alleen inschakelen als de ven-
tilatie is ingeschakeld.
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop Ageheel linksom;
❒draai de knop Cop de maximale
snelheid;
❒draai de knopBin stand O;
❒druk op de knoppen √env(de
led op de knoppen gaan branden).
Koeling constant houden
Ga als volgt te werk:
❒uitschakelen recirculatie (indien in-
geschakeld).
❒verdraai knop Atotdat de gewens-
te temperatuur is ingesteld;
❒draai de knop Cop de gewenste
aanjagersnelheid.
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Tijdens de winter moet de airconditio-
ning
√ten minste een keer maand ge-
durende ongeveer 10 minuten worden
ingeschakeld.
Voordat het zomerseizoen begint, moet
de werking van het systeem nagekeken
worden door het Alfa Romeo Service-
netwerk.
LUCHTRECIRCULATIE
INSCHAKELEN
Druk op knop v: het lampje op de
knop gaat branden als deze functie
wordt ingeschakeld.
Wij raden u aan de recirculatiefunctie in
te schakelen in de file of in tunnels. Hier-
mee wordt voorkomen dat vervuilde
lucht het interieur bereikt. Het is niet
raadzaam dit systeem langdurig te la-
ten werken, omdat anders, vooral als
u met meerdere personen in de auto zit,
de kans aanzienlijk toeneemt dat de rui-
ten beslaan.
Het is echter niet raadzaam deze func-
tie handmatig in te schakelen op re-
genachtige of koude dagen, omdat dan
de ruiten aan de binnenzijde aanzienlijk
sneller kunnen beslaan, vooral als de air-
conditioning niet is ingeschakeld.
WAARSCHUWINGMet deze func-
tie kan, afhankelijk van de gekozen wer-
king (“verwarmen” of “koelen”) snel-
ler het gewenste resultaat worden be-
reikt.
Wacht,telkensalsde
accuwordtlosgeno-
men/aangesloten,ten
minste3minutenvoordatde
elektroni ischesleutelinh
et
startsysteemwordtgeplaatst,
zodatdeklimaatregeleenheid
deelektrischeactuattorenvoor
detemperatuurregel
ingende
luchtverdelingindebeginstand
kanzetten.
046-082 Alfa 159 NL 21-10-2008 14:38 Pagina 57
73
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
RUITEN REINIGEN
RECHTER HENDEL
De rechter hendel fig. 54bedient de
ruitenwisser en de ruitensproeier.
Als de buitenverlichting brandt, worden
bij het inschakelen van de ruitensproei-
ers ook de koplampsproeiers ingescha-
keld.
Ruitenwissers/-sproeiers
De rechter hendel kan in vijf verschil-
lende standen worden gezet:
0: ruitenwissers uitgeschakeld;
1: wissen met interval.
Verdraai, als de hendel in stand 1staat,
draaiknop op A, waarbij u uit vier in-
tervalstanden kunt kiezen:
■= lang interval
■= gemiddeld interval
■= gemiddeld - snel interval
■= snel interval2: continu langzaam wissen
3: continu snel wissen
4: tijdelijk snel wissen (onvergrendelde
stand)
De functie in stand 4blijft ingeschakeld
zolang de hendel in deze stand wordt
gehouden. Als de hendel wordt losge-
laten, keert deze terug naar de begin-
stand0en stoppen de ruitenwissers au-
tomatisch.
A0E0066mfig. 54
Gebruikderuitenwisser
nietomlagensneeuwof
ijsvandevoorruittever-
wijderen.Indieomstanddigheden
grijpt,als
deruitenwisserste
zwaarwordenbelast,debevei-
ligingin,dieervoorzorgtddatde
ruitenwissersenkeleseconden
wo
rdenuitgeschakeld.Wendtu
tothetAlfaRomeoServicenet-
wer rkalsdewerkingnietwordt
hersteld.
046-082 Alfa 159 NL 21-10-2008 14:38 Pagina 73
77
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
❒intrappen van het gaspedaal: in dit
geval wordt het systeem slechts tij-
delijk uitgeschakeld; als het pedaal
wordt losgelaten, schakelt het sys-
teem automatisch opnieuw in;
❒als de voertuigsnelheid lager wordt
dan de limiet (in dat geval blijft de
laatst opgeslagen snelheid bewaard
en kan worden opgeroepen door de
knopRES) in te drukken;
Automatische uitschakeling
van de cruise-control
De cruise-control wordt tijdelijk uitge-
schakeld als het ABS of VDC ingrijpt (bo-
ven een maximaal toegestane tijd): in
dit geval blijft de laatste opgeslagen
snelheid bewaard en kan worden op-
geroepen door knop RESin te drukken.
Bij een storing van de cruise-control of
het motormanagementsysteem, wordt
het systeem uitgeschakeld, totdat de
elektronische sleutel uit het startsysteem
wordt verwijderd. Wendt u zich in dit ge-
val tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❒schakel de versnelling in die geko-
zen was op het moment waarop de
snelheid werd opgeslagen (4e of 5e
versnelling);
❒druk op knop RES(op het uitein-
de van de hendel).
OPGESLAGEN SNELHEID
VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervol-
gens de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid met ongeveer 1,5
km/h verhoogd; als de hendel omhoog
wordt gehouden, wordt de snelheid trap-
loos gewijzigd.
OPGESLAGEN SNELHEID
VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla ver-
volgens de nieuwe snelheid op;of
❒plaats de hendel omlaag (–), totdat
de gewenste nieuwe snelheid is be-
reikt; de snelheid wordt automatisch
opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid ongeveer 1,5 km/h
verlaagd. Als de hendel omlaag wordt
gehouden, wordt de snelheid traploos
gewijzigd.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in de volgende ge-
vallen uitgeschakeld:
❒door knop A-fig. 57in stand Ote
zetten;
❒schakel de motor uit en verwijder de
elektronische sleutel uit het start-
systeem;
❒intrappen van het rempedaal, in-
trappen van het koppelingspedaal
(in deze gevallen blijft de snelheid
opgeslagen en kan deze worden op-
geroepen door de knop RES) in te
drukken;
046-082 Alfa 159 NL 21-10-2008 14:38 Pagina 77