105
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG EN SIDEBAG
(indien aanwezig) AAN
PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN
Als het absoluut noodzakelijk is een kind
op de passagiersstoel voor te vervoeren,
moeten de frontairbag en de sidebag (in-
dien aanwezig) aan passagierszijde worden
uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje “op het dash-
board blijft continu branden totdat de
frontairbag en de zij-airbag (sidebag) (in-
dien aanwezig) aan passagierszijde op-
nieuw worden ingeschakeld.
ZEER GEVAARLIJK: Mon-
teer absoluut geen kinder- zitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de
airbag aan passagierszijde is
ingeschakeld (ON). Als bij
een ongeval de airbag in werking
treedt (opblaast), kan dit ernstig let-
sel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Als er geen andere mogelijkheid
is, moet in ieder geval de airbag aan
passagierszijde uitgeschakeld worden
als het kinderzitje op de passagiers-
stoel voor wordt geplaatst. Bovendien
moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel
in aanraking komt met het dash-
board. Ook als het niet wettelijk ver-
plicht is, raden wij u aan, voor een op-
timale bescherming van de volwasse-
nen, de airbag onmiddellijk weer in te
schakelen zodra er geen kinderen
meer vervoerd worden.
ATTENTIE
Raadpleeg voor het hand-
matig uitschakelen van de
frontairbag en zij-airbag (sidebag) (in-
dien aanwezig) aan passagierszijde,
de paragraaf “Instelbaar multifunc-
tioneel display” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”.
ATTENTIE
106
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
ZIJ-AIRBAGS
De auto is uitgerust met zij-airbags voor
(sidebags voor) aan bestuurders- en pas-
sagierszijde (indien aanwezig) voor be-
scherming van borst-bekken en headbags
voor en achter (windowbags) (indien aan-
wezig).
De zij-airbags (indien aanwezig) bescher-
men de inzittenden bij middelzware en
zware zijdelingse aanrijdingen, door het
opblazen van een luchtkussen tussen de
inzittende en de interieurdelen aan de zij-
kant van de auto.
Als de zij-airbags niet worden geactiveerd
bij andere soorten botsingen (frontaal, van
achter, over de kop slaan enz.), betekent
dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
Bij een zijdelingse aanrijding zorgt de cen-
trale regeleenheid ervoor, indien nodig,
dat het kussen opblaast. Het kussen blaast
onmiddellijk op, waardoor het lichaam van
de inzittenden wordt opgevangen en de
kans op letsel wordt beperkt. Direct daar-
na loopt het kussen weer leeg.
De zij-airbags (indien aanwezig) zijn geen
vervanging voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Draag dus altijd vei-
ligheidsgordels. Bovendien is het dragen
van veiligheidsgordels wettelijk verplicht
in Europa (en in de meeste landen daar-
buiten). ZIJ-AIRBAGS VOOR
BESCHERMING VAN
BORSTKAS/BEKKEN
(SIDEBAGS) fig. 16
(indien aanwezig)
Deze sidebags zijn kussens die zich snel
opblazen en bevinden zich in de rugleuning
van de voorstoelen, en hebben tot doel de
borstkas en het bekken van de inzittenden
te beschermen bij middelzware en zware
zijdelingse aanrijdingen.
HEADBAGS (WINDOWBAGS)
fig. 17 (indien aanwezig)
De headbag is een “gordijn”-systeem en
bevindt zich aan de rechter- en aan de
linkerzijde in de hemelbekleding aan de zij-
kant en is afgedekt met een afwerklijst.
De headbags bieden bescherming aan het
hoofd van de inzittenden voor en achter
tijdens een zijdelingse botsing, dankzij het
grote effectieve oppervlak van de kussens.
BELANGRIJK De inzittende wordt bij een
zijdelingse botsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste
positie in de stoel zit. Hierdoor kunnen de
zij-airbags op de juiste wijze worden op-
geblazen.
fig. 16F0M033Abfig. 17F0M0141m
107
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-air-
bags kunnen ook worden geactiveerd bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de
carrosserie, bijvoorbeeld bij zware bot-
singen tegen drempels of stoepranden of
obstakels op het wegdek of als de auto te-
recht komt in grote gaten of verzakkingen
in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbags in werking
treden, ontsnapt een beetje rook. Deze
rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand; bovendien kan het oppervlak van
het opgeblazen kussen en het interieur van
de auto bedekt zijn met een laagje poeder:
dit poeder kan de huid en de ogen irrite-
ren. Als u hiermee in aanraking bent ge-
komen, moet u zich met neutrale zeep en
water wassen.
De geldigheidsduur van de pyrotechnische
lading en van het spiraalmechanisme is ver-
meld op het betreffende plaatje in het
dashboardkastje. Na deze periode moe-
ten ze door de Abarth-dealer worden ver-
vangen.
BELANGRIJK Na een ongeval waarbij een
of meerdere airbags zijn geactiveerd, dient
u contact op te nemen met de Abarth-
dealer om de geactiveerde airbags te laten
vervangen en de werking van het systeem
te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties
en vervanging van het airbagsysteem moe-
ten door de Abarth-dealer worden uitge-
voerd. Aan het einde van de lange levensduur van
uw auto, moet u contact opnemen met de
Abarth-dealer om het systeem buiten
werking te laten stellen. Bovendien moet
bij verkoop van de auto de nieuwe eige-
naar op de hoogte gesteld worden van het
gebruik en de instructies, en moet hij het
instructieboekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking treden van
de gordelspanners, de frontairbags en de
zij-airbags voor wordt door de elektro-
nische regeleenheid bepaald, afhankelijk
van het type ongeval. Als een van deze on-
derdelen niet in werking treedt, dan duidt
dat niet op een storing in het systeem.
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag (windowbag) om ver-
wondingen tijdens het opblazen te
voorkomen.
ATTENTIE
Steek nooit het hoofd, de ar-
men of ellebogen uit het
raam.
ATTENTIE
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden (en er ver-
schijnt ook een bericht op het instel-
bare multifunctionele display), dan is
er mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen de
airbags of gordelspanners niet geacti-
veerd worden bij een ongeval of, in een
zeer beperkt aantal gevallen, niet op
de juiste wijze geactiveerd worden.
Voordat u verder rijdt, dient u contact
op te nemen met de Abarth-dealer om
het systeem direct te laten controleren.
ATTENTIE
Bedek de rugleuning van de
stoelen voor en achter niet
met hoezen of kleden die niet zijn voor-
bereid op het gebruik met sidebags.
ATTENTIE
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij
de airbag in werking treedt, kan dit
ernstig letsel veroorzaken.
ATTENTIE
108
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
Rijd altijd met beide handen
op de stuurwielrand, zodat bij
het in werking treden van de airbag,
het systeem niet wordt gehinderd door
obstakels. Rijd niet met voorover ge-
bogen lichaam maar ga goed rechtop
zitten en steun tegen de rugleuning.
ATTENTIE
Bedenk dat als de contact-
sleutel in stand MAR staat,
ook bij uitgezette motor de airbags ge-
activeerd kunnen worden als de auto
wordt aangereden door een andere
auto. Daarom mogen, ook als de au-
to stilstaat, absoluut geen kinderen op
de passagiersstoel voor worden ge-
plaatst. Als de contactsleutel echter in
stand STOP staat, wordt bij een on-
geval geen enkel beveiligingssysteem
(airbag of gordelspanners) geactiveerd;
als een systeem niet in werking treedt,
betekent dit niet dat het systeem niet
goed werkt.
ATTENTIEDe stoelen mogen niet met
water worden afgenomen of
met stoom worden gereinigd (met de
hand of in een automatisch wasap-
paraat).
De frontairbag treedt in wer-
king als de botsing zwaarder
is dan een botsing waarbij alleen de
gordelspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden al-
leen de gordelspanners in werking.
ATTENTIE
Haak geen harde voorwer-
pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
ATTENTIE
De airbag is geen vervanging
voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Omdat de front-
airbags niet worden geactiveerd bij fron-
tale botsingen bij lage snelheid, bij zij-
delingse aanrijdingen en als de auto van
achter wordt aangereden of over de kop
slaat, worden in deze gevallen de inzit-
tenden uitsluitend door de veiligheids-
gordels beschermd. De gordels moeten
dus altijd gedragen worden.
ATTENTIE
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje
“ (met ingeschakelde frontairbag aan
passagierszijde) enige seconden bran-
den en vervolgens enige seconden knip-
peren, om aan te geven dat de airbag
aan passagierszijde bij een ongeval
wordt geactiveerd. Hierna moet het
lampje doven.
ATTENTIE
Laat bij diefstal of een poging
tot diefstal, bij beschadiging
of als de auto bij een overstroming on-
der water is geweest, het airbagsys-
teem door de Abarth-dealer contro-
leren.
ATTENTIE
De stoelen mogen niet met
water worden afgenomen of
met stoom worden gereinigd (met de
hand of in een automatisch was-
apparaat).
ATTENTIE
121
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN ........................................... 122
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU ............................... 122
AANGETROKKEN HANDREM ...................................... 122
STORING AIRBAGSYSTEEM ............................................ 123
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ............. 123
TE LAGE MOTOROLIEDRUK ......................................... 124
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS .............. 124
STORING EBD ..................................................................... 124
STORING EOBD-SYSTEEM .............................................. 125
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ......... 126
STORING ABS ..................................................................... 126
BRANDSTOFRESERVE ....................................................... 126
DEFECTE BUITENVERLICHTING .................................. 127
MISTACHTERLICHTEN ..................................................... 127
STORING ESP ....................................................................... 127
BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN ................... 128
FOLLOW ME HOME .......................................................... 128
RICHTINGAANWIJZER LINKS ....................................... 128
RICHTINGAANWIJ ZER RECHTS ................................... 128
MISTLAMPEN V OOR ......................................................... 128
SPORT BOOST-FUNCTIE INGESCHAKELD ................ 128
GROOTLICHT ..................................................................... 128 CONTROLE BANDENSPANNING
............................... 129
TE LAGE BANDENSPANNING ...................................... 129
BANDENSPANNING NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID .................................................................... 129
KANS OP GLADHEID ....................................................... 130
BEPERKTE ACTIERADIUS .................................................. 130
ASR-SYSTEEM ........................................................................\
130
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN ............................ 130
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN . 131
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN ........................... 131
STORING ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING . 131
VERSLETEN REMBLOKKEN .............................................. 132
CRUISE-CONTROL ............................................................. 132
ALGEMENE STORINGSMELDING .................................. 132
L L
L
L
A
A
A
A
M
M
M
M
P
P
P
P
J
J
J
J
E
E
E
E
S
S
S
S
E
E
E
E
N
N
N
N
B
B
B
B
E
E
E
E
R
R
R
R
I
I
I
I
C
C
C
C
H
H
H
H
T
T
T
T
E
E
E
E
N
N
N
N
123
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
STORING
AIRBAGSYSTEEM
(rood)
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat constant branden bij een
storing in het airbagsysteem.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
¬
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met de
Abarth-dealer om het systeem direct
te laten controleren.
ATTENTIE
Een defect lampje ¬(lamp-
je gedoofd) wordt aangege-
ven doordat het lampje voor de uit-
geschakelde frontairbag aan passa-
gierszijde “langer dan de normale
4 seconden knippert.
ATTENTIE
TE HOGE
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUUR
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als de motor te
warm is.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende maatregelen worden genomen:
❒ bij normale rij-omstandigheden:
stop de auto, zet de motor uit en con-
troleer of het niveau van de koel-
vloeistof in het reservoir niet onder
het MIN-merkteken staat. Als dit wel
het geval is, wacht dan enkele minuten
zodat de motor kan afkoelen, open
vervolgens langzaam en voorzichtig de
dop, vul koelvloeistof bij en controleer
of de koelvloeistof tussen het MIN-
en MAX-merkteken staat. Contro-
leer ook of er geen vloeistof weglekt.
Als bij het starten van de motor het
lampje opnieuw gaat branden, wendt
u dan tot de Abarth-dealer.
ç
❒ Als de auto onder zware bedrijfs-
omstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het bergopwaarts trek-
ken van een aanhanger of met volbe-
laden auto): verlaag de snelheid en
breng, als het lampje blijft branden, de
auto tot stilstand. Wacht 2 tot 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef
iets gas voor een snellere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het vloeistofni-
veau zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstan-
digheden is het raadzaam de motor en-
kele minuten te laten draaien met iets in-
getrapt gaspedaal voordat u de motor uit-
zet.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
ç
RESERVEBRANDSTOF
(geel)Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er nog onge-
veer 7 liter brandstof aanwezig is.
BELANGRIJK Als het waarschuwings-
lampje knippert, dan is er een storing in
het systeem. Wendt u in dit geval tot de
Abarth-dealer om het systeem te laten
controleren.
126
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
STORING ABS (geel)
Als u de contactsleutel
in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele se-
conden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot de Abarth-dealer.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
>“
AIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje “ brandt als de frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje “ongeveer
4 seconden branden en vervolgens 4 se-
conden knipperen. Hierna moet het lamp-
je doven.
Het lampje “ geeft boven-
dien eventuele storingen van
het lampje
¬aan. Dit wordt aange-
geven door het langer knipperen van
het lampje “ dan de normale 4 se-
conden. In dit geval kan het lampje
¬geen storingen in de airbag-/gordel-
spannersystemen aangeven. Voordat
u verder rijdt, dient u contact op te
nemen met de Abarth-dealer om het
systeem direct te laten controleren.
ATTENTIE
152
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
–
10
15
7,5 20
15
20 –
7,5
7,5
7,5
7,5
10
ZEKERINGENTABEL
Zekeringenkast op dashboard
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Beschikbaar
Voeding vanaf accu: instrumentenpaneel, EOBD-diagnosestekker
Voeding vanaf accu: autoradio, handsfreesysteem met spraakherkenning
en Bluetooth®-technologie, regeleenheid hifi-audiosysteem
Voeding vanaf accu voor start-/contactslot
Voeding elektropomp ruitensproeiers/achterruitsproeier
Voeding slotactuator achterklep
Voeding slotmotoren portiervergrendeling, “dead lock”-actuatoren
Beschikbaar
Voeding plafondverlichting voor, plafondverlichting achter,
bagageruimteverlichting, instapverlichting, verlichting zonneklepspiegel\
Voeding via contactslot: regeleenheid elektrische stuurbekrachtiging
Voeding via contactslot: instrumentenpaneel, rempedaalschakelaar
(regelcircuit remlicht), koppelingspedaalschakelaar
Voeding via contactslot: regeleenheid remsysteem, VDC-systeem,
rempedaalschakelaar
Voeding via contactslot: regeleenheid airbagsysteem 01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13