Page 61 of 210

fig. 66F F0
0T
T0
01
13
34
4m
m
fig. 67
A
F F0
0T
T0
01
13
35
5m
m
60
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ZONNEKLEPPEN fig. 65
De zonnekleppen aan bestuurders- en
passagierszijde kunnen voor de voorruit
en de zijruit worden gedraaid.
Aan de achterzijde van de zonneklep aan
bestuurderszijde bevindt zich een vakje
voor het opbergen van pasjes.
Op enkele uitvoeringen is de zonneklep
aan passagierszijde voorzien van een spie-
geltje.SCHRIJF/LEESTAFELTJE
(indien aanwezig)
In het midden van het dashboard, boven
de inbouwplaats van de autoradio, bevindt
zich een schrijftafeltje A-fig. 65a; op
enkele uitvoeringen kan het schrijftafeltje
gebruikt worden als leestafeltje door het
aan de achterzijde omhoog te trekken en
de steun op het dashboard te laten rusten,
zoals afgebeeld.
Op uitvoeringen met airbag aan passa-
gierszijde is het schrijftafeltje vast inge-
bouwd.
fig. 65F F0
0T
T0
01
18
88
8m
m
UITZETBARE ZIJRUITEN ACHTER
(Combi-uitvoeringen) fig. 66
Ga voor het openen als volgt te werk:
❒druk de hendel A-fig. 67naar buiten
totdat de ruit geheel geopend is.
❒druk de hendel naar achteren totdat de
vergrendeling inspringt.
Om de ruit te sluiten, drukt u de hendel
in tegenovergestelde richting totdat u een
klik hoort waarmee de hendel weer in de
vergrendelde stand staat.
fig. 65aF F0
0T
T0
02
20
04
4m
m
Page 62 of 210

PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-/
ONTGRENDELING
PORTIERVERGRENDELING VAN
BUITENAF
Druk bij gesloten portieren op de knop Á
op de afstandsbediening fig. 68of steek de
metalen baard in het slot van het bestuur-
dersportier en draai de sleutel rechtsom.
Alleen als alle portieren/deuren gesloten
zijn, wordt de portiervergrendeling inge-
schakeld. Als een of meerdere portie-
ren/deuren niet vergrendeld zijn na het in-
drukken van de knop Áop de afstandsbe-
diening, gaan de richtingaanwijzers onge-
veer 3 seconden snel knipperen.
Als u de knop Á
op de afstandsbedie-
ning twee keer kort indrukt, schakelt
het dead lock-systeem in (zie de paragraaf
“Dead lock-systeem”).Portierontgrendeling van buitenaf
Druk kort op de knop
Ëfig. 68voor het
op afstand ontgrendelen van de voor-
portieren. Gelijktijdig wordt de plafond-
verlichting tijdelijk ingeschakeld en knip-
peren de richtingaanwijzers twee keer. Als
u de metalen baard in het slot van het be-
stuurdersportier linksom draait, kunt u
alle portieren/deuren ontgrendelen.Achterdeuren en zijschuifdeuren
van binnenuit ontgrendelen
(indien aanwezig)
Druk vanuit het interieur van de auto op
de knop fig. 69(indien aanwezig) voor het
ontgrendelen van de laadruimte (achter-
deuren en zijschuifdeuren).
61
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 68F F0
0T
T0
01
18
86
6m
mfig. 69F F0
0T
T0
01
14
49
9m
m
Page 63 of 210

Als tijdens het tanken het
tankklepje openstaat, kan de
rechter zijschuifdeur niet worden ge-
opend.
ATTENTIE
Als de auto op een steile hel-
ling omlaag geparkeerd
staat, laat dan de auto niet met de
schuifdeur in het vangmechanisme
geblokkeerd open staan: als u tegen
de deur stoot, kan deze losraken en
naar voren schuiven.
ATTENTIE
Als de auto wordt gepar-
keerd met geopende schuif-
deuren, controleer dan of deze goed
vergrendeld zijn.
ATTENTIE
62
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ZIJSCHUIFDEUREN
(indien aanwezig)
Bij de Cargo-uitvoeringen wordt de zij-
schuifdeur in geheel geopende stand door
een vangmechanisme opengehouden: om
de deur te vergrendelen, moet u de deur
tegen de aanslag drukken; om de deur te
ontgrendelen moet u de deur krachtig
naar voren trekken.
Zorg er in ieder geval voor dat de
geopende deur op de juiste wijze is vast-
gehaakt aan het vangmechanisme.
Controleer voordat u een
deur opent of u dit op een
veilige manier kunt doen.
ATTENTIE
Controleer voor het tanken
van brandstof of de rechter
zijschuifdeur goed is gesloten;
als dit niet het geval is, dan
kan de schuifdeur of het blokkeerme-
chanisme bij geopend tankklepje
worden beschadigd.
Page 64 of 210

fig. 72F F0
0T
T0
01
13
37
7m
m
Van buitenaf openen en sluiten
Openen: draai de metalen baard van de
sleutel in het slot en trek de handgreep A-
fig. 70in de richting van de pijl; schuif ver-
volgens de deur naar de achterkant van de
auto tegen de aanslag totdat hij blokkeert.
Sluiten: pak de handgreep A-fig. 70vast
en duw de deur naar de voorzijde van de
auto. Draai de metalen baard van de sleu-
tel in de vergrendelstand.Openen/sluiten van binnenuit
(Cargo-uitvoeringen)
Openen: trek aan de hendel A-fig. 72en
schuif de deur naar de achterkant van de au-
to tegen de aanslag totdat hij blokkeert.
Sluiten: sluit de deur door hem naar de
voorkant van de auto te schuiven.
fig. 70F F0
0T
T0
01
13
36
6m
m
63
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 71
A
F F0
0T
T0
01
19
97
7m
m
Openen/sluiten van binnenuit
(Combi-uitvoeringen)
Openen: druk op het mechanisme A-fig.
71om de deur te ontgrendelen, trek ver-
volgens aan de hendel A-fig. 72en schuif
de deur naar de achterkant van de auto
tegen de aanslag totdat hij blokkeert.
Sluiten: druk op het mechanisme A-fig.
71om de deur te ontgrendelen en schuif
de deur vervolgens naar de voorkant van
de auto.
Page 65 of 210

64
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ACHTERDEUREN
fig. 74
De twee achterdeuren zijn ieder voorzien
van een klemveer die de opening van de
deur tot 90 graden beperkt.
fig. 74F F0
0T
T0
01
13
39
9m
m
Het systeem van klemveren
is ontwikkeld voor een beter
gebruikscomfort; bij een botsing of
een windstoot kunnen de veren los-
haken en kunnen de deuren onver-
wacht dichtvallen.
ATTENTIE
fig. 73F F0
0T
T0
01
13
38
8m
m
Schakel dit systeem altijd in
als u kinderen vervoert.
ATTENTIE
KINDERVEILIGHEIDS-
SLOT fig. 73
Hierdoor kunnen de zijschuifdeuren niet
van binnenuit geopend worden.
Het systeem kan alleen worden ingescha-
keld bij geopende zijschuifdeuren:
❒stand 1- systeem ingeschakeld (deur
vergrendeld);
❒stand 2- systeem uitgeschakeld (deur
kan van binnenuit worden geopend).
Het systeem blijft ook ingeschakeld na het
elektrisch ontgrendelen van de portie-
ren/deuren.
Page 66 of 210
Openen/sluiten
eerste deur van buitenaf
Openen: draai de metalen baard van de
sleutel in het slot of druk op knop
∞van de afstandsbediening en trek vervol-
gens de handgreep A-fig. 75in de rich-
ting van de pijl.
Sluiten: draai de metalen baard van de
sleutel in de vergrendelstand of druk op
de knop Ávan de afstandsbediening.Openen in noodgevallen
eerste deur van binnenuit
Van binnenuit met de knop A-fig. 76.
65
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Openen tweede deur
Trek na het openen van de linker deur de
hendel A-fig. 77in de richting van de pijl.
BELANGRIJK Gebruik de handgreep
A-fig. 77uitsluitend in de aangegeven
richting.
fig. 76F F0
0T
T0
00
06
60
0m
mfig. 77F F0
0T
T0
01
14
42
2m
mfig. 75F F0
0T
T0
01
14
40
0m
m
Sluit eerst de rechter deur 2-
fig. 74 volledig en daarna de
linker deur 1-fig. 74. Sluit niet beide
deuren gelijktijdig.
ATTENTIE
Page 67 of 210

66
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RUITBEDIENING
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
VOOR (indien aanwezig)
Op het portierpaneel aan bestuurderszij-
de zijn de bedieningsschakelaars fig. 78
gemonteerd waarmee u, als de contact-
sleutel in stand MARstaat, de zijruiten be-
dient:
A:Openen/sluiten linker zijruit
B:Openen/sluiten rechter zijruit
Druk op de schakelaar Aof Bom de ge-
wenste ruit te openen/sluiten.
Druk kort op een van de schakelaars voor
het “stapsgewijs” openen/sluiten van de
ruit; als de schakelaar langer wordt inge-
drukt, wordt de “automatisch continue”
werking ingeschakeld zowel tijdens het
openen als het sluiten. De ruit stopt in de
gewenste stand als u nogmaals op de
schakelaar Aof Bdrukt.
De ruitbediening is voorzien van een
anti-letselfunctie die een eventueel obsta-
kel kan registreren als de ruit sluit. In dat
geval onderbreekt het systeem de ruit-
beweging en wordt de ruitbeweging
onmiddellijk omgekeerd.BELANGRIJK Als de anti-letselfunctie bin-
nen 1 minuut 5 keer inschakelt, dan voert
het systeem automatisch de “recovery”
uit (zelfbescherming). Hierbij gaat de ruit
telkens een klein stukje omhoog totdat de
ruit geheel gesloten is.
Ga voor het herstellen van de juiste wer-
king van het systeem als volgt te werk:
❒open de ruiten;
of
❒draai de contactsleutel in stand STOP
en vervolgens in MAR.
Als er geen storingen zijn, dan werkt de
ruit weer normaal.BELANGRIJK Als de contactsleutel in
stand STOPstaat of is uitgenomen, dan
kunnen de ruiten nog ongeveer 2 minuten
worden bediend. Het systeem wordt ech-
ter onmiddellijk uitgeschakeld als een van
de portieren wordt geopend.
fig. 78F F0
0T
T0
00
04
44
4m
mOnzorgvuldig gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-
dens het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruiten,
hetzij direct door contact met de ruit,
hetzij door voorwerpen die door de
ruit worden meegesleept of geraakt.
ATTENTIE
Verwijder altijd de sleutel uit
het contactslot als u de auto
verlaat, om te voorkomen dat een on-
verwachtse inschakeling van de elek-
trische ruitbediening gevaar oplevert
voor de achtergebleven passagiers.
ATTENTIE
HANDMATIGE RUITBEDIENING
VOOR
Op enkele uitvoeringen moeten de zijrui-
ten voor met de hand worden bediend.
Open of sluit de ruiten met de daarvoor
bestemde slinger.
Page 68 of 210

67
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BAGAGERUIMTE
IN NOODGEVALLEN OPENEN
VAN BINNENUIT
In geval van nood kan de bagageruimte
vanuit het interieur van de auto geopend
worden; ga hiervoor als volgt te werk:
❒open de zijschuifdeur en klap de rug-
leuning van de achterbank neer, zodat
de laadruimte bereikt kan worden
(Combi-uitvoeringen);
of
❒open de zijschuifdeur
(Cargo-uitvoeringen)
❒bedien het mechanisme A-fig. 79aan
de binnenzijde van de rechter achter-
deur;
❒open de linker achterdeur door de be-
treffende handgreep te bedienen (zie de
paragraaf “Portieren” in dit hoofdstuk).
fig. 79F F0
0T
T0
00
06
60
0m
m
Bij het gebruik van de bagage-
ruimte mag het maximum
laadvermogen van de auto nooit over-
schreden worden (zie het hoofdstuk
“Technische gegevens”). Controleer
bovendien of de bagageruimte goed ge-
laden is, om te voorkomen dat een voor-
werp bij bruusk remmen naar voren
schiet en letsel veroorzaakt.
ATTENTIE
Als u in een gebied rijdt waar
brandstof moeilijk verkrijg-
baar is en u daarom reservebrandstof
in een jerrycan wilt vervoeren, dan
dient u zich aan de geldende wetge-
ving te houden. Gebruik alleen een
goedgekeurde jerrycan en bevestig de-
ze op passende wijze. Toch zal bij een
ongeval de kans op brand groter zijn.
ATTENTIE