Page 37 of 210

SCHEIDINGSWANDEN
(indien aanwezig)
CARGO-UITVOERINGEN
Vaste scheidingswand fig. 28
Deze vormt de afscheiding tussen de
passagiersruimte en de laadruimte.
Vaste scheidingswand met ruitje
fig. 29
Deze is voorzien van een ruitje in het mid-
den, waardoor u de vervoerde lading kunt
inspecteren.
Vast rooster fig. 30
Dit vormt de afscheiding tussen de pas-
sagiersruimte en de laadruimte. Dit is een
metalen rooster, waardoor u de vervoer-
de lading kunt inspecteren.
fig. 28F F0
0T
T0
01
17
79
9m
m
Deel- en draaibare scheidingswand
fig. 31
Indien lading met ongewone afmetingen
moet worden vervoerd, kan de schei-
dingswand als volgt worden geopend:
❒klap de inklapbare passagiersstoel neer (zie
de aanwijzingen op de vorige pagina’s);
❒haak vanuit de laadruimte de pen A-fig.
32aan de achterzijde van de schei-
dingswand los, en steek de pen in de zit-
ting B op de rugleuning van de neerge-
klapte stoel.
36
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 29F F0
0T
T0
01
16
67
7m
m
fig. 31F F0
0T
T0
01
19
96
6m
m
fig. 30F F0
0T
T0
00
05
59
9m
m
Page 38 of 210
37
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 33F F0
0T
T0
01
17
77
7m
m
Voer voor het terugplaatsen van de
scheidingswand de beschreven handelingen
in omgekeerde volgorde uit.BESCHERMROOSTER VOOR DE
BESTUURDER (indien aanwezig)
fig. 33
Enkele uitvoeringen hebben een vast
rooster, dat de bestuurder beschermt
tegen schuivende lading in de laadruimte,
en dat de mogelijkheid biedt de laadruimte
uit te breiden met de cabineruimte aan
passagierszijde.
fig. 32F F0
0T
T0
02
21
10
0m
m
fig. 34F F0
0T
T0
01
19
95
5m
m
COMBI-UITVOERINGEN
Vaste scheidingswand
(indien aanwezig) fig. 34
Deze bevindt zich achter de rugleuning van
de zitplaatsen achter
Page 39 of 210

38
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
HOOFDSTEUNEN
VOOR fig. 35
Deze zijn in hoogte verstelbaar en ver-
grendelen automatisch in de gewenste
stand.
❒Omhoog verplaatsen: trek de hoofd-
steun omhoog totdat hij hoorbaar ver-
grendelt.
❒Omlaag verplaatsen: druk op de knop
Aen duw de hoofdsteun omlaag.
fig. 35F F0
0T
T0
00
05
53
3m
m
Verplaats de hoofdsteunen
alleen als de auto stilstaat en
de motor is afgezet.
De hoofdsteunen moeten zo worden
ingesteld dat ze het hoofd onder-
steunen en niet de nek. Alleen in de-
ze positie bieden ze bescherming.
Voor het optimaal benutten van de
hoofdsteun, moet de rugleuning zo
zijn ingesteld dat u rechtop zit en dat
uw hoofd zich zo dicht mogelijk bij de
hoofdsteun bevindt.
ATTENTIEACHTER (indien aanwezig)
fig. 36
Om de hoofdsteunen te gebruiken, moe-
ten ze omhoog worden getrokken.
Druk om de hoofdsteunen in de zitting te
plaatsen op de knoppen Aen laat de
hoofdsteunen in de zittingen op de rug-
leuning zakken.
Uittrekken: trek de hoofdsteun volledig
omhoog (“gebruiksstand”) totdat hij hoor-
baar vergrendelt.
BELANGRIJK Als de zitplaatsen achter ge-
bruikt worden, moeten de hoofdsteunen
altijd volledig zijn uitgetrokken.
fig. 36F F0
0T
T0
00
05
54
4m
m
Page 40 of 210

39
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Verstel het stuurwiel alleen
als de auto stilstaat en de
motor is afgezet.
ATTENTIE
Het is streng verboden om
de-/montagewerkzaamhe-
den uit te voeren, waarvoor wijzigin-
gen in de stuurinrichting of de stuur-
kolom vereist zijn (bijv. bij montage
van een diefstalbeveiliging). Hierdoor
kunnen de prestaties van het systeem,
de garantie en de veiligheid in gevaar
worden gebracht en voldoet de auto
niet meer aan de typegoedkeuring.
ATTENTIE
fig. 37F F0
0T
T0
00
04
40
0m
m
STUURWIEL
Op enkele uitvoeringen kan het stuur zo-
wel in lengterichting als in hoogte worden
versteld.
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❒ontgrendel de hendel A-fig. 37door
deze naar voren te drukken (stand 1);
❒plaats het stuur in de gewenste stand;
❒vergrendel de hendel Adoor hem naar
het stuur te trekken (stand2).
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL
(indien aanwezig) fig. 38
De binnenspiegel is voorzien van een
beveiligingsmechanisme, waardoor de
spiegel bij een krachtig contact met een in-
zittende losschiet.
Met het hendeltje Akan de spiegel in twee
standen worden gezet: normale of anti-
verblindingsstand.
BUITENSPIEGELS
Spiegel handmatig inklappen
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen)
kunnen de buitenspiegels worden inge-
klapt door ze van stand A-fig. 39in stand
Bte zetten.
De spiegels zijn bol, waardoor
de afstandswaarneming iets
wordt beïnvloed.
ATTENTIE
Page 41 of 210
fig. 38F F0
0T
T0
00
02
27
7m
m
fig. 39F F0
0T
T0
00
04
42
2m
m
Als u rijdt, moeten de spie-
gels altijd in stand A-fig. 39
staan.
ATTENTIE
40
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 40F F0
0T
T0
01
19
94
4m
mfig. 41
B
C
D
F F0
0T
T0
00
04
41
1m
m
Handmatige verstelling
Van binnenuit met de hendel A-fig. 40.Elektrische verstelling
(indien aanwezig)
De elektrische verstelling van de buiten-
spiegels is alleen mogelijk als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
Ga als volgt te werk:
❒kies met de keuzeschakelaar A-fig. 41
de gewenste spiegel (rechts of links):
❒plaats de schakelaar Ain stand Ben
druk op de schakelaar voor het ver-
stellen van de linker buitenspiegel;
❒plaats de schakelaar Ain stand Den
druk op de schakelaar voor het ver-
stellen van de rechter buitenspiegel.
Plaats na het verstellen de schakelaar A
terug in de middelste vergrendelstand C.
Page 42 of 210
VERWARMING EN VENTILATIE
fig. 42F F0
0T
T0
01
14
48
8m
m
1.Vast luchtrooster boven - 2.Verstelbare luchtroosters in het midden - 3.Vaste luchtroosters aan zijkant - 4.Verstelbare lucht-
roosters aan zijkant - 5.Luchtroosters in beenruimte
41
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Page 43 of 210
42
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 44F F0
0T
T0
00
03
30
0m
mfig. 43F F0
0T
T0
00
03
31
1m
m
Om de luchtroosters Aen Cte gebrui-
ken, moet u met de betreffende schuif de
luchtroosters in de gewenste stand in-
stellen. LUCHTROOSTERS IN HET
MIDDEN EN AAN DE ZIJKANT
fig. 43-44
A- Verstelbaar luchtrooster aan de zij-
kant.
B- Vast luchtrooster voor de zijruiten.
C- Verstelbare luchtroosters in het midden.
Page 44 of 210
VERWARMING EN VENTILATIE
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 45
A: draaiknop voor regeling van de luchttem-
peratuur (menging van warme/koude
lucht)
B: schuif voor in- en uitschakelen lucht-
recirculatie
C: draaiknop voor inschakelen aanjager
D: draaiknop voor de luchtverdeling.
KLIMAATREGELING
Met de draaiknop Dkan de lucht op 5 ma-
nieren over het hele interieur worden ver-
deeld:
¶luchtstroom uit de luchtroosters in het
midden en de uitstroomopeningen aan
de zijkant;
ßvoor verwarming van de beenruimten,
waarbij de luchtstroom op het gelaat
koel blijft (“bilevel”-stand);
©voor een snellere verwarming van het
interieur;
®voor verwarming van het interieur en
ontwaseming van de voorruit;
-voor ontwaseming/ontdooiing van de
voorruit en de zijruiten voor.
fig. 45F F0
0T
T0
00
07
74
4m
m
43
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING