Page 20 of 169
Instrumentenpaneel1Snelheidsmeter
2 Toerenteller
3 Controlelampen ( 22)
4 Multifunctioneel display
( 22)
5 Controlelamp DWA (SU) en
sensor instrumentenverlich-
ting
6 Weergave selecteren
( 49)
Dagteller terugzetten
( 50)
Klok instellen ( 48)
De verlichting van het in-
strumentenpaneel is met
een automatische dag-/nachtom-
schakeling uitgerust.
218zOverzichten
Page 24 of 169
Standaard meldingenMultifunctioneel display1Klok ( 48)
2 Versnelling ( 22)
3 Koelvloeistoftemperatuur
( 22)
4 Kilometerteller ( 49)
5 Benzinevoorraad ( 22)
Controlelampen1Richtingaanwijzers links
2 Grootlicht
3 Stationair
4 Richtingaanwijzers rechtsBenzinevoorraad
De liggende balken onder
het benzinepompsymbool
geven de resterende benzine-
voorraad aan.
Na het tanken wordt nog gedu-
rende korte tijd het vorige niveau
weergegeven, voordat de weer-
gave wordt geactualiseerd.
Versnelling
De ingeschakelde versnel-
ling resp.
Nvoor neutraal
wordt weergegeven.
Als geen versnelling is in-
geschakeld, brandt boven-
dien de controlelamp voor de
neutraalstand.
Koelvloeistoftemperatuur
De dwarsbalken onder het
temperatuursymbool geven
de hoogte van de koelvloeistof-
temperatuur aan.
322zAanduidingen
Page 34 of 169

Motoroliepeil te laagSymbool oliepeil wordt
weergegeven.Check Oil
wordt weergege-
ven.
De elektronische oliepeilsensor
heeft een te laag oliepeil gecon-
stateerd.
Het juiste motoroliepeil kan al-
leen worden vastgesteld door
een controle met de oliepeilweer-
gave. Bij de volgende tankstop:
Motoroliepeil controleren
( 99)
Bij een te laag oliepeil:
Motorolie bijvullen ( 100)
Als op het display de melding
"Oliepeil controleren" verschijnt,
hoewel met de oliepeilweergave
een correct oliepeil wordt geme-
ten, is mogelijkerwijs de oliepeil-
sensor defect. Neem contact op met een spe-
cialist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Temperatuurwaarschuwing IJskristalsymbool wordt
weergegeven.
De bij de motorfiets gemeten
buitentemperatuur is lager dan
3°C: De temperatuurwaarschu-
wing sluit niet uit dat glad-
heid ook bij gemeten temperatu-
ren boven 3 °C kan voorkomen.
Bij lage buitentemperaturen altijd
bijzonder anticiperend rijden, met
name op bruggen en schaduwrij-
ke wegen.
Vooruitziend rijden.
ABS-
waarschuwingen
SU
Weergave
ABS-waarschuwingen worden
door de ABS-waarschuwings-
lamp 1weergegeven.
In enkele landen is een afwijken-
de weergave van de waarschu-
wingslamp van het ABS mogelijk.
Mogelijke landenvarianten.
332zAanduidingen
Page 49 of 169

Laden van accu via boordcon-
tactdoos mogelijk.Stuurslot vergrendelen
Als de motorfiets op de zij-
standaard staat, is het van
de ondergrond afhankelijk of het
stuur naar links of naar rechts
wordt gedraaid. Op een horizon-
tale ondergrond staat de motor-
fiets echter stabieler als het stuur
tegen de linker aanslag staat in
plaats van tegen de rechter aan-
slag.
Op een horizontale ondergrond
het stuur altijd tegen de linker aanslag draaien om het stuurslot
te vergrendelen.
Het stuur naar links of rechts
draaien.
Sleutel in stand 3draaien, hier-
bij het stuur wat bewegen.
Contact, verlichting en alle cir-
cuits uitgeschakeld.
Stuurslot vergrendeld.
De sleutel kan worden verwij-
derd.
Elektronische
wegrijbeveiliging EWSDiefstalbeveiligingDe elektronische wegrijbeveili-
ging verhoogt de beveiliging te-
gen diefstal van uw BMW motor-
fiets - zonder dat daarvoor iets
ingesteld of geactiveerd hoeft te
worden. Deze beveiliging zorgt
ervoor dat de motor alleen met
de bij de motorfiets behorende
sleutels kan worden gestart. Ook
kunt u sleutels afzonderlijk door uw BMW Motorrad dealer laten
blokkeren, bijvoorbeeld indien
u een sleutel bent kwijtgeraakt.
Met een geblokkeerde sleutel
kan de motor niet meer worden
gestart.
Elektronica in de sleutelDe elektronica in de motorfiets
wisselt via een ringantenne in het
contactslot voor elke motorfiets
individuele en continu wisselende
signalen met de elektronica in de
sleutel uit. Pas als de sleutel als
"bevoegd" is herkend, geeft de
motorelektronica het starten vrij.
Indien een reservesleutel
aan de hoofdsleutel is be-
vestigd, kan de elektronica "ge-
ïrriteerd" raken en wordt er geen
toestemming gegeven voor het
starten van de motor. Op het
multifunctioneel display wordt de
waarschuwing
EWS
weergege-
ven.
447zBediening
Page 54 of 169
gedaald, moet de hoeveelheid
brandstof na het tanken groter
zijn dan de reservehoeveelheid
om het nieuwe peil te kunnen
herkennen. Anders kunnen de
tankinhoud, noch de resteren-
de actieradius worden geactuali-
seerd.De berekende resterende
actieradius is slechts een
globale waarde. Daarom advi-
seert BMW Motorrad om niet
de aangegeven actieradius tot
op de laatste kilometer te willen
benutten.Boordcomputer
SU
Weergave selecterenContact inschakelen. Toets
1bedienen.
Met iedere toetsbediening wor-
den uitgaande van de actuele
waarde in de onderstaande volg-
orde weergegeven: Omgevingstemperatuur Gemiddelde snelheid
Gemiddeld verbruik
Actieradius
Oliepeilaanduiding
Bandenspanningswaarden (SU)
OmgevingstemperatuurAls de motorfiets stilstaat kan de
warmte van de motor de meting
van de omgevingstemperatuur
1
beïnvloeden. Als de invloed van
de warmte van de motor te groot
wordt, wordt tijdelijk
--
op het
display weergegeven.
452zBediening
Page 55 of 169
Als de omgevingstempe-
ratuur tot beneden 3 °C
daalt, verschijnt een waarschu-
wing voor mogelijke gladheid
door ijsvorming. De eerste keer
dat de temperatuur beneden de-
ze waarde daalt, wordt ongeacht
de displayinstelling automatisch
overgeschakeld op de tempera-
tuurweergave.
Gemiddelde snelheidBij de berekening van de ge-
middelde snelheid 1wordt de
verstreken tijd vanaf de laatste
"RESET" gebruikt. Niet meege-
rekend worden onderbrekingen van de rit, waarbij de motor is af-
gezet.
Gemiddelde snelheid
terugzettenContact inschakelen.
Gemiddelde snelheid selecte-
ren.
Toets
1ingedrukt houden.
Gemiddelde snelheid wordt
teruggezet.
Gemiddeld verbruikBij het berekenen van het ge-
middelde verbruik 1wordt de
verhouding bepaald tussen de
verbruikte hoeveelheid benzine
en het aantal gereden kilometers
sinds de laatste "RESET".Gemiddeld verbruik
terugzettenContact inschakelen.
Gemiddeld verbruik selecteren.
453zBediening
Page 57 of 169

OliepeilaanduidingDe oliepeilaanduiding1geeft in-
formatie over het oliepeil in de
motor. Deze kan alleen worden
opgeroepen als de motorfiets
stilstaat.
Voor de oliepeilcontrole moet aan
de volgende voorwaarden zijn
voldaan:
Motor op bedrijfstemperatuur
Motor draait minimaal 10 se-
conden stationair.
Zijstandaard ingeklapt.
Motorfiets staat verticaal. De symbolen betekenen:
OK
: Oliepeil correct.
CHECK
: Bij de volgende
tankstop het oliepeil controleren.
---
: Geen meting mogelijk (niet
aan genoemde voorwaarden vol-
daan).
Wordt andere informatie
van de boordcomputer op-
geroepen, dan blijft dit symbool
weergegeven, tot het oliepeil
weer als correct wordt herkend.
Na het opnieuw inschakelen van
het contact wordt de laatst ge-
meten toestand gedurende 5
seconden weergegeven.
Als ondanks een correct
oliepeil in het oliepeilglas,
op het display permanent de
melding "Ölstand prüfen" (oliepeil
controleren) wordt weergegeven,
is mogelijkerwijs de oliepeilsen-
sor defect. In dit geval kunt u contact opnemen met uw BMW
Motorrad dealer.
Bandenspanningscon-
trole RDC
SU
Bandenspanningen
weergevenContact inschakelen.
Toets
1zo vaak bedienen, tot
op het display de bandenspan-
ningen worden weergegeven.
455zBediening
Page 66 of 169
Demping achterwiel
instellenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Schokdemper achter instellen
door de stelschroef1met het
boordgereedschap te verdraai-
en. Voor een stuggere demping,
stelschroef in de richting van
pijl H draaien
Voor een soepelere demping,
stelschroef in de richting van
pijl S draaien.
Basisinstelling achterwiel-
demping
De stelschroef tot de aanslag
in de richting van pijl H en
vervolgens anderhalve om-
wenteling in de richting van
pijl S draaien (Sologebruik
met een persoon 85 kg)
Elektronische
demperinstelling
ESA
SU
InstellingenMet behulp van de elektronische
demperinstelling ESA kunt u uw
motorfiets op comfortabele wijze
aanpassen aan de verschillende
beladingssituaties en ondergron-
den.
De demperinstelling wordt in het
multifunctionele display in het ge-
deelte 1weergegeven, de veer-
voorspanning in het gedeelte 2.
Gedurende de weergave van de
464zBediening