Page 49 of 106

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
DAU16810
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16841
Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17091
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 6900
tpm draaien.
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 8300
tpm draaien.LET OP:
DCA10301
Na de eerste 1000 km (600 mi) moet de
motorolie worden ververst en de oliefil-
terpatroon of het oliefilterelement wor-den vervangen.1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP:
DCA10310
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
U4B1D0D0.book Page 3 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
Page 50 of 106
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU17212
Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10310
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de machinezou dan kunnen omvallen.
LET OP:
DCA10380
Parkeer nooit op een plek waar sprake is
van brandgevaar, zoals op droog gras ofnabij ander ontvlambaar materiaal.U4B1D0D0.book Page 4 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
Page 51 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-1
6
DAU17240
De eigenaar is verplicht de optimale veilig-
heid te waarborgen. Door periodiek inspec-
ties, afstellingen en smeerbeurten uit te
laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine
in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in het perio-
diek smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WORDEN
VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
WAARSCHUWING
DWA10320
Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermeeniet echt vertrouwd bent.
DAU33881
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset bevindt zich on-
der het duozadel. (Zie pagina 3-18.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.
WAARSCHUWING
DWA10350
Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat uzelf wijzigingen aanbrengt.
WAARSCHUWING
DWA12371
Raak de uitlaatdempersteunen onder de
kap niet aan voordat het uitlaatsysteemis afgekoeld.
1. Boordgereedschapsset
1. Kap uitlaatsteun
2. Uitlaatdempersteun
U4B1D0D0.book Page 1 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
Page 52 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU17705
Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km, beginnend vanaf 10000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
1*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen op scheurtjes of bescha-
digingen.√√√√ √
2*BougiesControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand afstellen.√√
Vervangen.√√
3*Ve n ti e le nControleer de klepspeling.
Afstellen.Elke 40000 km
4 LuchtfilterelementVervangen.√
5 KoppelingControleer de werking.
Afstellen.√√√√√
6*VoorremControleer de werking en het vloeistofniveau en contro-
leer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
7*AchterremControleer de werking en het vloeistofniveau en contro-
leer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
U4B1D0D0.book Page 2 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
Page 53 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
8*RemslangenControleer op scheurtjes en beschadigingen.√√√√ √
Vervangen. Elke 4 jaar
9*WielenControleer de speling en controleer op beschadigingen.√√√√
10*BandenControleer op slijtage en beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.√√√√ √
11*WiellagersControleer op speling of beschadigingen.√√√√
12*AchterbrugControleer op een correcte werking en overmatige spe-
ling.√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km
13 AandrijfkettingControleer de spanning, uitlijning en conditie van de aan-
drijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen. Elke 800 km en na elke wasbeurt of rit in de regen
14*BalhoofdlagersControleer de lagers op speling en oppervlakteruwheid.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km
15*StuurdemperControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
16*FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√ √
17 ZijstandaardControleer de werking.
Smeren.√√√√ √
18*ZijstandaardschakelaarControleer de werking.√√√√√ √
19*Vo o r v o r kControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
20*SchokdemperunitControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
U4B1D0D0.book Page 3 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
Page 54 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
21*Relaisarm achterwie-
lophanging en schar-
nierpunten
verbindingsarmControleer de werking.√√√√
22*BrandstofinjectieStel het stationair toerental en de synchronisatie af.√√√√√ √
23 MotorolieVerversen.
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.√√√√√ √
24 OliefilterpatroonVervangen.√√√
25*KoelsysteemControleer het koelvloeistofniveau en controleer de ma-
chine op vloeistoflekkage.√√√√ √
Verversen. Elke 3 jaar
26*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√ √
27Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
28*Gaskabelhuis en gas-
kabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.√√√√ √
29*LuchtinlaatsysteemControleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de
slang op beschadiging.
Vervang beschadigde onderdelen indien nodig.√√√√ √
30*Uitlaatdemper en uit-
laatpijpControleer of de schroefklem goed vastzit.√√√√√
31*EXUP-systeemControleer de werking, de vrije slag van de kabel en de
positie van de katrol.√√√ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040U4B1D0D0.book Page 4 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
Page 55 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU18680
OPMERKIN
G:
Luchtfilter
Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht, om het niet te bescha-
digen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
32*Lampen, richtingaan-
wijzers en schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
U4B1D0D0.book Page 5 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
Page 56 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU18771
Panelen verwijderen en
aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeelde
panelen worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf telkens door om een paneel te ver-
wijderen of aan te brengen.
DAU36630
Panelen A en C
Om een van de panelen te verwijderenVerwijder de schroef en de drukclip, en trek
daarna het paneel los zoals afgebeeld.Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie, en breng dan de schroef en de drukclip
aan.
1. Paneel A
2. Paneel B
1. Paneel C
2. Paneel D
1. Schroef
2. Paneel A
3. Drukclip
U4B1D0D0.book Page 6 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM