INHOUDSOPGAVE
Accu ............................................. 6-28
Zekeringen vervangen .................. 6-30
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-32
Achterlicht/remlicht unit ................ 6-34
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-35
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-35
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp ................ 6-36
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-37
Voorwiel ........................................ 6-37
Achterwiel ..................................... 6-39
Problemen oplossen ..................... 6-40
Storingzoekschema’s ................... 6-41
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS.............................. 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U4B1D0D0.book Page 2 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
8. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
snelsluitschroeven aan.OPMERKING:Zorg dat de uitsteeksels in de uitsparingenvallen.
9. Breng de drukclips aan.OPMERKING:Om een drukclip te bevestigen wordt de pen
teruggedrukt zodat deze uitsteekt uit de kop
van de drukclip; daarna wordt de drukclip in-
gebracht en de uitstekende pen ingedrukttot deze gelijk ligt met de kop van de clip.
DAU33900
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.
Koplampgloeilamp voor grootlicht ver-
vangen
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1. Gloeilamp voor grootlicht
2. Gloeilamp voor dimlicht
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
U4B1D0D0.book Page 32 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.LET OP:
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
Koplampgloeilamp voor dimlicht ver-
vangen
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.2. Maak de koplampstekker los.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1. Koplampstekker
U4B1D0D0.book Page 33 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.LET OP:
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.
5. Sluit de koplampstekker aan.
6. Monteer de gloeilampkap door deze
rechtsom te draaien.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24180
Achterlicht/remlicht unit Dit model is uitgerust met een LED type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
1. Gloeilamphouder
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
U4B1D0D0.book Page 34 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
SPECIFICATIES
8-3
8
Accu:Model:
YTZ10S
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.6 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 55.0 W × 4
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Controlelampje brandstofniveau:
LEDWaarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Controlelampje schakelmoment:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A × 2
Zekering richtingaanwijzers:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U4B1D0D0.book Page 3 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM
INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-24
Accu ...................................................... 6-28
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-27
Achterlicht/remlicht unit ......................... 6-34
Afstelling remlichtschakelaar ................ 6-21
Antidiefstal-alarmsysteem (optie).......... 3-13BBagageriembevestiging ........................ 3-26
Banden.................................................. 6-17
Bougies, controleren ............................... 6-7
Brandstof............................................... 3-17
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-14
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje schakelmoment.............. 3-7
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkering ............... 3-7
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar ................................ 3-14EEXUP-systeem...................................... 3-26GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-25
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-35
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-35
HHelmbevestiging ................................... 3-19IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-25
Klepspeling ........................................... 6-17
Koelvloeistof ......................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-32
Koppelingshendel ................................. 3-15
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen .............................................. 6-20LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-14
Locaties van onderdelen ........................ 2-1
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-14MModelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon .................. 6-8
Multifunctioneel display .......................... 3-8NNoodstopschakelaar ............................. 3-14OOndersteunen van de motorfiets .......... 6-37PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-6
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-36
Parkeren ................................................. 5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema.............................. 6-2
Problemen oplossen ............................. 6-40
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ........................ 6-26
Remhendel ............................................ 3-15
Rempedaal ............................................ 3-16
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-22
Remvloeistof, verversen........................ 6-23
Richtingaanwijzerschakelaar................. 3-14SSchakelaar alarmverlichting .................. 3-14
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-15
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-22
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Spanning aandrijfketting........................ 6-23
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ............................................... 3-14
Startspersysteem .................................. 3-27
Stationair toerental ................................ 6-16
Storingzoekschema’s ............................ 6-41
Stuurschakelaars .................................. 3-14
Stuursysteem, controleren .................... 6-28TTankbeluchtingsslang/overloopslang .... 3-18
Tankdop ................................................ 3-16UUitlaatkatalysator................................... 3-18VVeiligheidsinformatie ............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer.................... 9-1
U4B1D0D0.book Page 1 Thursday, October 13, 2005 9:14 AM