Page 41 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
2
3
4
5
67
8
9
OPMERKING:
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
WAARSCHUWING
DWA10350
Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
zelf wijzigingen aanbrengt.
Page 42 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU17705
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, beh\
alve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km, beginnend vanaf 10000 k\
m.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd doo\
r een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-
schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND (
×
1000 km)
JAARLIJKSE CONTROLE
1 10203040
1*
Brandsto fleiding
Controleer de brandstofslangen op scheurtjes of
beschadigingen.
√√√√ √
2
Bougie
Controleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand afstellen.
√√
Vervangen.
√√
3*
Ventielen
Controleer de klepspeling.
Afstellen. Elke 40000 km
4
Lucht filterelementen
Vervangen.
√√
5
Lucht filterelement in
v-snaarbehuizing
Reinigen.
√√√√
6*
Voorrem
Controleer de werking en het vloeistofniveau en con-
troleer de machine op vloeistoflekkage.
√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
7*
Achterrem
Controleer de werking en het vloeistofniveau en con-
troleer de machine op vloeistoflekkage.
√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
8
Achterremblokkering
Controleer de werking.
Afstellen.
√√√√√ √
9*
Remslangen
Controleer op scheurtjes en beschadigingen.
√√√√ √
Vervangen. Elke 4 jaar
Page 43 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
2
3
4
5
67
8
9
10
*
Wielen
Controleer de speling en controleer op beschadigin-
gen.
√√√√
11
*
Banden
Controleer op slijtage en beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
√√√√ √
12
*
Wiellagers
Controleer op speling of beschadigingen.
√√√√
13
*
Balhoofdlagers
Controleer de lagers op speling en oppervlakteruw-
heid.
√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km
14
*
Framebevestigingen
Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
√√√√ √
15
Zijstandaard, midden-
bok
Controleer de werking.
Smeren.
√√√√ √
16
*
Zijstandaardschakelaar
Controleer de werking.
√√√√√ √
17
*
Voorvork
Controleer op een correcte werking en olielekkage.
√√√√
18
*
Schokdemperunits
Controleer op een correcte werking en olielekkage.
√√√√
19
*
Brandstofinjectiesys-
teem
Controleer het stationair toerental.
√√√√√ √
20
Motorolie
Verversen. (Zie pagina’s 3-4 en 6-12.)
√
Wanneer de indicator olieverversing knippert
(elke 5000 km)
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.Elke 5000 km
√
21
Oliefilterelement
Vervangen.
√√√
22
*
Koelsysteem
Controleer het koelvloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
√√√√ √
Verversen. Elke 3 jaar
23
Versnellingsbakolie
Controleer de machine op olielekkage.
√√ √
Verversen.
√√√√√ √
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (
×
1000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
Page 44 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU34490
OPMERKING:
De luchtfilters dienen vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een ex\
treem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders e\
n de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze\
zijn gescheurd of beschadigd.
24
*
V-snaar
Vervangen. Wanneer de indicator V-snaarvervanging knippert
(elke 20000 km)
25
*
Voor- en achterremscha-
kelaar
Controleer de werking.
√√√√√ √
26
Bewegende delen en
kabels
Smeren.
√√√√ √
27
*
Gaskabelhuis en gaska-
bel
Controleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.
√√√√ √
28
*
Lampen, richtingaanwij-
zers en schakelaars
Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√ √
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND (
×
1000 km)
JAARLIJKSE CONTROLE
1 10203040
Page 45 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
2
3
4
5
67
8
9
DAU18712
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU34281
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Open het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-13.)
2. Verwijder de drukclips in het achterste
opbergcompartiment en trek dan het
stroomlijnpaneel los zoals getoond.OPMERKING:
De drukclip wordt losgehaald door met een
schroevendraaier de pen op het midden in
te drukken en dan de drukclip los te trekken.Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
drukclips aan.OPMERKING:
Om de drukclip te bevestigen wordt de pen
teruggedrukt zodat deze uitsteekt uit de kop
van de drukclip; steek dan de drukclip in het
stroomlijnpaneel en druk de uitstekende
pen naar binnen tot deze gelijk ligt met de
kop van de clip.
2. Sluit het bestuurderszadel.
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder de schroeven.
1. Paneel A
2. Stroomlijnpaneel C
3. Stroomlijnpaneel A
4. Stroomlijnpaneel B
5. Paneel B
6. Stroomlijnpaneel E
2
3
4
5
6 1
1. Stroomlijnpaneel D
1
1. Drukclip
2. Stroomlijnpaneel A
1
2
Page 46 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2. Verwijder het stroomlijnpaneel zoals
getoond.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroevenaan.
Stroomlijnpanelen C en D
Verwijderen van een stroomlijnpaneel
1. Verwijder de stroomlijnpanelen A en
B.
2. Verwijder het duozadel. (Zie
pagina 3-13.)
3. Verwijder de handgreep door de bou-
ten van de handgreep en de flensbus-
sen te verwijderen.
4. Verwijder het afdekplaatje van de
schroeven door dit los te trekken.5. Verwijder de schroeven en neem dan
het stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Schroef
1. Stroomlijnpaneel B
1
2
1
1. Bout van handgreep
2. Flensbus
3. Handgreep
1
3
12
2
1. Afdekplaatje schroeven
1. Schroef
1
1
1
Page 47 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
2
3
4
5
67
8
9
2. Monteer het afdekplaatje van de
schroeven door dit in de oorspronkelij-
ke positie te plaatsen.
3. Bevestig de handgreep door de flens-
bussen en bouten van de handgreep
aan te brengen.
4. Installeer het duozadel.
5. Bevestig de stroomlijnpanelen A en B.
Stroomlijnpaneel E
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Trek de voetplaatmatten aan linkerzij-
de omhoog zoals getoond.2. Verwijder de schroeven in het stroom-
lijnpaneel.
3. Trek het stroomlijnpaneel iets omlaag
en vervolgens naar buiten, zoals ge-
toond in de afbeelding.Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Steek de lippen aan het stroomlijnpa-
neel in de sleuven zoals getoond in de
afbeelding en breng dan de schroeven
aan.
2. Plaats de voetplaatmatten aan de lin-
Aanhaalmoment:
Bout van handgreep:
23 Nm (2.3 m·kgf, 16.6 ft·lbf)
1. Voerplaatmat linkerzijde
1. Schroef
1
1
1. Stroomlijnpaneel E
1. Lipje
1
1
1
Page 48 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
kerzijde weer in de oorspronkelijke po-
sitie.
DAU34290
Paneel A
Verwijderen van het paneel
1. Verwijder de bouten.
2. Trek het paneel los zoals getoond.Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bouten aan.
Paneel B
Verwijderen van het paneelVerwijder de schroeven en trek dan het pa-
neel naar buiten.Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
1. Bout
2. Paneel A
2
1
1. Paneel B
2. Schroef
1. Schroef
2. Paneel B
21
12