Page 249 of 338

248
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
CDE
A
L0D0168m
L0D0170m
FIX&GO (SNELLE BANDENREPARATIESET)
(indien aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met de snelle bandenreparatieset Fix&Go.
De reparatieset is in een daarvoor bestemde houder A in de
bagageruimte geplaatst en bevat:
❒een compressor C met manometer, verbindingsstukken en
gereedschap voor het verwijderen van het ventiel;
❒een spuitbus D met afdichtvloeistof, een vulbuis en een sticker met
het opschrift “MAX 80 km/h”, die na het repareren van het wiel
op een voor de bestuurder goed zichtbare plaats moet worden
aangebracht (op het dashboard);
❒een “tuitje” E waaraan de vulbuis kan worden bevestigd.
BELANGRIJK Als u een lekke band krijgt, kan de band gerepareerd
worden als de diameter van het lek niet groter is dan 4 mm.
In de afbeelding wordt weergegeven:
A: gebied van de band dat gerepareerd kan worden
(gaten of beschadigingen met een diameter van max. 4 mm);
B: gebied dat NIET gerepareerd kan worden.
BELANGRIJK Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van de
band te repareren. Bovendien is het permanent afdichten van lekken
op het loopvlak op minder dan 25 mm van de zijkant van de band
niet gegarandeerd. Daarom moeten vooral de zijkanten van de
banden goed gecontroleerd worden.
Page 250 of 338

249
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
BELANGRIJK Gebruik Fix&Go niet als de band
beschadigd is geraakt door het rijden met lege
banden.Het is noodzakelijk te weten dat:
De afdichtvloeistof Fix&Go bij temperaturen tussen
–30°C en +80°C werkt en niet geschikt is voor een
permanente reparatie.
De vloeistof in de band makkelijk met water kan
worden verwijderd.
De afdichtvloeistof geen houdbaarheidsdatum heeft.
ATTENTIE
ATTENTIEBij schade aan de velg (zodanige vervorming van het kanaal dat er lucht
wegloopt) of aan de band, buiten de gebieden die hiervoor zijn aangegeven, kan de
band niet gerepareerd worden. Verwijder de eventueel in de band binnengedrongen
voorwerpen (schroeven of spijkers) niet.
Schakel de compressor niet langer dan 20 minuten in. Gevaar voor oververhitting!
ATTENTIELet op! De spuitbus bevat propyleenglycol; deze substantie kan schadelijk zijn en
een prikkelend/brandend gevoel geven. Vermijd inslikken en contact met huid,
ogen en kleding; spoel bij contact onmiddellijk overvloedig met water. Raadpleeg
een arts bij allergische reacties. Bewaar de spuitbus in de daarvoor bestemde
ruimte, ver verwijderd van warmtebronnen en buiten het bereik van kinderen.
Page 251 of 338
250
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
OPPOMPEN VAN DE BAND
Ga als volgt te werk:
❒plaats het te repareren wiel met het ventiel A in de aangegeven
stand; trek vervolgens de handrem aan;
❒draai de vulbuis B op de spuitbus C;
❒draai de ventieldop van de band los en verwijder het interne
onderdeel van het ventiel met behulp van het gereedschap D;
plaats het niet op zand of een vuile ondergrond;
L0D0171m
L0D0172m
L0D0222m
Page 252 of 338

251
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
L0D0174m
L0D0175m
L0D0176m
❒steek de vulbuis E op het ventiel van de band, houd de spuitbus F
met de vulbuis naar beneden gekeerd en druk vervolgens op de
spuitbus zodat de afdichtvloeistof in de band komt;
❒draai het interne onderdeel van het ventiel weer vast met behulp
van het gereedschap G;
❒sluit vervolgens met het hendeltje H de slang van de compressor L
op het ventiel van de band aan;
❒start de motor, sluit de stekker N aan op de aansteker
(of 12V-stekkerdoos) en pomp de band op tot de juiste
bandenspanning is bereikt. Controleer de bandenspanning op de
manometer M. Voor een nauwkeurige aflezing moet de compressor
worden uitgeschakeld;
❒als u er niet in slaagt de voorgeschreven bandenspanning te
bereiken, verplaats dan de auto ongeveer 10 meter naar voren of
naar achteren, zodat de afdichtvloeistof in de band verdeeld
wordt; pomp de band vervolgens weer op;
❒als het na deze laatste handeling nog niet lukt de band op de
voorgeschreven spanning te krijgen, rijd dan niet verder maar
wendt u tot de Lancia-dealer;
Page 253 of 338

252
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
L0D0177m
Als u tijdens het herstellen van de bandenspanning er niet in slaagt de spanning
op ten minste 1,8 bar te brengen, mag niet verder worden gereden: wendt u tot de
Lancia-dealer.ATTENTIE
ATTENTIEPlaats de sticker op een voor de bestuurder goed zichtbare plek om aan te geven
dat de band behandeld is met Fix&Go. Rijd voorzichtig vooral in bochten. Rijd
niet sneller dan 80 km/h. Vermijd accelereren en bruusk remmen.
ATTENTIEAls de bandenspanning tot onder 1,3 bar is gedaald, mag niet verder worden
gereden; wendt u tot de Lancia-dealer. Als de bandenspanning ten minste 1,3 bar
bedraagt, moet de juiste bandenspanning worden hersteld (bij draaiende motor en
aangetrokken handrem). Rijd vervolgens zeer voorzichtig verder.❒als de band op de juiste spanning is gebracht, vertrek dan
onmiddellijk zodat de afdichtvloeistof gelijkmatig in de band
verdeeld wordt: stop na ongeveer 10 minuten, trek de handrem
aan en controleer opnieuw de bandenspanning;
❒rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Lancia-dealer om de
band te laten controleren en te repareren of om de band te laten
vervangen; u moet dan absoluut aangeven dat de band is
gerepareerd met Fix&Go.
BELANGRIJK Banden die met Fix&Go behandeld zijn, kunnen
slechts tijdelijk worden gebruikt.
Page 254 of 338

253
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Voor het verwisselen van het wiel en voor het juiste
gebruik van de krik en het reservewiel moeten de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met “Fix&Go
(snelle bandenreparatieset)”, zie dan de betreffende
instructies in het vorige hoofdstuk.
ATTENTIEHet bijgeleverde noodreservewiel behoort bij de auto waarbij het geleverd is;
gebruik het reservewiel niet bij andere auto’s en monteer geen reservewielen van
andere auto’s. Het noodreservewiel mag alleen in noodgevallen worden gebruikt.
Het noodreservewiel moet zo kort mogelijk gebruikt worden en er mag niet sneller
dan 80 km/h mee worden gereden. Op het noodreservewiel is een oranje sticker
aangebracht waarop de belangrijkste aanwijzingen en de beperkingen staan
vermeld met betrekking tot het gebruik van het reservewiel. Deze sticker mag
absoluut niet worden verwijderd of afgedekt. Op het noodreservewiel mag nooit
een wieldeksel worden gemonteerd. Op de sticker staan de volgende aanwijzingen
in vier talen vermeld:
ATTENTIE! ALLEEN VOOR TIJDELIJK GEBRUIK! MAX. 80 KM/H!
VERVANG ZO SNEL MOGELIJK DOOR NORMALE BAND. BEDEK DEZE AANWIJZINGEN NIET. BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met het
TPMS moeten bij het monteren/demonteren van de
banden en/of velgen speciale voorzorgsmaatregelen
in acht worden genomen. Om te voorkomen dat de
sensoren beschadigen of verkeerd gemonteerd
worden, mogen de banden en/of de velgen
uitsluitend door gespecialiseerd personeel vervangen
worden. Wendt u tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met het
TPMS moet bij het demonteren van een band, ook
het rubber van het ventiel vervangen worden.
Wendt u tot de Lancia-dealer.
Page 255 of 338

254
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ATTENTIEDe krik dient uitsluitend voor het verwisselen van een wiel van de auto waarbij
de krik geleverd is of voor auto’s van hetzelfde model. Gebruik de krik niet voor
het opkrikken van andere auto’s. En beslist nooit voor het uitvoeren van
werkzaamheden onder de auto. Als de krik niet juist geplaatst wordt, kan de
opgekrikte auto van de krik vallen. Op een sticker op de krik is het maximum
hefvermogen aangegeven; de krik mag nooit voor een zwaardere last worden
gebruikt. Het noodreservewiel is niet geschikt voor de montage van
sneeuwkettingen. Als u een lekke voorband (aangedreven wiel) hebt en er moet
met sneeuwkettingen worden gereden, dan moet u een wiel van de achteras
afhalen en daarvoor in de plaats het noodreservewiel monteren. Zo hebt u op de
vooras twee normale wielen waarop uw sneeuwkettingen kunt monteren.
ATTENTIEBij een gemonteerd noodreservewiel veranderen de rij-eigenschappen van de
auto. Vermijd met vol gas optrekken, bruusk remmen en hoge snelheden in de
bochten. Het noodreservewiel heeft een levensduur van ongeveer 3000 km. Na
deze afstand moet de band van het noodreservewiel vervangen worden door een
nieuwe band van hetzelfde type. Monteer nooit een normale band op de velg van
het noodreservewiel. Laat het verwisselde wiel zo snel mogelijk repareren en
monteren. Gebruik nooit twee of meer noodreservewielen. Smeer de schroefdraad
van de wielbouten niet met vet in, voordat u ze monteert: de bouten kunnen
loslopen.
ATTENTIEDoor een verkeerde montage kan het wieldeksel tijdens het rijden loslaten. Maak
het ventiel absoluut niet open. Plaats geen enkel stuk gereedschap tussen velg en
band. Controleer regelmatig de spanning van de banden en van het
noodreservewiel en houdt u daarbij aan de waarden die beschreven staan in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
Page 256 of 338
255
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Het is nodig te weten dat:
❒de krik niet kan worden gerepareerd: bij een defect de krik door
een krik van hetzelfde type moet worden vervangen;
❒buiten de slinger geen enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd mag worden.
Ga voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk:
❒zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in gevaar wordt
gebracht en in alle veiligheid het wiel kan worden verwisseld. Zet
de auto zo mogelijk op een vlakke en stevige ondergrond;
❒zet de motor uit en trek de handrem aan;
❒schakel de eerste versnelling of de achteruit in;
❒til de bekleding op de vloer van de bagageruimte op;
❒draai de blokkeerschroef A los;
❒neem de gereedschaphouder B uit en zet de houder dicht bij het te
verwisselen wiel;
❒neem het noodreservewiel C uit;
L0D0161m