2005 YAMAHA WHY 50 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 78

YAMAHA WHY 50 2005  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
DAU03541*
OPMERKING:_
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.

Hydraulisch

Page 42 of 78

YAMAHA WHY 50 2005  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU01777
Het panneel verwijderen en 
aanbrengen Het hierboven afgebeelde paneel moet
worden verwijderd om sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven

Page 43 of 78

YAMAHA WHY 50 2005  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
Vervang de bougie als de elektroden blijken
te zijn afgesleten en als overmatige kool-
aanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wo

Page 44 of 78

YAMAHA WHY 50 2005  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
4. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het cardanhuis af te
tappen.
5. Breng de olieaftapplug voor het car-
danhuis aan en zet hem

Page 45 of 78

YAMAHA WHY 50 2005  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
2. Trek het luchtfilterelement naar buiten,
reinig het in oplosmiddel en wring dan
het achtergebleven oplosmiddel uit.
DW000075
WAARSCHUWING
_ Gebruik

Page 46 of 78

YAMAHA WHY 50 2005  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
6
DAU00631
Afstellen van de carburateur De carburateur vormt een belangrijk onder-
deel van de motor en moet zeer precies
worden afgesteld. Laat daarom a

Page 47 of 78

YAMAHA WHY 50 2005  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
6
DAU04551
Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw scooter

Page 48 of 78

YAMAHA WHY 50 2005  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
Inspectie van banden
Voor elk rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de vermelde limiet
heeft