Page 33 of 102
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
DW000046
WAARSCHUWING
_
Bij deze inspectie moet de machine
op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
_
U5DMD0.book Page 18 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM
Page 34 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
CD-01D
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de
vrijstandschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
Terwijl de motor nog draait:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
12. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de zijstandaard-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.Er is mogelijk iets mis met de koppelings-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
NEE
OPMERKING:Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JAJA NEE
Alles in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEE
U5DMD0.book Page 19 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM
Page 35 of 102
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Controlelijst voor gebruik ................................................................... 4-1
U5DMD0.book Page 1 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM
Page 36 of 102

4-1
4
DAU01114
4-CONTROLES VOOR HET STARTENDe eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind
vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van
de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren
en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
CO-01D
ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul zo nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-9
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-7–6-8
VoorremControleer de werking.
Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydrau-
lisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-19–6-21
AchterremControleer de werking.
Als de achterrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydrau-
lisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-18–6-21
KoppelingControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydrau-
lisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul zo nodig het aanbevolen type vloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-17, 6-20–6-21
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag zo nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en de ka-
bel en het kabelhuis te smeren.6-13
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer als dat nodig is.6-24
U5DMD0.book Page 1 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM
Page 37 of 102

CONTROLES VOOR HET STARTEN4-2
4
OPMERKING:_ Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijd
in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard. _
DWA00033
WAARSCHUWING
_ Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en even-
tueel repareren voordat u de machine gebruikt. _AandrijfkettingControleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel zo nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer als dat nodig is.6-22–6-24
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer als dat nodig is.6-14–6-17
Rem- en schakelpedalenControleer of de werking soepel is.
Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-25
Rem- en koppelingshendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-25
Middenbok, zijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer zo nodig de scharnierpunten.6-25
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet zo nodig vast.—
Instrumenten, verlichting, sig-
naleringssysteem en schake-
laarsControleer de werking.
Corrigeer als dat nodig is.—
ZijstandaardschakelaarControleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-17 ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
U5DMD0.book Page 2 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM
Page 38 of 102
U5DMD0.book Page 3 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM
Page 39 of 102
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
Starten van een koude motor ............................................................ 5-1
Starten van een warme motor ........................................................... 5-2
Schakelen van versnellingen ............................................................. 5-3
Aanbevolen schakelpunten (alleen voor Zwitserland) ....................... 5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ............................................. 5-4
Inrijperiode ........................................................................................ 5-4
Parkeren ............................................................................................ 5-5
U5DMD0.book Page 1 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM
Page 40 of 102

5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
_
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
_
DAU04685
Starten van een koude motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
_
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-19.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
_1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
OPMERKING:_ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. _4. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie
pagina 3-11 voor de bediening van de
choke.)
5. Start de motor door de startknop in te
drukken.OPMERKING:_ Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit
langer dan 10 seconden aaaneen draaien. _
U5DMD0.book Page 1 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM