ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN 5-3
YF040C5-HX V : Vervangen C : Controleren en reinigen, afstellen, repareren of zonodig vervangen
60 48
C C C C C
C C C C C C C C 7560
C C C C C C C C C C 105
84
CC C C C C C C C C
90 72
C CV
C CC C C C C C C C 120
96
C C C C CCC C C C C C C
15 12
C C C C C C C C C C
NR
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1011 12 13 14 15 3024
C C C C CCC C C C C C C 45 36
C C C C C C C C C C
Kilometers x 1000 MaandenBeschrijving
ALGEMEEN ONDERHOUD KOELSYSTEEM KOELVLOEISTOF * OLIE VERSNELLINGSBAK VLOEISTOF AUTOMATISCHE TRANSMISSIE EN FILTER REMSLANGEN EN REMLEIDINGEN REMVLOEISTOF REMTROMMELS, ACHTER/REMVOERINGEN/HANDREM REMBLOKKEN, REMKLAUWEN EN REMSCHIJVEN UITLAATPIJP EN UITLAATDEMPER BEVESTIGINGSBOUTEN WIELOPHANGING STUURHUIS, VERBINDINGEN EN MANCHETTEN/ONDERSTE FUSEEKOGELS STUURBEKRACHTIGINGSPOMP, AANDRIJFRIEM EN SLANGEN AANDRIJFASSEN EN HOEZEN KOELMIDDEL AIRCONDITIONING LUCHTFILTER (VOOR VERDAMPER-/AANJAGEREENHEID)
*1 : Elke 24 maanden of 45,000 km., naar gelang het eerst bereikt wordt: "V" *2 : Elke 12 maanden of 20,000 km., naar gelang het eerst bereikt wordt: "V"
*1 *2
efholl-5.p65 6/20/2008, 10:43 AM
3
ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
5-4 ZF050A5-HX
ONDERHOUD ONDER ZWARE BEDRIJFSOMSTANDIGHEDEN
Onderstaande componenten moeten met kortere tussenpozen worden onderhouden als de wagen onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt.
Raadpleeg de tabel hieronder voor de desbetreffende onderhoudsintervallen.
C : Controleren, corrigeren of zonodig vervangen V : Vervangen
Motorolieflter Luchtfilterelement Bougies Distributieriem Remblokken, remklauwen en remschijven Remtrommels en remvoeringen, achter Stuurstangen en stofkappen Aandrijfassen en manchetten Olie versnellingsbak Automatische versnellingsbak olie en filter Luchtfilter (Voor verdamper-/aanjagereenheid) V V V V
CC C C VV V Elke 7,500 km of 6 maanden Met kortere tussenpozen Met kortere tussenpozen Elke 60,000 km of 48 maanden Met kortere tussenpozen Met kortere tussenpozen Met kortere tussenpozen Elke 15,000 km of 12 maanden Elke 100,000 km Elke 45,000 km Met kortere tussenpozen A, B, C, F, H C, E B, H D, E, F, G C, D, G, H C, D, G, H C, D, E, F C, D, E, F A, C, D, E, F, G, H, I, J A, C, E, F, G, H, I C, E
Bedrijfsomstandigheden
Onderhoudsinterval
Onderhoud
Beschrijving
F - Meer dan 50% druk stadsverkeer bij temperaturen boven 32°C
G - Rijden in gebieden waar veel strooizout of ander corrosief materiaal wordt gebruikt of bij zeer lage temperaturen
H - Het rijden met een aanhanger
I - Gebruik als politie-auto, taxi, voor besteldiensten of voor het slepen van auto's
J - Rijden met snelheden boven 170 km/h
Zware bedrijfsomstandigheden
A - Herhaaldelijk korte afstanden
B - Langdurig stationair draaien
C - Stoffige omstandigheden
D - Rijden in bergachtig terrein
E - Rijden in zandgebieden
efholl-5.p65
6/20/2008, 10:43 AM
4
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-61
ZB450D1-AX Tips voor het gebruik
o Als het interieur van de wagen is verwarmd, zet dan enkele minuten de ruiten open zodat de warme lucht naar buiten wordt afgevoerd.
o Indien de air-conditioning is ingeschakeld; houd alle ruiten gesloten zodat geen warmelucht kan binnendringen.
o Bij lage snelheden, bijvoorbeeld in druk verkeer, een lagere versnelling inschakelen.Hierdoor neemt het motortoerental toewaardoor ook het toerental van de compres-sor van de airconditioning stijgt.
o Wanneer u lange tijd bergopwaarts rijdt schakel dan de airconditioning uit om tevoorkomen dat de motor oververhit raakt.
o In de periode dat de airconditioning weinig wordt gebruikt (winterseizoen) is het aan tebevelen de airconditioning van tijd tot tijdenkele minuten in werking te stellen.
Hierdoor wordt het systeem gesmeerd en blijft
het in een goede conditie. LET OP:
o Vervang het filter elke 20.000 km of eenmaal per jaar. Als de auto onder zwareomstandigheden, zoals stoffige of slechtewegen, wordt gebruikt, moet hetluchtfilter vaker worden gecontroleerden vervangen.
o Als de luchtstroom plotseling sterk afneemt, moet het door een Hyundaydealer worden gecontroleerd.
B980G01Y-GXT Automatische ontvochtigingsregeling
(indien gemonteerd) Er bevindt zich een vochtigheidssensor op het
bagagepaneel. Wanneer de vochtigheidsgraad in het interieur te hoog is, wordt de aircoautomatisch ingeschakeld en daardoor devochtigheidsgraad gecorrigeerd.
B760A04Y-GXT LUCHTFILTER (VOOR VERDAMPER-/
AANJAGEREENHEID) (Indien aanwezig)
B760A01Y
Het luchtfilter bevindt zich tussen de aanjager
en de verdamper.
Het voorkomt dat pollen en shcadelijke stoffen
de auto binnenkomen en reinigt de lucht.
INTERIEUR
AANJAGER
INTERIEURLUCHT
BUITENLUCHT
VERDAMPERBLOKLUCHTFILTER
HEF-035
Vloer voorruit ontwaseming knop
De luchtstroom wordt verdeelt over de ruit ontwasemings roosters en de vloer roosters.Het indicatie lampje zal branden. B980F01E-AXT Voorruit ontwaseming niveau Lucht wordt geblazen via de voorruit
ontwasemings roosters. Het indicatie lampje zal branden. Als de knop niet is ingedrukt en deluchtstroom temperatuur lager is dan 3.5°C.wordt de ventilatie geactiveerd.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
61
EENVOUDIG ONDERHOUD 6-3
ZG020B1-HX DAGELIJKSE CONTROLES Motorruimte Onderstaande punten moeten regelmatig
worden gecontroleerd:
o Motoroliepeil en conditie
o Versnellingsbakoliepeil en conditie
o Peil in remvloeistofreservoir
o Peil in koppelingvloeistofreservoir (alleen inspuitmotor)
o Koelvloeistofpeil
o Peil in sproeierreservoir
o Conditie van V-riem
o Conditie van koelvloeistofslangen
o Conditie luchtfilterelement
o Conditie van uitlaatsysteem
o Vloeistoflekkage (bij of onder componenten)
o Peil voor stuurbekrachtiging
o Bandenspanning en conditie (incl. reservewiel) o Conditie van de voorruit
o Conditie van de ruitewissers
o Conditie van lak en eventuele corrosie
o Vloeistoflekkage
o Conditie van portier-en motorkapsloten
ZG020C1-AX BuitenzijdeOnderstaande punten moeten maandelijks
worden gecontroleerd:
o Uiterlijk
o Toestand van de velgen en de bevestiging van de wielmoeren
o Toestand van de uitlaat
o Werking van de verlichting ZG020D1-AX InterieurVolgende punten moeten telkens worden gecontroleerd voordat met de wagen wordtgereden:
o Verlichting
o Ruitewissers
o Claxon
o Werking van de aanjager
(en airconditioning, indien gemonteerd)
o Werking van de stuurinrichting
o Weking van de spiegels
o Werking van de richtingaanwijzers
o Werking van het gaspedaal
o Werking van remmen, incl. de handrem
o Werking van de versnellingsbak, incl. koppeling.
o Werking van de automatische transmissie, incl. het parkeermechanisme
o Bediening van de stoelen en werking
o Bediening van de veiligheidsgordels en werking
o Bediening van de zonnekleppen Als bij deze controles onregelmatigheden/ onjuistheden worden aangetroffen, moet de hulpvan een Hyundai dealer worden ingeroepen. SG030A1-FX OLIEPEIL CONTROLERENDe motorolie is van essentieel belang voor de
prestaties en de levensduur van de motor. Het is raadzaam het oliepeil bij normalebedrijfsomstandigheden tenminste één maal perweek en bij zware bedrijfsomstandigheden ofeen lange reis vaker te controleren.
G030B01S-GXT Aanbevolen olie (Benzinemotor)
SSA6030B°C °F -25-13 20W-40 20W-50
15W-40 15W-50
10W-30
10W-40 10W-50
5W-40
5W-30
5W-20
40104
2068
1050
032
-15 5 -10-14
Overeenkomstig de specificatie SH, SG of
hoger.
N.B.: Voor langdurig rijden met hoge snelheden
wordt SAE 5W-20 olie niet aanbevolen.
efholl-6.p65 6/20/2008, 10:44 AM
3
EMISSIE REGELSYSTEEM 7-1
ZH010D1-HX
3. REGELING VAN DE UITLAAT-
GASEMISSIE
Dit systeem beperkt de uitstoot van schadelijke
bestanddelen in de uitlaatgassen terwijl goede motorprestaties worden gehandhaafd.
DH030A2-AX EGR systeemHet uitlaatgasrecirculatiesysteem zorgt voor een
vermindering van de uitstoot stikstofoxyde doordat een gedeelte van het uitlaatgas in hetinlaatspruitstuk wordt teruggevoerd. Hierdoorworden de verbrandingstemperaturen in demotor verlaagd.
ZH010A1-FX UITSTOOT BEHEERSSYSTEEMUw Hyundai is uitgerust met een uitstoot
beheerssysteem om te voorzien in alle eisen van de voor uw land van toepassing zijndeoverheidseisen. Er zijn drie uitstootbeheerssystemen, ni.:
1. Carterdamp beheerssysteem
2. Brandstofdamp beheerssysteem
3. Uitlaatgas beheerssysteem Om er zeker van te zijn dat dit regelsysteem
optimaal blijft functioneren moet uw wagen overeenkomstig het onderhoudsschema in dezehandleiding door een Hyundai dealer wordenonderhouden.
ZH010B1-AX
1. CARTERVENTILATIESYSTEEMHet gesloten carterventilatiesysteem is
ontworpen teneinde te voorkomen dat doorblaasgassen in de atmosfeer terecht komen.
Dit systeem zorgt er voor dat het carter via het
luchtfilter wordt geventileerd. Deze verse luchtvermengt zich met de doorblaasgassen waarnadeze lucht via de positieve carterventilatieklep ZH000A1-AX
7. EMISSIE
REGELSYSTEEM ZH010C2-AX
2. BEHEERSINGSSYSTEEM DAMP-
UITSTOOT
Het beheersingssysteem van de dampuitstoot
is ontworpen om te voorkomen datbrandstofdampen ontsnappen naar debuitenlucht.
Benzinedampreservoir Benzinedampen die in de tank ontstaan worden
opgenomen en opgeslagen in het benzinedampreservoir in de auto. Bij draaiendemotor worden de in het reservoir opgeslagenbenzinedampen via de benzinedampafzuig-solenoïde afgevoerd.
Electrisch bediende klep De electrisch bediende klep wordt "Gestuurd"
door de Electronische Bedieningseenheid; als de motorkoelvloeistof-temperatuur laag is, entijdens stationair draaien van de motor is deklep gesloten, waardoor géén brandstofdamp inde inlaatbuis van het luchtinlaatsysteem komt. Nadat de motortemperatuur op bedrijfsniveau is
gekomen, en gedurende normaal rijden, wordtbrandstofdamp door de geopondo klep naar deluchtinlaatbuis afgevoerd.
naar het inlaatsysteem van de motor wordtteruggevoerd.
YH020A2-FX Katalysator
YN70010AKatalysator
De katalysator is een onderdeel van het
uitlaatsysteem. Hij heeft tot taak bepaalde stoffen te verwijderen uit de uitlaatgassen van de mo-
7
efholl-7.p65 6/20/2008, 10:44 AM
1
INHOUD
10-2 KINDERSLOTEN ALLEEN ACHTERPORTIEREN
...................... 1-5
KLEP VOOR TANKDOP VAN BINNENUIT ONTGRENDELEN 1-43
KOELVLOEISTOF CONTROLEREN EN VERVERSEN .............. 6-5
KOELVLOEISTOF TEMPERATUUR METER ............................1-29
KOPLAMPAFSTELLING .............................................................. 1-47
L LEESLAM PE ................................................................................ 1-35
LENDESTEUN ............................................................................... 1-9
LUCHTFILTER VE RVANGEN ...................................................... 6-8
M MOTORKAP ................................................................................ 1-44
MOTORRUIMTE .. ................................................................ 6-1 ~ 6-2
MULTISCHAKELAAR .. ................................................................ 1-32
N NEERKLAPBARE VAN DE ACHTERBANK ...............................1-11
O OLIEPEIL CONTROLEREN .......................................................... 6-3
OLIEPEIL IN VERSNELLINGSBAK CONTROLEREN (HANDGESCHAKELD) ............................................................... 6-9
ONDERHOUD ONDER ZWARE BEDRIJFSOMSTANDIGHEDEN ................................................ 5-4
ONDERHOUD VAN DE CAROSSERIE ....................................... 4-2
ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN ............................................. 5-1 ONDERLING VERWISSELEN VAN DE WIELEN ........................ 8-1
OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DE REMMEN ........ 2-10
OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DE VEILIGHEIDSGORDELS .......................................................... 1-12P
PERIODIEK ONDERHOUD .......................................................... 5-2
PORTIERRUITEN ....................................................................... 1-17
PORTIERSLOTEN ........................................................................ 1-3
R REGELMATIG ONDERHOUD ...................................................... 5-1
REINIGEN VAN HET INTERIEUR ............................................... 4-3
REMVLOEISTOFPEIL ................................................................. 6-11
RESERVEWIEL EN GEREEDSCHAP .................. ....................... 8-2
RESERVEWIEL ............................................................................. 3-3
RIJDEN MET EEN AANHANGER OF SLEPEN ......................2-12
RIJDEN ONDER WINTERSE OMSTANDIGHEDEN .................2-11
RUITEWISSERS RUITEWISSERBLADEN ................................... 6-9RUITEWISSER-/SPROEIERSCHAKELAAR ...............................1-33
S SCHAKELAAR AIRCONDITIONING ...........................................1-53
SCHAKELAAR KOPLAMPSPRO EIERS .....................................1-46
SCHUIFDAK ................................................................................ 1-36
SIGARETTEAANSTEKER ........................................................... 1-35
SLANGEN VAN STUURBEKRACHTIGING ...............................6-17
SLEPEN ......................................................................................... 3-7
SLEUTELS ..................................................................................... 1-1
SLEUTELSTANDEN ...................................................................... 2-2
SNEEUWKETTINGEN .................................................................. 8-1
SPELING VAN HET STUURWIEL CONTROLEREN ................6-13
STARTBLOKKERING .................................................................... 1-1
START-/CONTACTSLOT MET STUURSLOT .............................. 2-2
STARTEN MET HULPSTARTKABELS ........................................ 3-1
efholl-10.p65 6/20/2008, 10:35 AM
2