BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-5
YB310A1-FX DIEFSTALBEVEILIGINGSINSTALLATIE
(Indien gemonteerd) Met deze installatie wordt het binnendringen
van onbevoegden in uw wagen bemoeilijkt. De installatie werkt in drie fasen: de eerste is de
HEF-131
B040E03A-AXT KINDERSLOTEN ALLEEN ACHTER- PORTIEREN Uw wagen is voorzien van kindersloten op de
achterportieren. Bij ingeschakeld kinderslot kan het portier niet van binnenuit worden geopend.
Het kinderslot wordt in werking gesteld door de
hefboom in de stand " " te plaatsen en hetportier te sluiten. Beweeg het handel in detegengestelde richting van de " " stand omterug te keren naar de normale deurbediening.
Het portier kan van buitenaf met behulp van de
handgreep worden geopend. YB310B2-FX ACTIVEERFASEParkeer de wagen en zet de motor af. Activeer
de installatie zoals hieronder beschreven.
(1) Verwijder de contactsleutel uit het contactslot.
(2) Controleer of de motorkap en het kofferdeksel gesloten zijn.
(3) Vergrendel de portieren met behulp van de afstandsbediening van de centrale vergrendeling.
Als deze handelingen zijn voltooid, is de sirene
kort hoorbaar om aan te geven dat de installatieis geactiveerd.
N.B.:
(1) Als een portier, het kofferdeksel of de motorkap geopend is, wordt de installatieniet geactiveerd.
(2) In dit geval moet de installatie opnieuw worden geactiveerd, zoals hierbovenwordt beschreven.
LET OP: Activeer de installatie niet als zich nog
iemand in de wagen bevindt. Als dit wel geschiedt, zal het alarm afgaan als debetreffende persoon de wagen verlaat. YB310C3-FX ALARMFASE
YR10181A
Het alarm gaat af indien zich bij geparkeerde wagen en geactiveerde installatie één van devolgende omstandigheden voordoet:
(1) Een voor- of achterportier wordt geopend
zonder gebruik te maken van de zender of de afstandsbediening.
(2) Het kofferdeksel wordt geopend zonder gebruik te maken van de sleutel.
(3) De motorkap wordt geopend. De sirene klinkt 1 maal gedurende 30 seconden. Om de installatie uit te schakelen, moet eenportier of het kofferdeksel met de zender wordenontgrendeld. LET OP: Probeer niet de motor te starten terwijl het systeem is geactiveerd.
activeerfase, de tweede de alarmfase en dederde de uitschakelfase. Als het alarm afgaat,wordt een sirene in werking gesteld.
efholl-1.p65
6/20/2008, 10:34 AM
5
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-6 B070D05Y-AXT UITSCHAKELEN Het systeem wordt na de volgende handelingen
uitgeschakeld:
Het bestuurders- of passagiersportier wordt
ontgrendeld door het indrukken van de toets "UNLOCK" op de afstandsbediening. Hiernaknipperen de richtingaanwijzers tweemaal omaan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
N.B.: Nadat het systeem is uitgeschakeld, moet
voor het opnieuw inschakelen de volledige inschakelprocedure worden herhaald.
LET OP: De alarminstallatie kan alleen met de
afstandsbediening worden uitgeschakeld. Kan de installatie niet met deafstandsbediening worden uitgeschakeld, gadan als volgt te werk: 1. Ontgrendel het portier met de sleutel;
hierdoor wordt het alarm geactiveerd.
2. Steek de sleutel in het contactslot en draai de sleutel in de stand 'ON'.
3. Wacht 30 seconden.
Nadat de bovenstaande handelingen zijn
uitgevoerd, wordt de alarminstallatieuitgeschakeld.
AFSTANDSBEDIENING (KEYLESS EN-
TRY SYSTEM)
Portieren vergrendelen
1. Sluit alle portieren.
2. Druk de toets "LOCK" op de afstandsbediening in.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld, knipperen de richtingaanwijzers eenmaal, om aan te geven dat het systeem isingeschak eld.
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets "UNLOCK" op de afstandsbediening in.
2. Alle portieren worden gelijktijdig ontgrendeld en de richtingaanwijzers knipperen tweemaalom aan te geven dat het systeem is
uitgeschakeld.
Kofferdeksel ontgrendelen Druk de kofferdekseltoets op de
afstandsbediening in en houd hem ingedrukt.
B070D02Y
Unlock
Lock
Trunk B070E02HP-GXT Batterij vervangenAls de batterij van de afstandsbediening zwak begint te worden, kan het nodig zijn om de toetsverschillende malen in te drukken om deportieren te vergrendelen en te ontgrendelen -ook de LED brandt niet. Vervang de batterij zosnel mogelijk. Batterijtype: CR2032 Vervangingsinstructies:
HEF-192
Schroevendraaier
1. Maak de huishelften met een platte schroevendraaier los zoals in de afbeelding is weergegeven.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
6
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-34 Voor het in werking stellen van de ruitesproeiers
moet de ruitewisserschakelaar naar het stuurwiel toe worden bewogen. Hierbij maken deruitewissers automatisch twee slagen over devoorruit.
N.B.:
o Bedien de ruitesproeiers niet langer dan 15 seconden achter elkaar en ook niet alshet reservoir leeg is.
o Controleer bij vriezend weer of de ruitewissers niet aan de voorruit zijnvastgevroren.
o In de winter moet gebruik worden gemaakt van een antiviesmiddel.
YB160A1-AX WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHT- INSTALLATIE De alarmknipperlichtinstallatie mag alleen worden gebruikt indien de auto zodaniggeparkeerd staat dat dit gevaar op kan leveren. Zet in zo'n geval uw auto altijd zover mogelijk van de weg af. De alarmknipperlichten wordeningeschakeld door de alarmknop in te drukken.Hierdoor gaan alle richting-aanwijzers knipperen.De installatie werkt ook als de sleutel niet in hetcontact steekt. Om de installatie uit te schakelenmoet nogmaals de knop worden ingedrukt. ZB170A1-AX ACHTERRUITVERWARMING
De achterruitverwarming wordt ingeschakeld door op de schakelaar te drukken. Tegelijkertijdgaat het controlelampje branden. Door deschakelaar weer in te drukken wordt deverwarming uitgeschakeld. De achterruitverwarming schakelt na 10 minuten automatisch uit. Daarna moet weer op deschakelaar worden gedrukt om weer teverwarmen.
1MS104018B
HEF-036
HEF-038
Automatisch type Draaischakelaars En Druktoetsen
efholl-1.p65
6/20/2008, 10:34 AM
34
IN GEVAL VAN PECH 3-3
opnieuw oververhit, neem dan contact op met uw Hyundai dealer.
WAARSCHUWING: Ernstig verlies van koelvloeistof wijst op
een lek in het koelsysteem hetgeen zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer moetworden gerepareerd.
YD050A2-FX RESERVEWIELOnderstaande instructies voor het volwaardige
reservewiel moeten worden opgevolgd: na het aanbrengen van het reservewiel moet debandenspanning zo spoedig mogelijk wordengecontroleerd. De bandenspanning moetregelmatig worden gecontroleerd en op devoorgeschreven waarden worden gehouden.
Voorgeschreven bandenspanning voor het
reservewiel.
Bandenmaat BandenspanningDimengions
210 kpa (30 psi)
ZD050C1-AX Het verwijderen van het reservewielVerwijder de bevestigingsbout van het
reservewiel. Als het reservewiel in de kofferruimte wordt aangebracht moet de boutstevig met de vingers worden vastgezet. ZD060A1-AX HANDELINGEN BIJ EEN LEKKE BANDWanneer u onder het rijden een lekke band
krijgt, ga dan als volgt te werk:
1. Neem uw voet van het gaspedaal en minder snelheid. Probeer niet direct te remmen of de wagen van de weg af te rijden aangezienu hierbij de controle over de wagen kuntverliezen. Wanneer de wagen tot een veiligesnelheid vaart heeft verminderd, druk danlicht op het rempedaal en rijd de wagen vande weg af. Breng de wagen zo ver mogelijkvan de weg op een stevige ondergrond totstilstand.
2. Schakel zodra de wagen tot stilstand is gekomen de alarmknipperlichten in, trek dehandrem aan en plaats de keuzehandel instand "P" (automatische transmissie) of deversnellingshandel in de achteruit(handgeschakelde versnellingsbak).
3. Laat alle inzittenden uitstappen. Let erop dat zij zicht niet aan de verkeerszijde van dewagen bevinden.
4. Verwissel het wiel volgens de hierna beschreven richtlijnen. ZD070A1-AX WIEL VERWISSELEN De hierna beschreven procedure kan tevens
worden gebruikt voor het onderling verwisselen van wielen. Controleer, alvorens het wiel teverwisselen, of de keuzehandel in de stand "P"is geplaatst (automatische transmissie) of datde versnellingshandel in de achteruit staat(handgeschakelde versnellingsbak) en dehandrem is aangetrokken.
D060A01Y
efholl-3.p65 6/20/2008, 10:36 AM
3