Page 18 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU04238
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit dat
de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren.OPMERKING:_ Dit waarschuwingslampje zal een paar se-
conden branden wanneer de sleutel naar
“ON” wordt gedraaid, maar dat duidt niet op
een storing. _
DAU04301
Waarschuwingslampje “” voor olie-
niveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang brandt en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch circuit te testen.
OPMERKING:_ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. _
DAU04428*
Snelheidsmeterunit De snelheidsmeterunit is voorzien van het
volgende:
een digitale snelheidsmeter (die de
actuele rijsnelheid aangeeft)
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand aangeeft)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller
3.“SELECT”-toets
4.“RESET”-toets
5. Brandstofniveaumeter
D_5ps.book Page 3 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM
Page 19 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
een brandstofmeter
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING:_ Vergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien
voordat u de toetsen “SELECT” en
“RESET” gebruikt. _Kilometerteller- en ritteller-mode
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave volgens onderstaande
volgorde tussen kilometerteller-mode,
“ODO”- en ritteller-mode “TRIP 1” en
“TRIP 2”.
ODO
→ TRIP 1
→ TRIP 2
→ ODO
Als de waarschuwingssymbool brandstofni-
veau knippert (zie pagina 3-2), wisselt de ki-
lometerteller weergave automatisch naar
brandstofreserve ritteller “TRIP F”-weerga-
ve en wordt de afgelegde afstand vanaf dat
punt aangegeven. In dat geval wordt door
indrukken van de “SELECT”-toets gewis-
seld tussen de diverse weergaven van rit-
tellers en kilometerteller, volgens
onderstaande volgorde:
TRIP F
→ TRIP 1
→ TRIP 2
→ ODO
→
TRIP FOm de ritteller terug te stellen selecteert u
deze door de “SELECT”-toets in te drukken
waarna u de “RESET”-toets indrukt. Wan-
neer u de brandstofreserve ritteller niet zelf
met de hand op nul stelt, wordt deze, zodra
na het tanken 5 km is gereden, automatisch
teruggesteld en verschijnt de “TRIP 1” rittel-
ler weer.
OPMERKING:_ Na een terugstelling van de brandstofreser-
ve ritteller gaat de weergave terug naar
“TRIP 1”, zolang tenminste niet eerder een
andere weergave-mode werd geselec-
teerd; als dat wel zo is, gaat de weergave
automatisch terug naar de voorgaande mo-
de. _Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (Empty) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt.
Wanneer nog maar één segment overge-
bleven is, moet zo snel mogelijk brandstof
worden bijgevuld.Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, toont het
kilometerteller/ritteller display een foutcode
van 2 cijfers (bijv. 11, 12, 13).
Noteer zo’n foutcode als die op het kilome-
terteller/ritteller display staat aangegeven
en vraag een Yamaha dealer de motorfiets
na te zien.
DCA00120
LET OP:_ Wanneer de kilometerteller/ritteller een
foutcode aangeeft, moet de motorfiets
zo spoedig mogelijk worden gecontro-
leerd om motorschade te voorkomen. _
D_5ps.book Page 4 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM
Page 20 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU04488
Toerentellerunit Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
DC000003
LET OP:_ Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 8.000 tpm en hoger _Deze toerenteller is tevens voorzien van
een klok.Om de klok op tijd te zetten:
1. Druk tegelijkertijd de “SELECT”- en
“RESET”-toetsen gedurende min-
stens twee seconden in.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, druk dan op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
4. Zodra de minutenaanduiding begint te
knipperen, drukt u op de “RESET”-
toets om de minuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets om de
klok aan te zetten.
OPMERKING:_
Nadat de klok op tijd is gezet, moet de
“SELECT”-toets worden ingedrukt al-
vorens de sleutel naar “OFF” te
draaien, anders geeft de klok niet de
juiste tijd aan.
Als de sleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid, blijft de klokdisplay nog 48 uur
aan en gaat dan uit, om zo te voorko-
men dat de accu ontladen raakt.
_
DAU01652
Temperatuurmeter koelvloeistof Met de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter koelvloeistof de
temperatuur van de koelvloeistof aan. De
koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk van
de weersomstandigheden en de motorbe-
lasting. Als de naald bij of in de rode zone
staat, zet de machine dan stil en laat de mo-
tor afkoelen. (Zie pagina 6-44 voor nadere
instructies.)
DC000002
LET OP:_ Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is. _
1. Toerenteller
2. Rode toerentellerzone
3. Klok
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Rode zone temperatuurmeter koelvloeistof
D_5ps.book Page 5 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM