FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Contactslot/stuurslot-unit ................................................................... 3-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes .................................... 3-2
Snelheidsmeterunit ........................................................................... 3-3
Toerentellerunit .................................................................................. 3-5
Temperatuurmeter koelvloeistof ........................................................ 3-5
Antidiefstal-alarm (optie) ................................................................... 3-6
Stuurschakelaars .............................................................................. 3-6
Koppelingshendel .............................................................................. 3-7
Schakelpedaal ................................................................................... 3-8
Remhendel ........................................................................................ 3-8
Rempedaal ........................................................................................ 3-8
Vuldop brandstoftank ......................................................................... 3-9
Brandstof ........................................................................................... 3-9
Tankbeluchtingsslang (alleen voor Duitsland) ................................. 3-10
Zadel ............................................................................................... 3-11
Opbergcompartiment ...................................................................... 3-11
Afstellen van de voorvork ................................................................ 3-13
Afstellen van de schookdemperunit ................................................ 3-15
Bagageriembevestiging ................................................................... 3-17
Zijstandaard .................................................................................... 3-17
Startspersysteem ............................................................................ 3-18
D_5ps.book Page 1 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor groot-
licht en op “” voor dimlicht.
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU03826
Schakelaar “” voor alarmverlichting
Met de contactsleutel in de stand “ON” of
“” wordt deze schakelaar gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting worden gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
DC000006
LET OP:_ Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Schakelaar “” voor alarmverlichting
3. Dimlichtschakelaar “/”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
5. Claxonschakelaar “”
D_5ps.book Page 6 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
DC000102
LET OP:_
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan perma-
nente accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele ac-
culader raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over een
speciale acculader voor perma-
nent-dichte accu’s (onderhoudsvrij
type), vraag dan een Yamaha dealer
uw accu op te laden.
_
DAU04482*
Zekeringen vervangen De hoofdzekeringhouder en het kastje met
zekeringen voor afzonderlijke circuits bevin-
den zich onder het zadel. (Zie pagina 3-11
voor instructies over verwijderen en aanbren-
gen van het zadel.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering aan
met de voorgeschreven ampèrewaar-
de.
DC000103
LET OP:_ Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den. _
1. Reservezekering (kilometerteller en klok)
2. Zekering radiatorkoelvin
3. Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering (× 4)
8. Zekering parkeerzekering
9. Zekering Elektronisch Brandstofinjectiesys-
teem
10. Hoofdzekering
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 40 A
Koplampzekering: 15 A
Zekering
signaleringssysteem: 7,5 A
Zekering radiatorkoelvin: 20 A
Zekering
ontstekingssysteem: 10 A
Reservezekering
(kilometerteller en klok): 5 A
Zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting: 10 A
Zekering parkeerzekering: 5 A
Zekering Elektronisch
Brandstofinjectiesysteem: 10 A
D_5ps.book Page 34 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM
SPECIFICATIES
8-4
8
Elektrische installatie
Ontstekingssysteem TCI ontsteking (digitaal)
Laadsysteem
Type Wisselstroomdynamo met
permanente magneten
Standaard
vermogen 14V, 31,5 A 5.000 tpm
Accu
Model GT12B-4
Gloeilampen,
capaciteit 12 V, 10 Ah
Type koplampKwartslamp (halogeen)
Gloeilampen voltage, wattage × aantal
Koplamp 12 V, 55 W × 2
Parkeerlicht 12 V, 5 W × 1
Achterlicht/remlicht unit 12 V, 5/21 W × 2
Richtingaanwijzer 12 V, 10 W × 4
Instrumentenverlichting 12 V, 2 W × 2
Controlelampje vrijstand 14 V, 1,2 W × 1
Controlelampje grootlicht 14 V, 1,4 W × 1
Controlelampje
richtingaanwijzers 14 V, 1,2 W × 2
Waarschuwingslampje voor
olieniveau L.E.D
Waarschuwingslampje
motorstoring 14 V, 1,4 W × 1Zekering
Hoofdzekering 40 A
Koplampzekering 15 A
Zekering signaleringssysteem 7,5 A
Zekering ontstekingssysteem 10 A
Zekering parkeerzekering 5 A
Circuitzekering
zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting 10 A
Reservezekering
(kilometerteller en klok) 5 A
Zekering radiatorkoelvin 20 A
Zekering Elektronisch
Brandstofinjectiesysteem 10 A
D_5ps.book Page 4 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM
INDEXAAandrijfketting, smeren .......................... 6-28
Accu ...................................................... 6-33
Antidiefstal-alarm .....................................3-6BBagageriembevestiging ......................... 3-17
Banden .................................................. 6-19
Boordgereedschapsset ............................6-1
Bougies, controleren ................................6-7
Brandstof .................................................3-9
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig..... 5-4CClaxonschakelaar ....................................3-6
Contactslot/stuurslot-unit..........................3-1
Controlelampje grootlicht .........................3-2
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ..........................3-2
Controlelampjes richtingaanwijzers ..........3-2
Controlelampje vrijstand...........................3-2
Controlelijst voor gebruik..........................4-1DDimlichtschakelaar ...................................3-6
Doorbuiging aandrijfketting .................... 6-26
Afstellen ........................................... 6-27
Controleren....................................... 6-26GGasgreep en gaskabel,
controleren en smeren ......................... 6-29
Gaskabel, afstellen van vrije slag ........... 6-18
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-36
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-37IIdentificatienummers ............................... 9-1
Identificatienummer sleutel ...................... 9-1
Inrijperiode............................................... 5-4KKabels, controleren en smeren .............. 6-28
Klepspeling, afstellen............................. 6-18
Koelvloeistof .......................................... 6-12
Controleren ...................................... 6-12
Verversen ........................................ 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-35
Koppelingshendel .................................... 3-7
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .... 6-22LLichtschakelaar ....................................... 3-7
Lichtsignaalschakelaar ............................ 3-6
Locaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen .................... 6-16MModelinformatiesticker ............................. 9-2
Motorolie en oliefilterelement ................... 6-9NNoodstopschakelaar ................................ 3-7
OOmrekentabel ..........................................8-5
Ondersteunen van de motorfiets ............6-37
Opbergcompartiment .............................3-11PParkeren ..................................................5-5
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ...............................6-2RRemblokken, controleren .......................6-24
Rem- en koppelingshendel,
controleren en smeren .........................6-29
Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren .........................6-29
Remhendel ..............................................3-8
Remlichtschakelaar, afstellen.................6-23
Rempedaal ..............................................3-8
Rempedaalstand, afstellen .....................6-23
Remvloeistof, verversen.........................6-26
Remvloeistofniveau, controleren............. 6-25
Richtingaanwijzerschakelaar ....................3-6SSchakelaar voor alarmverlichting .............3-6
Schakelen van versnellingen....................5-3
Schakelpedaal .........................................3-8
Schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) ........................5-3
Schokdemperunit, afstellen ....................3-15
Snelheidsmeterunit ..................................3-3
Specificaties.............................................8-1
Stalling .....................................................7-4
D_5ps.book Page 1 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM