UW 206 CC IN DETAIL
40
RDS Gebruik van RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: Ð "RDS" als deze functie is ingeschakeld.
Ð "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterk- ste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: Ð "TA" als deze functie is ingeschakeld.
Ð "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, CD of CD-wisse-
laar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie.Druk op de toets "TA"om de verkeersinformatie te onderbreken; de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL
42
CD-SPELER Selecteren van CD-speler Zodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD auto- matisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets N.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Dom de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Jom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Lom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen Jof Llang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Random-functie (RDM)Houd, op het moment dat de CD-speler als geluidsbron is gekozen, de toets Nlanger dan 2 seconden ingedrukt. De nummers
van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets Nopnieuw langer dan 2 seconden in om weer op
normaal spelen over te schakelen. De random-functie wordt gedeactiveerd als de radio wordt uitgezet.
Het gebruik van 'recordable' CD's kan storingen veroorzaken.Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL43
CD-WISSELAAR* Selecteren van CD-wisselaar Druk op de toets M.
Selecteren van een CD Druk op een van de toetsen "1"t/m "6" van de autoradio om de desbetreffende CD te selecteren.
Selecteren van een nummer van een CD Druk op de toets Jom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Lom terug te gaan naar het begin van het afgebeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelenHoud ŽŽn van de toetsen Jof Lgeheel ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Random-functie (RDM)Houd, op het moment dat de CD-wisselaar is geselecteerd, de toets Mlanger dan twee seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets opnieuw in om weer op normaal spe- len over te schakelen.
* Leverbaar als naderhand gemonteerde uitrusting.
Het gebruik van 'recordable' CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL
44
Pijltjestoetsen: Met behulp van de pijltjestoetsen kan een item op het scherm worden geselecteerd. In het beginmenu kan met behulp van de toetsen "Omhoog" en "Omlaag" de lichtsterkte van het schermworden ingesteld. Door tijdens het navigeren op de pijltjestoets "links" of "rechts" te drukken wordt tijdelijk de volledige naamvan de straat weergegeven als deze gedeeltelijk bui-ten het scherm valt.
menu : het indrukken van deze toets geeft toegang tot hethoofdmenu. Deze toets kan op elk gewenst momentworden ingedrukt.
esc : escape-toets Kort indrukken: annuleren van de actuele handeling en terug naar het vorige scherm. Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar begin- menu. Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt. Deze functie werkt niet tijdens het navigeren.
mod : mode-toetsKort indrukken: wisselen tussen weergave van datum,navigeren en de radio.
val : bevestigingstoetsBevestigen van de geselecteerde functie.
Type van de 2 batterijen: 1,5 V type LR03.
NAVIGATIESYSTEEM Presentatie Het navigatiesysteem helpt u door mid- del van beeld en geluid om de bestem-ming van uw keuze te bereiken. Het systeem berust op een bestand met cartografische gegevens en eenGPS-systeem (Global Positioning Sys-tem). Dit systeem bepaalt uw positiemet behulp van een aantal satellieten. Het navigatiesysteem bestaat uit de volgende onderdelen:
Ð de afstandsbediening,
Ð het display,
Ð de computer,
Ð de schakelaar voor het herhalen van het laatste gesproken bericht,
Ð de CD-rom.
Ð de multifunctionele antenne. De afstandsbedieningDoor de afstandsbediening op het display te richten kunnen de verschillende functies worden geselecteerd.
De afstandsbediening kan in een speciaal daarvoor bestemd vak in het dashboard-kastje worden opgeborgen.
Sommige functies of diensten in deze handleiding kunnen vari‘ren,afhankelijk van de gebruikte CD-romof het land van bestemming.
07-10-2002
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL
70
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode isals streepjescode aangege-ven op het label bij de sleutel .
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij ver-lies snel voor nieuwe sleutels zorgen.De radiografische afstandsbedieningis een systeem met een groot bereik.Het is raadzaam om niet met de knopvan de afstandsbediening te spelenom te voorkomen dat de portieren perongeluk ontgrendeld worden.De afstandsbediening kan niet functione-ren als de sleutel in het contactslot zit,zelfs als het contact uitstaat, behalve voorhet herprogrammeren. Neem uit vei-ligheidsoverwegingen (kinderen in deauto) de sleutel met afstandsbedieningmee als u de auto verlaat, zelfs al is dit
voor korte duur.Druk nooit op de knoppen van uwafstandsbediening buiten het bereikvan uw auto. De afstandsbedieningkan dan onbruikbaar worden en moetin dat geval opnieuw worden gepro-grammeerd. Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat:
Ð u in het bezit bent van de codekaart;
Ð uw sleutels door een PEUGEOT-ser- vicepunt in het elektronische geheu-gen worden opgeslagen, zodat u erzeker van kunt zijn dat de in uw bezitzijnde sleutels de enige zijn waarmeede auto kan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elek-tronische startblokkering.
Codekaart Op deze kaart staat de identificatieco-
de die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem en voor-komt zo het starten van de motor bijeen inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt.Bij het aanzetten van het contact moetde code van de sleutel worden her-kend door de startblokkering, waarnade motor gestart kan worden. Bij een storing in het systeem
wordt
u gewaarschuwd door een geluidssig- naal en verschijnt een melding op het
multifunctionele display. In dat geval kan de auto niet worden gestart. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL
70
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode isals streepjescode aangege-ven op het label bij de sleutel .
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij ver-lies snel voor nieuwe sleutels zorgen.De radiografische afstandsbedieningis een systeem met een groot bereik.Het is raadzaam om niet met de knopvan de afstandsbediening te spelenom te voorkomen dat de portieren perongeluk ontgrendeld worden.De afstandsbediening kan niet functione-ren als de sleutel in het contactslot zit,zelfs als het contact uitstaat, behalve voorhet herprogrammeren. Neem uit vei-ligheidsoverwegingen (kinderen in deauto) de sleutel met afstandsbedieningmee als u de auto verlaat, zelfs al is dit
voor korte duur.Druk nooit op de knoppen van uwafstandsbediening buiten het bereikvan uw auto. De afstandsbedieningkan dan onbruikbaar worden en moetin dat geval opnieuw worden gepro-grammeerd. Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat:
Ð u in het bezit bent van de codekaart;
Ð uw sleutels door een PEUGEOT-ser- vicepunt in het elektronische geheu-gen worden opgeslagen, zodat u erzeker van kunt zijn dat de in uw bezitzijnde sleutels de enige zijn waarmeede auto kan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elek-tronische startblokkering.
Codekaart Op deze kaart staat de identificatieco-
de die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem en voor-komt zo het starten van de motor bijeen inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt.Bij het aanzetten van het contact moetde code van de sleutel worden her-kend door de startblokkering, waarnade motor gestart kan worden. Bij een storing in het systeem
wordt
u gewaarschuwd door een geluidssig- naal en verschijnt een melding op het
multifunctionele display. In dat geval kan de auto niet worden gestart. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Zekering AmpFuncties
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20 A
Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - verlichting bagageruimte - autoradio - regensensor
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd alarmsysteem - regensensor
9 30 A Hydraulische pomp
10 40 A Verwarming buitenspiegels 11 15 A Ruitenwissers
12 30 A Elektrisch bediende ruiten voor
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars
15 15 A
Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 30 A Plafonnier voor - verlichting dashboardkastje - aansteker
S1 Shunt Shunt parc PRAKTISCHE INFORMATIE
106
07-10-2002
PRAKTISCHE INFORMATIE109
ACCU Laden met behulp van een acculader:
Ð maak de accupoolklemmen los,
Ð volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
Ð sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (Ð) kabel,
Ð controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met
een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
Ð sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
Ð sluit de groene of zwarte kabel op de (Ð) pool van de hulpaccu aan,
Ð sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en start de motor.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los. ECO-MODE Nadat de motor is afgezet, als het contact in de stand accessoires staat,wordt een aantal elektrische voorzie-ningen (ruitenwissers, ruitbediening,plafonniers, autoradio, enz.) na eenhalf uur automatisch uitgeschakeld, omte voorkomen dat de accu ontladenraakt. Op dat moment verschijnt de melding "Eco-mode actief"
op het multifunc-
tionele display. Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.
Ð Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
Ð Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
Ð Zet, elke keer nadat de accukabels zijn aangesloten, het contact AAN en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische
systemen ge•nitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt als er zich na deze handeling toch nog problemen voor-doen.Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto
langer dan een maand buiten gebruik is.
07-10-2002