7
UW IN EEN OOGOPSLAG
STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:STOP:
Contact afgezet.
1 e
stand, Accessoires:
Contact afgezet, maar accessoi-res functioneren wel.
2 e
stand, Contact aan:
Het contact is aangezet.
Starten:
De startmotor wordt in werkinggezet. Stuurslot Ontgrendel, indien nodig, het stuurslot alvorens te starten.
Verdraai het stuurwiel enigszinsterwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaan tevergemakkelijken. Starten van de motor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra de motoraanslaat.
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kun- nen het slot van de portieren, het
kofferdeksel (openen), het slotvan de tankdop, het stuurslot, enhet slot van het dashboardkastjeonafhankelijk worden bediend enkan de airbag aan passagierszij-de worden uitgeschakeld. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:
Ð kunnen de portieren en het
kofferdeksel gelijktijdig ver- grendeld worden.
Ð kunnen alleen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen met desleutel in het slot van het koffer-deksel ontgrendeld worden.
AfstandsbedieningDruk op de knop Aom
de portieren en de ach-terklep te vergrende-len. Dit wordt bevestigd door het gedurendeongeveer twee secon-den branden van derichtingaanwijzers. Druk op de knop Bom de portieren
op afstand te ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen vande richtingaanwijzers.
Belast nooit een motor
die koud is.
Laat de motor nooit ineen afgesloten ruimte draaien.
Breng nooit wijzigingen aan hetstuurslot aan.
07-10-200269
11
UW IN EEN OOGOPSLAG
VOORSTE AIRBAGS
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar 1en draai deze:
Ð op ONairbag aan passagiers-
zijde geactiveerd.
Ð op OFFairbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Controle van de werking
Als bij aangezet contact (2 e
stand) dit
verklikkerlampje op het instrumen-tenpaneel gaat branden in combina-tie met een geluidssignaal en demelding "Airbag passagier uitge-
schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbagaan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aanpassagierszijde isuitgeschakeld, blijfthet verklikkerlampjebranden. Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschakelaar:Ð S
chakel de airbag aan
passagierszijde uit als u een kinderzitje metde rugleuning in de rij-richting op de voor-stoel plaatst.
Ð Schakel de airbagin als er een passa-gier op de voor-stoel zit.
Auto's zonder een airbagschakelaar:
Ð Plaats geen kinder- zitje met de rugleu-ning in de rijrichtingop de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
* Volgens land van bestemming. ISOFIX-BEVESTIGINGEN Deze zijn beschikbaar voor de passagiersstoel v——r en dienenom een
speciaal kinderzitje te
installeren dat verkocht wordt via
de PEUGEOT-servicepunten. De sloten van het kinderzitje wor- den verankerd aan de specialebevestigingspunten en zorgen zo
voor een veilige en snelle montagevan het zitje. Het kinderzitje moet
met de rug in de rijrichtinggeplaatst worden voor kinderentot 13 kg (hierbij is het verplicht
de airbag aan passagierszijdeuit te schakelen) .
Volg de aanwijzingen van defabrikant van het kinderzitje.
07-10-20029064
07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbags en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar gecontroleerd te worden.
De remvloeistof dient elke 60 000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecontroleerd te worden.
De distributieriem: raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Opmerking: de koelvloeistof hoeft niet te worden ververst.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden: ¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer.
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan 30 ¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20 000 km of elk jaar.
UW 206 CC IN DETAIL69
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in com- binatie met een geluidssignaal de mel-ding
"Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Draai de schroef los en wip het huis meteen muntstuk bij het oog los om de bat-terij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt,moet deze opnieuw geprogrammeerdworden.
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren, de achterklep (openen) ende tankdop
onafhankelijk van elkaar
vergrendeld of ontgrendeld worden,kunnen het stuurslot en het slot vanhet dashboardkastje worden bedienden kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld. Centrale vergrendelingMet behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier: Ð
kunnen de portieren en het kofferdek- sel gelijktijdig vergrendeld worden,
Ð kunnen de portieren gelijktijdig ont- grendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen ontgren-deld worden met de sleutel in hetslot van het kofferdeksel.
Wanneer een van de portieren is geo- pend, werkt de centrale vergrendelingniet. Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te ver-
grendelen. Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 secondenbranden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de portieren te
ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestigddoor het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerkingen: Als de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen 30 seconden eenvan de portieren wordt geopend, wordtde auto automatisch weer vergren-deld. Druk de knop van de afstandsbedie- ning niet buiten het bereik van de autoin. Hierdoor kan het systeem buitenwerking raken. In dat geval moet deafstandsbediening opnieuw gepro-grammeerd worden. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
Druk op de knop A, de plafonnier
gaat branden en de knipperlichten knipperen gedurende enkeleseconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in het contactsteekt, klinkt er een geluidssignaal.
Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL
90
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld).
Storing airbag voor Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en de mel-
ding "Storing Airbag" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt om het sys-teem te laten controleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors regis- treren een plotselinge vertraging vande auto: als de drempelwaarde voorhet in werking treden wordt overschre-den, worden de airbags onmiddellijkopgeblazen en beschermen de inzit-tenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor een afdoen-de bescherming; de kracht van deaanrijding is afhankelijk van het soortobstakel en de snelheid van de autoop dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijdealtijd uit als u een kinderzitje met derug in de rijrichting op de voorstoelplaatst.
Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het in-strumentenpaneel brandtzolang de airbag is uitgescha-keld.
* Volgens land van bestemming.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL91
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelenen zo de veiligheid van uw passagierte garanderen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje op het instrumenten-paneel in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het
functionele display. Als bij aangezet contact (2 e
stand), dit
pictogram op het instrumentenpaneel verschijnt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding "Airbag
passagierszijde uitgeschakeld" op
het multifunctionele display, betekentdit dat de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld (stand "OFF").ZIJ-AIRBAGS Deze zijn aan de zijde van de portie- ren in de rugleuningen van de voor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen van opzijwaarbij een kans bestaat op ernstigletsel aan buik, borst of hoofd. Controle van werking
Het goed functioneren van het systeemwordt aangegeven door een verklikker-lampje in het instrumentenpaneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 secondenbranden. Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt.
Dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL91
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelenen zo de veiligheid van uw passagierte garanderen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje op het instrumenten-paneel in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het
functionele display. Als bij aangezet contact (2 e
stand), dit
pictogram op het instrumentenpaneel verschijnt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding "Airbag
passagierszijde uitgeschakeld" op
het multifunctionele display, betekentdit dat de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld (stand "OFF").ZIJ-AIRBAGS Deze zijn aan de zijde van de portie- ren in de rugleuningen van de voor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen van opzijwaarbij een kans bestaat op ernstigletsel aan buik, borst of hoofd. Controle van werking
Het goed functioneren van het systeemwordt aangegeven door een verklikker-lampje in het instrumentenpaneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 secondenbranden. Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt.
Dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
07-10-2002
PRAKTISCHE INFORMATIE117
ACCESSOIRES VOOR UW 206 CC
Maak voor uw PEUGEOT alleen gebruik van de door het merk goedgekeurde accessoires en originele onderdelen. Al deze accessoires en onderdelen zijn, na getest en goedgekeurd te zijn ten aanzien van bedrijfszekerheid en veiligheid, aan-
gepast aan uw PEUGEOT; iets wat PEUGEOT niet van andere producten kan garanderen.
Uw PEUGEOT-servicepunt biedt u een ruime keuze aan originele, door PEUGEOT goedgekeurde accessoires met PEUGEOT- garantie:
Veiligheid:
Alarminstallaties, hellingdetectie, ruiten graveren, wielbouten met slot, gevarendriehoek, verbanddoos, ...
Bescherming: Stoelhoezen geschikt voor zij-airbags, matten, vloermat bagageruimte, ...
Communicatie: Autotelefoon, navigatiesysteem, CD-wisselaars, autoradio's, luidsprekers, radiosierpaneel, É
Styling: Aluminium velgen, wieldoppen, spatlappen, aluminium en houten sierpanelen, ...
Comfort: Centrale armleuning, flessenhouder, opbergbox voor CD's of cassettes, houder voor autotelefoon,windschermÉ
Vrije tijd: Trekhaak, kofferrek, sneeuwkettingen, ...
Kinderen: Baby- en kinderzitjes, kinderzitje Kiddy Isofix, ...
Onderhoudsmiddelen: Ruitensproeiervloeistof, reinigings-/onderhoudsmiddelen voor interieur en exterieur.
07-10-2002