1Airbag bestuurder Claxon
2 Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers
3 Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*
4 Schakelaar stoelverwarming
5 Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
6 Dimmerdashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers/boordcomputer
8
Stuurkolomschakelaars autoradio
9 Schakelaaralarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatierooster
14 Airbag passagierszijde
15 Middelste verstelbare ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio RD3
18 Bediening verwarming/venti-latie/airconditioning Achterruitverwarming en ver- warming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker
22 Schakelaars elektrischbedienbare buitenspiegels
23 Schakelaar dakbediening 24
Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten
25 Handrem
26 Hendel motorkapontgrendeling
27 Stuur-/contactslot
28 Zekeringkast
29 Opbergvak
30 Hoogteverstelling stuurwiel
31 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming. 3
UW IN EEN OOGOPSLAG
07-10-2002
1212
UW IN EEN OOGOPSLAG
Nr. SymboolFunctie
1 Regeling luchtverdeling.
2 Toevoer buitenlucht.
3 Temperatuurre-geling.
4 Achterruitverwarmingen verwarmingbuitenspiegels.
5 Regelingluchtopbrengst.
6 Bedieningairconditioning.
VERWARMING EN AIRCONDITIONING
07-10-2002
56
58
13
Nr. Symbool Functie 1 Regeling luchtopbrengst.
2 Regelingluchtverdeling.
3 Toevoer buitenlucht.
4 Bedieningairconditioning.
5 Achterruitverwarmingen verwarmingbuitenspiegels.
6 Uitschakelen.
7 Temperatuurre-geling.
8 Automatisch pro-gramma "comfort".
9 Automatisch pro-gramma "zicht".
Opmerking:De werking van het
systeem kan minder zijn als het dak is weggeklapt.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
UW IN EEN OOGOPSLAG
07-10-200260
UW 206 CC IN DETAIL
58
AIRCONDITIONING
1. Bediening airconditioning
De airconditioning kan tijdens alle seizoenen gebruikt worden. Het systeem stelt u in staat detemperatuur in het interieur 's zomers te verlagenen zorgt in de winter bij temperaturen boven 0 ¡Cvoor een snelle ontwaseming van beslagen ruiten.
Druk de schakelaar in om deairconditioning in te schake-len. Het verklikkerlampje gaatbranden. De airconditioning werkt niet als deknop voor de regeling van de lucht-opbrengst op "OFF" staat. Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel.
2. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen: van blauw (koud als de airco is ingeschakeld) totrood (warm).
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL59
3. Regeling luchtverdeling
Luchtstroom naar de voorruit en de zijruiten (ontwasemen -ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
Ð Stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal.
Ð Sluit de middelste ventilatieroosters.
Ð Zet de knop luchttoevoer naar links, in de stand toevoer van buitenlucht.
Ð Zet de airconditioning aan.
Luchtstroom naar de voorruit, zijruiten en de beenruimtevan de inzittenden. Luchtstroom naar de been- ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar de middel-ste en de linker en rechterventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat. 5. Regeling luchttoevoer
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlast afte sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt terwijl deairco is ingeschakeld, wordt de capaciteitvan de airco en de verwarming vergroot.
Als deze stand wordt gebruikt zonderde airconditioning, bestaat het risicodat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de stand toe-voer buitenlucht. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-service-punt controleren.
4. Luchtopbrengstregeling
Draai de knop in 1van de 4
standen om de gewensteluchtopbrengst te bereiken. 6. Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
Druk de schakelaar bij draai-ende motor in om de achter-ruitverwarming en de verwar-ming van de buitenspiegels in
te schakelen. Deze gaat na ongeveer 12 minuten automatisch uit.Druk nogmaals op de schakelaar omde achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schakelen. Druk de toets nogmaals in om de achter- ruitverwarming eerder uit te schakelen. Opmerking: Deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruimte is opgeborgen.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL
60
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING Opmerking: De werking van het systeem kan minder zijn wanneer het dak open is.
2 . Automatisch programma "comfort"
Druk op de toets "AUTO". Het systeemregelt de luchtge-
steldheid in het interieur automa-tisch aan de hand van de door u
ingestelde tem peratuur. Hiervoor regelt het
systeem de temperatuur, de luchtopbrengst,
de luchtverdeling naar de luchtroosters enschakelt het indien nodig de airconditioning in.
3. Automatisch programma "zicht"
In sommige gevallen kan hetprogramma "comfort" niettoereikend blijken om de rui-ten condens- en ijsvrij te hou-
den (vocht, veel inzittenden, vorst...).Kies dan het programma "zicht" om deruiten snel te ontwasemen.Automatische werking
1. Temperatuurregeling De gekozen temperatuurwordt weergegeven. Druk op de pijltjestoetsen om de in-stelling te wijzigen. Instelling
op ongeveer 21 biedt een opti-maal comfort.
07-10-2002
UW 206 CC IN DETAIL61
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaaldelijk in om de luchtstroom te ver-delen naar:
Ð de voorruit (ontwasemen en ontdooien).
Ð de voorruit en de beenruimte.
Ð de beenruimte.
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte.
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd. Dezestand, aangegeven op het
display, dient om de toevoer van bui-tenlucht bij stank en stofoverlast af tesluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toets nog-maals in om de automatische toevoervan buitenlucht te hervatten.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toetswordt de airconditioning uitge-schakeld. De aanduiding "ECO"
verschijnt op het display. Druk de
toets nogmaals in om de automatische wer-king van de airconditioning te hervatten. De
aanduiding "A/C" verschijnt op het display.
8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgeschakeld.
De temperatuur zal dan niet meer opti-maal zijn. Het systeem wordt weer opnieuw met de laatste instellingen ingeschakelddoor op de toets "OFF", "AUTO"of
"Zicht" te drukken.
9. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen. De
verwarming wordt automatisch uitge-schakeld. Druk de toets nogmaals inom de achterruitverwarming eerder uitte schakelen. Opmerking: Deze functie is uitge-
schakeld wanneer het dak in de baga- geruimte is opgeborgen. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-service-punt controleren.
Handmatige bediening Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De overi-ge functies worden automatisch gere-geld. Bij het indrukken van de toets
"AUTO" zal het systeem weer volledigautomatisch functioneren.
6. LuchtopbrengstDe luchtopbrengst kanvergroot of verkleindworden door respectie-
velijk de toets + of Ð in te drukken.
Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel. Om het beslaan van de ruiten te voor- komen is het raadzaam de stand"ECO" bij koud of vochtig weer niet tegebruiken.
07-10-2002
Zekering AmpFuncties
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20 A
Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - verlichting bagageruimte - autoradio - regensensor
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd alarmsysteem - regensensor
9 30 A Hydraulische pomp
10 40 A Verwarming buitenspiegels 11 15 A Ruitenwissers
12 30 A Elektrisch bediende ruiten voor
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars
15 15 A
Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 30 A Plafonnier voor - verlichting dashboardkastje - aansteker
S1 Shunt Shunt parc PRAKTISCHE INFORMATIE
106
07-10-2002