Page 57 of 86

6-26
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU03526
Doorbuiging aandrijfketting bijstellen
1. Draai de stelmoer voor de vrije rem-
pedaalslag los en draai de wielas-
moer los.
2. Draai om de aandrijfketting strakker
te stellen de stelplaat aan beide uit-
einden van de swingarm richting a.
Draai om de aandrijfketting losser te
stellen de stelplaat aan beide uitein-
den van de swingarm richting ben
druk vervolgens het achterwiel naar
voren.OPMERKING:Controleer of beide stelplaten dezelfde
stand hebben zodat de wieluitlijning cor-
rect is.1. Wielasmoer
2. Ketting-stelplaatje
3. Stelmoer vrij slag rempedaal
21
a
b
3
DC000096
<>Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale
delen van de motorfiets, waardoor de
ketting kan slippen of breken. Om dit
te voorkomen moet de spanning van
de aandrijfketting binnen het voorge-
schreven bereik blijven.3. Draai de stelmoer voor de vrije rem-
pedaalslag vast en draai dan de
wielasmoer vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
4. Stel de vrije slag van het rempedaal
af. (Zie pagina 6-21 voor afstelpro-
cedures voor de vrije slag van het
rempedaal.)
DW000103
X@Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempe-
daalslag.
DAU01106
Smeren van de aandrijfkettingDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders
zal de ketting snel slijten, met name in
vochtige of stoffige gebieden. Onderhoud
de ketting als volgt.
DC000097
<>De aandrijfketting moet worden
gesmeerd nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen is
gereden.1. Verwijder alle vuil en modder van de
aandrijfketting met een borstel of
een doek.
2. Spuit aan beide zijden en over het
midden van de ketting een kettings-
meermiddel en controleer of alle
schakels en rollers voldoende zijn
geolied.OPMERKING:Vraag een Yamaha dealer de aandrijfket-
ting los te halen om deze grondig te reini-
gen in oplosmiddel.
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
90 Nm (9,0 mákg)
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 55
Page 58 of 86
6-27
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabelsDe werking van alle bedieningskabels
evenals de toestand van de kabels die-
nen v——r iedere rit te worden gecontro-
leerd. De kabels en de uiteinden van de
kabels dienen indien nodig te worden
gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soe-
pel beweegt.
DW000112
X@Beschadiging van de buitenkabel kan
leiden tot een verslechterde bediening
van de kabels en het roesten van de
binnenkabel. Vervang een beschadig-
de kabel zo snel mogelijk om onveilige
condities te voorkomen.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 56
Page 59 of 86

6-28
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU03209
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabelDe werking van de gasgreep en de condi-
tie van de gaskabel moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd, en de
kabel moet zo nodig worden gesmeerd of
vervangen.OPMERKING:Omdat de gasgreep moet worden verwij-
derd om het uiteinde van de gaskabel te
smeren, horen de gasgreep en de gaska-
bel steeds tegelijkertijd te worden
gesmeerd.1. Verwijder de gasgreep door de
schroeven te verwijderen.
2. Maak de gaskabel los, houd deze
omhoog en breng dan enkele drup-
pels olie aan op het kabeluiteinde,
zodanig dat de olie in de buitenkabel
kan druipen.
3. Sluit de gaskabel aan en vet dan het
gaskabelhuis in aan de binnenzijde.
DAU03370
Controleren en smeren van
rem- en schakelpedalenDe werking van het rem- en het schakel-
pedaal moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de pedaalschar-
nierpunten moeten zo nodig worden
gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
4. Vet de metaal-op-metaal contact-
vlakken van de gasgreep in en mon-
teer dan de gasgreep door de
schroeven aan te brengen.
Aanbevolen smeermiddel:
Gaskabel:
Motorolie
Gaskabelhuis en gasgreep:
Lithiumvet (universeel vet)
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 57
Page 60 of 86

6-29
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU03166
Smeren van de
achterwielophangingDe scharnierpunten in de achterwielop-
hanging moeten worden gesmeerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.1. Vetnippel (´2)
1
DAU03165
Controleren en smeren van
zijstandaardDe werking van de zijstandaard moet
voorafgaand aan elke rit worden gecon-
troleerd en het scharnierpunt en de
metaal-op-metaal contactvlakken moeten
zo nodig worden gesmeerd.
DW000113
X@Als de zijstandaard niet soepel
omhoog en omlaag beweegt, vraag
dan een Yamaha dealer deze te contro-
leren of te repareren.
DAU03164
Controleren en smeren van
rem- en koppelingshendelsDe werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden
gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 58
Page 61 of 86

6-30
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU02939
Controleren van de voorvorkDe conditie en de werking van de voor-
vork dienen als volgt te worden gecontro-
leerd op de aangegeven tijdstippen in het
periodieke onderhoud- en smeerschema.
Controleren van de conditie
DW000115
X@Ondersteun de motorfiets op veilige
wijze zodat de motor niet kan omval-
len.Controleer de binnenste buizen op kras-
sen, beschadigingen en overmatige olie-
lekkage.Controleren van de werking
1. Plaats de motorfiets op een horizon-
tale ondergrond en houd hem verti-
caal.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar
beneden om te controleren of de
voorvork soepel in- en uitveert.
DC000098
<>Indien u beschadigingen aantreft of
wanneer de voorvork niet soepel func-
tioneert, dient u deze door een
Yamaha dealer te laten nakijken of
repareren.
DAU00794
Controle van stuursysteemLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is van
de grond.
DW000115
X@Ondersteun de motorfiets op veilige
wijze zodat de motor niet kan omval-
len.
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 59
Page 62 of 86

6-31
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU03503
AccuEen slecht onderhouden accu zal gaan
corroderen en verliest zijn lading snel.
Het elektrolytniveau, de aansluitpolen
voor de accukabels en de ligging van de
ontluchtingsslang moeten worden gecon-
troleerd op slijtage volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU01114
Controles voor het startenDe eigenaar is verantwoordelijk voor de
conditie van de machine. Vitale onderde-
len kunnen bij blootstelling aan weer en
wind vrij snel en onverwachts achteruit-
gaan, ook als de machine niet wordt
gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflek-
kage of het wegvallen van de bandspan-
ning kan ernstige gevolgen hebben. Het
is daarom van belang om voorafgaand
aan elke rit een visuele inspectie uit te
voeren en bovendien de volgende punten
te controleren.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het
ondereinde en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling kan worden gevoeld, vraag
dan een Yamaha dealer het stuur-
systeem te testen.
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 60
Page 63 of 86

6-32
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
4
1
23
5
1. Accu
2. Negatieve accukabel (Zwart)
3. Positieve accukabel (Rood)
4. Accu-ontluchtingsslang
5. AccuriemOm het elektrolytniveau te controleren
1. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-9 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen van het rij-
derzadel.)
2. Maak de negatieve accukabel (Ð) los
van de accu.
3. Maak de positieve accukabel (+) los
en haal de ontluchtingsslang los van
de accu.
4. Haak de accuriem los en trek dan de
accu uit de accuhouder.
1
2
5. Plaats de accu op een vlakke onder-
grond en controleer dan het elektro-
lytniveau in de accu.OPMERKING:Het elektrolytniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.6. Als de elektrolyt bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan gedistilleerd water bij
tot de merkstreep voor maximumni-
veau.1. Merkstreep maximum niveau
2. Merkstreep minimum niveau
DW000116
X@8Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
doordat dit zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden
veroorzaakt. Vermijd contact met
de huid, ogen of kleding en
bescherm uw ogen altijd bij werk-
zaamheden nabij accuÕs. Voer als
volgt EERSTE HULP uit als er
lichamelijk contact is geweest met
elektrolyt.
8UITWENDIG: Spoel met rijkelijk
veel water.
8INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
8OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
8AccuÕs produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
8HOUD DEZE EN ALLE ACCUÕS
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 61
Page 64 of 86

6-33
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt opgeborgen, moet het
soortelijk gewicht van de elektrolyt
minstens eens per maand worden
gecontroleerd; laad de accu dan
steeds volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accu-
kabels correct zijn aangesloten op
de accupolen en kijk of de ontluch-
tingsslang de juiste ligging heeft, in
goede conditie verkeert en niet ver-
stopt of afgekneld is.
1. Accu
2. Accu-ontluchtingsslang
1
2
9. Sluit de positieve accukabel aan op
de positieve accupool (+) en zet de
aansluiting vast.
10. Sluit de negatieve accukabel aan op
de negatieve accupool (-) en zet de
aansluiting vast.
11. Breng het zadel aan.
1. Accu-ontluchtingsslang
1
DC000100
<>Gebruik uitsluitend gedistilleerd water,
leidingwater bevat minerale stoffen die
schade kunnen toebrengen aan de
accu.7. Plaats de accu in de accuhouder en
haak dan de accuriem vast aan de
bevestiging.
8. Sluit de ontluchtingsslang aan op de
accu en let op of de ligging goed is.
5EK-9-D1 (TW125)Oranda 5/23/00 9:51 AM Page 62