Page 49 of 115

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU02937
Aanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) De aanbevolen schakelpunten tijdens ac-
celereren staan vermeld in de tabel hierna.CF-02DOPMERKING:@ Wanneer twee versnellingen tegelijk wordt
teruggeschakeld, moet in gelijke mate snel-
heid worden geminderd (bijvoorbeeld min-
deren tot 35 km/u bij terugschakelen van de
5e naar de 3e versnelling). @
DAU00424
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Probeer de volgende tips om
het brandstofverbruik te verlagen:l
Laat de motor goed warmdraaien.
l
Zet de startcarburateur (choke) zo
snel mogelijk uit.
l
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
l
Laat de motor niet razen terwijl u te-
rugschakelt en voorkom dat de motor
onbelast met een hoog toerental
draait.
l
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU01128
Inrijden van de motor De periode tussen 0 en 1.600 km is de be-
langrijkste periode in de levensduur van uw
motor. Daarom dient u de volgende infor-
matie zorgvuldig te lezen.
Omdat de motor splinternieuw is dient u
deze tijdens de eerste 1.600 km niet over-
matig te belasten. De verschillende onder-
delen van de motor slijten en polijsten
zichzelf totdat de juiste bedrijfsspelingen
zijn bereikt. Vermijd tijdens deze periode
langdurige volgasbediening en andere ma-
noeuvres die tot oververhitting van de mo-
tor kunnen leiden.
Aanbevolen snelheid
(km/u)
1-ste®
2-de
2-de®
3-de
3-de®
4-de
4-de®
5-de
5-de®
6-de20
30
40
50
60
D_5jj_Operation.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM
Page 50 of 115

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-5
5
DAU03172
0–1.000 km
Zorg dat de motor niet langdurig meer dan
5.000 tpm draait.
1.000–1.600 km
Zorg dat de motor niet langdurig meer dan
6.000 tpm draait.
DC000052
LET OP:@ Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd,
moet de motorolie worden ververst en
het oliefilterpatroon of -element worden
vervangen. @1.600 km en verder
De machine kan nu verder normaal worden
gebruikt.
DC000053
LET OP:@ l
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller aanwijst in de rode
zone.
l
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
@
OPMERKING:@ Tijdens en na de inrijperiode van de motor
kan door de hitte van de uitlaatgassen de
uitlaatpijp iets verkleuren, maar dit is volko-
men normaal. @
DAU00460
Parkeren Zet de motor af wanneer u gaat parkeren
en neem de sleutel uit het contactslot.
DW000058
WAARSCHUWING
@ l
Aangezien de motor en het uitlaat-
systeem zeer heet kunnen worden,
dient u op een plek te parkeren
waar voetgangers of kinderen niet
snel in aanraking kunnen komen
met deze onderdelen.
l
Parkeer niet op hellingen of op een
zacht oppervlak. De motor zou hier-
op kunnen omvallen.
@
D_5jj_Operation.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM
Page 51 of 115

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Boordgereedschapsset ........................................ 6-1
Periodiek onderhoud- en smeerschema .............. 6-2
Stroomlijn- en framepanelen verwijderen
en aanbrengen .................................................. 6-5
Controleren van de bougies ................................. 6-7
Motorolie en oliefilterpatroon ............................... 6-8
Koelvloeistof ...................................................... 6-11
Reinigen van het luchtfilterelement .................... 6-15
Afstellen van de carburateurs ............................ 6-17
Afstellen van het stationair toerental .................. 6-17
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel ....... 6-18
Afstellen van de klepspeling .............................. 6-18
Banden .............................................................. 6-19
Wielen ................................................................ 6-22
Afstellen van de vrije slag van
de koppelingshendel ........................................ 6-22
Afstellen van de stand van het rempedaal ......... 6-23
Afstellen van de remlichtschakelaar
achterrem ........................................................ 6-24
Controleren van voor- en achterremblokken ...... 6-24
Controleren van het remvloeistofniveau ............ 6-25
Verversen van de remvloeistof ........................... 6-26
Doorbuiging aandrijfketting ................................ 6-27Smeren van de aandrijfketting .......................... 6-28
Controleren en smeren van de kabels .............. 6-29
Controleren en smeren van gasgreep
en gaskabel ..................................................... 6-29
Smeren van het rempedaal ............................... 6-30
Controleren en smeren van rem- en
koppelingshendels .......................................... 6-30
Controleren en smeren van zijstandaard .......... 6-30
Smeren van de achterwielophanging ................ 6-31
Controleren van de voorvork ............................. 6-31
Controle van stuursysteem ............................... 6-32
Controleren van wiellagers ................................ 6-32
Accu .................................................................. 6-33
Zekeringen vervangen ...................................... 6-34
De koplampgloeilamp vervangen ...................... 6-35
Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen ..... 6-37
Een richtingaanwijzergloeilamp vervangen ....... 6-37
Ondersteuning van de motorfiets ...................... 6-38
Voorwiel ............................................................. 6-39
Achterwiel ......................................................... 6-41
Storingzoeken ................................................... 6-42
Storingzoekschema’s ........................................ 6-43
D_5jj_PeriodicTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM
Page 52 of 115

6-1
6
DAU00462
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU00464
Veiligheid is een verplichting van de eige-
naar. Door periodiek inspecties, afstellin-
gen en smeerbeurten uit te laten voeren,
zorgt u ervoor dat uw voertuig zo veilig en
efficiënt mogelijk blijft. Op de volgende pa-
gina’s wordt de belangrijkste informatie met
betrekking tot inspecties, afstellingen en
smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden in het periodieke on-
derhoud- en smeerschema dient u slechts
als algemene richtlijn voor normale rijom-
standigheden te beschouwen. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WOR-
DEN VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
DW000060
WAARSCHUWING
@ Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent. @
DAU01575
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden in
het opbergcompartiment onder het duoza-
del. (Zie pagina 3-14 voor de werkwijze bij
het verwijderen van het duozadel.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te helpen
bij het uitvoeren van preventief onderhoud
en kleine reparaties. Het gebruik van extra
gereedschap zoals een momentsleutel kan
echter nodig zijn om bepaalde onder-
houdswerkzaamheden correct uit te voe-
ren.
OPMERKING:@ Indien u niet over het gereedschap beschikt
dat voor sommige werkzaamheden vereist
is, laat de betreffende werkzaamheden dan
door een Yamaha dealer uitvoeren. @
DW000063
WAARSCHUWING
@ Wijzigingen die niet door Yamaha zijn
goedgekeurd kunnen leiden tot een
slechtere en onveilige werking van de
machine. Raadpleeg een Yamaha dealer
voordat u zelf wijzingen aanbrengt. @
1. Boordgereedschapsset
D_5jj_Periodic.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM
Page 53 of 115

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU00473
Periodiek onderhoud- en smeerschema
CP-02DNr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEerstemaal
1.000 kmIedere Iedere
Jaarlijkse
controle
10.000 km 20.000 km
1*Brandstofleiding• Brandstofslangen en vacuümslangen controleren op barsten of andere
schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
2*Brandstoffilter• Controleren.
• Vervangen indien nodig.Ö
3 Bougies• Controleren.
• Reinigen, elektrodenafstand bijstellen, indien nodig vervangen.Ö
4*Kleppen• Klepspeling controleren.
• Bijstellen indien nodig.Iedere 40.000 km
5 Luchtfilter
• Reinigen, indien nodig vervangen.Ö
6 Koppeling• Controleren.
• Kabel bijstellen of vervangen. ÖÖ
7*Voorrem• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen. (Zie
OPMERKING op blz. 6-4.)
• Corrigeren naar vereist.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖ Ö
8*Achterrem• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen. (Zie
OPMERKING op blz. 6-4.)
• Corrigeren naar vereist.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖ Ö
9*Remslang• Controleren op balans, uitloop en schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
10*Wielen• Controleren op barsten of andere schade.
• Herbalanceren of vervangen indien nodig.Ö
11*Banden• Controleren op profieldiepte en schade.
• Vervangen indien nodig.
• Bandenspanning controleren.
• Corrigeren indien nodig.Ö
12*Wiellagers• Lagers controleren op loszitten of schade.
• Vervangen indien nodig.Ö
13*Zwaaiarm• Scharnierpunt controleren op speling.
• Corrigeren indien nodig.
• Smeren met vet op lithiumzeepbasis.Ö
D_5jj_Periodic.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM
Page 54 of 115

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
14 Aandrijfketting• Controleren op overmatige speling.
• Bijstellen indien nodig. Zorgen dat achterwiel juist is uitgelijnd.
• Reinigen en smeren. Iedere 1.000 km of na het wassen van de motorfiets
of een rit in de regen.
15
*Stuurlagers• Controleren op speling en soepele stuurbeweging.
• Corrigeren naar vereist. ÖÖ
• Smeren met lithiumzeepvet. Iedere 24.000 km
16*Bevestigingspunten aan het
frame• Controleren of alle bouten, moeren en schroeven stevig vast zitten.
• Aandraaien indien nodig.ÖÖ
17 Zijstandaard• Controleren.
• Smeren en rapareren indien nodig.ÖÖ
18*Zijstandaardschakelaar• Controleren.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ Ö
19*Voorvork• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Corrigeren naar vereist.Ö
20*Achterschokbreker• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Gehele schokbrekerset vervangen indien nodig. Ö
21*Scharnierpunten
achterophanging-verbindin
gsarmen• Controleren.
• Corrigeren indien nodig.Ö
22*Carburateurs• Controleren op stationair-toerental, synchronisatie en werking starter.
• Bijstellen indien nodig.ÖÖ Ö
23 Motorolie• Controleren op oliepeil en olielekkage.
• Corrigeren indien nodig.
• Verversen. (Voor aftappen eerst motor laten warmdraaien.)ÖÖ Ö
24 Motorolie-filtercassette
• Vervangen.ÖÖ
25*Koelsysteem• Controleren op koelvloeistofpeil en koelvloeistoflekkage.
• Corrigeren indien nodig.ÖÖ
• Koelvloeistof verversen.Ö
26*Voor- en
achterremschakelaars• Controleren.
• Corrigeren naar vereist.ÖÖ Ö
27 Bewegende delen en kabels
• Smeren indien nodig.ÖÖ
28*Luchtinlaatsysteem • Luchtafsluitklep en membraanklep controleren op schade.
• Indien nodig het complete luchtinlaatsysteem vervangen.Ö
29*Knaldemper en uitlaatpijp• Schroefklem controleren op loszitten.
• Indien nodig vastzetten.ÖÖ Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEerstemaal
1.000 kmIedere Iedere
Jaarlijkse
controle
10.000 km 20.000 km
D_5jj_Periodic.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM
Page 55 of 115

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
* Aangezien voor deze onderdelen speciaal gereedschap, speciale informatie en speciale vaardigheden vereist zijn, dient u het onderhoud te laten uitvoe-
ren door een Yamaha dealer.
DAU03126
OPMERKING:@ l
De jaarlijkse controles dienen één maal per jaar te worden uitgevoerd, ongeacht het aantal gereden kilometers.
l
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
l
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul dit zonodig bij.
• U dient iedere twee jaar de interne onderdelen van de hoofdremcilinder en remklauw te vervangen en de remvloeistof te verver-
sen.
• De remslangen dienen iedere vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
@30
*Elektrische onderdelen• Werking controleren.
• Corrigeren indien nodig.
• Koplampbundel bijstellen indien nodig.ÖÖ Ö Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEerstemaal
1.000 kmIedere Iedere
Jaarlijkse
controle
10.000 km 20.000 km
D_5jj_Periodic.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM
Page 56 of 115
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU01139
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de hierboven afgebeelde
stroomlijn- en framepanelen worden verwij-
derd. Neem deze paragraaf door wanneer
een stroomlijn- of framepaneel moet wor-
den verwijderd of aangebracht.
DAU01254
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van het stroomlijnpaneelDraai de snelschroeven los en verwijder de
gewone schroeven ze en haal dan het
stroomlijnpaneel los.Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en draai dan de snelschroe-
ven vast en breng de gewone schroeven
aan.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B
3. Paneel A
1. Snelschroef (´ 4)
2. Schroef
1. Snelschroef (´ 4)
2. Schroef
D_5jj_Periodic.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM