FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
Contactslot/stuurslot ............................................ 3-1
Controlelampjes ................................................... 3-2
Snelheidsmeterunit .............................................. 3-6
Toerenteller .......................................................... 3-7
Zelfdiagnosesystemen ......................................... 3-7
Antidiefstal-alarm (optie) ...................................... 3-8
Stuurschakelaars ................................................. 3-9
Koppelingshendel .............................................. 3-10
Schakelpedaal ................................................... 3-10
Remhendel ........................................................ 3-11
Rempedaal ........................................................ 3-11
Brandstoftankdop ............................................... 3-11
Brandstof ........................................................... 3-12Tankbeluchtingsslang ........................................ 3-13
Chokehendel ..................................................... 3-13
Zadels ............................................................... 3-14
Helmbevestiging ................................................ 3-15
Opbergcompar timent ........................................ 3-16
Afstellen van de voorvork .................................. 3-16
Afstellen van de schokdemper .......................... 3-18
Afstemmen van instellingen voor voor- en
achtervering .................................................... 3-21
Bagageriembevestiging ..................................... 3-22
EXUP-systeem .................................................. 3-22
Zijstandaard ...................................................... 3-23
Startspersysteem .............................................. 3-23
D_5jj_FunctionsTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:24 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-8
3
Gebruik het schema hierna om het defecte
elektrisch circuit te identificeren.CB-26DAls de toerenteller een dergelijke foutcode
weergeeft, noteer dan de circuitnumme-
raanduiding aangegeven in tpm en vraag
een Yamaha dealer de motor te controle-
ren.
DC000004
LET OP:@ Wanneer de toerenteller een foutcode
aangeeft, moet de motorfiets zo spoedig
mogelijk worden gecontroleerd om mo-
torschade te voorkomen. @
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het circuit van het
waarschuwingslampje olieniveau. Als het
waarschuwingslampje olieniveau defect is,
wordt de volgende cyclus herhaald totdat
de storing is opgeheven: Het waarschu-
wingslampje knippert acht keer en dooft
dan gedurende drie seconden. Vraag in dat
geval een Yamaha dealer de motorfiets te
controleren.
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
Diagnose-
toerental
Defect circuit
3.000 tpm
Gasklepsensor
4.000 tpm
Rijsnelheidssensor
7.000 tpm
EXUP-systeem
D_5jj_Functions.fm Page 8 Wednesday, February 2, 2000 3:24 PM
10-INDEXAAanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland)........................5-4
Aandrijfketting, smeren van.................... 6-28
Aanzicht linkerzijde ..................................2-1
Aanzicht rechterzijde................................2-2
Accu ...................................................... 6-33
Achterwiel .............................................. 6-41
Aanbrengen...................................... 6-42
Verwijderen ...................................... 6-41
Achterwielophanging, smeren ................ 6-31
Antidiefstal-alarm (optie) ..........................3-8BBagageriembevestiging ......................... 3-22
Banden .................................................. 6-19
Boordgereedschapsset ............................6-1
Bougies, controleren van .........................6-7
Brandstof ............................................... 3-12
Brandstoftankdop................................... 3-11
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig..... 5-4CCarburateurs, afstellen van de ............... 6-17
Chokehendel.......................................... 3-13
Contactslot/stuurslot ................................3-1
Controlelampjes .......................................3-2
Brandstofniveau,
waarschuwingslampje...................... 3-2
Controlelampje grootlicht ....................3-2
Controlelampje
koelvloeistoftemperatuur ..................3-3
Controlelampje richtingaanwijzers ......3-2
Controlelampje vrijstand .....................3-2
Waarschuwingslampje olieniveau ...... 3-3
Controlelijst voor gebruik......................... 4-1
DDoorbuiging aandrijfketting .................... 6-27
Afstellen ........................................... 6-27
Controleren ...................................... 6-27EEXUP-systeem ...................................... 3-22GGasgreep en gaskabel,
controleren en smeren van .................. 6-29HHelmbevestiging .................................... 3-15IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijden van de motor ............................... 5-4
Instellingen voor voor- en achtervering .. 3-21KKabels, controleren en smeren .............. 6-29
Klepspeling, afstellen van de ................. 6-18
Koelvloeistof .......................................... 6-11
Controleren ...................................... 6-11
Verversen ........................................ 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-35
Koppelingshendel .................................. 3-10
Koppelingshendel, afstellen van
de vrije slag ......................................... 6-22LLuchtfilterelement, reinigen .................... 6-15
MModelinformatiesticker .............................9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ....................6-8
Motor, starten van een koude...................5-1
Motor, starten van een warme..................5-3OOndersteuning van de motorfiets ...........6-38
Opbergcompartiment .............................3-16PParkeren ..................................................5-5
Periodiek onderhoud- en smeerschema ...6-2RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren .........................6-30
Remhendel ............................................3-11
Remlicht/achterlicht, vervangen van
gloeilamp in .........................................6-37
Remlichtschakelaar achterrem,
afstellen van ........................................6-24
Rempedaal ............................................3-11
Rempedaal, smeren...............................6-30
Rempedaalstand, afstellen van de .........6-23
Remvloeistofniveau, controleren van......6-25
Remvloeistof, verversen van de .............6-26
Richtingaanwijzergloeilamp,
vervangen ............................................6-37SSchakelaars en instrumenten ...................2-3
Schakelen van versnellingen....................5-3
Schakelpedaal .......................................3-10
Schokdemper, afstellen van de ..............3-18
D_5jjIX.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:29 PM