
195
Praktische informatie
7Montagetips
► Als u onderweg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de kant van de weg
op een vlakke ondergrond stil.
►
T
rek de parkeerrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
►
Monteer de sneeuwkettingen en volg daarbij de
aanwijzingen van de fabrikant.
►
Rijd voorzichtig weg en blijf kort met een snelheid
van maximaal 50
km/h rijden.
►
Zet de auto stil en controleer of de
sneeuwkettingen goed zijn gespannen.
We raden u aan om het monteren van sneeuwkettingen altijd op een vlakke, droge
ondergrond te oefenen voordat u op reis gaat.
Rijd niet met de sneeuwkettingen op wegen zonder sneeuw, omdat de banden van de
auto en het wegdek dan beschadigd raken. Als
de auto lichtmetalen velgen heeft, controleer dan
of geen enkel deel van de kettingen of
bevestigingen de velg raakt.
Eco-mode
Dit systeem regelt de maximale gebruiksduur
van bepaalde functies bij afgezet contact om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het
audio- en telematicasysteem, het dimlicht en de
interieurverlichting in totaal nog maximaal ongeveer
40 minuten gebruiken.
Activering van de modus
Er wordt een melding weergegeven als de eco-
mode wordt geactiveerd: de actieve functies worden
in stand-by gezet.
Als u op dat moment aan het telefoneren bent, kunt u het gesprek nog ongeveer 10
minuten via het handsfree systeem van het
audiosysteem voortzetten.
Afsluiten van de eco-mode
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de motor
wordt gestart.
Als u de functies direct weer wilt gebruiken, start dan
de motor en laat deze draaien:
–
Minder dan 10 minuten om de functies ongeveer 5
minuten te kunnen gebruiken.
–
Meer dan 10 minuten om de functies ongeveer 30
minuten te kunnen gebruiken.
Laat de motor de aangegeven tijd draaien om
er zeker van te zijn dat de accu voldoende is
opgeladen.
Vermijd het herhaaldelijk of continu starten van de
motor om de accu bij te laden.
Als de accu leeg is, kan de motor niet gestart worden.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de 12V-accu/hulpaccu.
Spaarfase
Dit systeem regelt het gebruik van bepaalde functies
van de auto afhankelijk van de laadtoestand van de
accu.
Tijdens het rijden kunnen enkele functies, zoals
de airconditioning en achterruitverwarming,
tijdelijk worden uitgeschakeld in verband met de
laadtoestand van de accu.
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de accu dit
toelaat.
Motorkap
Werkzaamheden in de motorruimte Wees voorzichtig met voorwerpen of
kleding die in de bladen van de koelventilator of
in bepaalde bewegende componenten kunnen
komen - kans op verstikking en ernstig letsel!
Benzine-, diesel- of hybrideauto's (Stop &
Start/e-Auto-stand)
Voordat u werkzaamheden onder de motorkap
uitvoert, moet u altijd eerst het contact afzetten

200
Praktische informatie
Uitvoeringen met Stop & Start zijn voorzien van een 12V-loodaccu met speciale
technologie en specificaties.
Deze accu mag uitsluitend worden vervangen
door een PEUGEOT-dealer of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik (bijvoorbeeld stof en veel stadsverkeer) daartoe
aanleiding geven, moet het twee keer zo vaak
worden vervangen.
Een verstopt interieurfilter kan een negatief effect op de werking van het
airconditioningssysteem hebben en nare geurtjes
veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving en het gebruik (bijvoorbeeld stof en veel stadsverkeer) daartoe
aanleiding geven, moet het twee keer zo vaak
worden vervangen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen ook het oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verstopt begint te raken, gaat dit waarschuwingslampje tijdelijk
branden, in combinatie met een
waarschuwingsmelding.
Regenereer het roetfilter zodra de
verkeersomstandigheden dit toelaten door ongeveer
15 minuten met een snelheid van minimaal 60
km/h
en een motortoerental van minimaal 2.500 omw/min
te rijden (totdat het waarschuwingslampje uit gaat).
Als u geen snelheid van 60
km/h kunt bereiken,
laat de motor dan ongeveer 15 minuten
stationair draaien en rijd dan 15 minuten met een
motortoerental van meer dan 2.500 omw/min.
Zet de motor pas uit als het filter volledig is geregenereerd; bij herhaalde intervallen kan
de kwaliteit van de motorolie vroegtijdig afnemen.
We raden u niet aan om het filter te regenereren
terwijl de auto stilstaat.
Als er langere tijd met een zeer lage snelheid wordt gereden of de motor
langdurig stationair draait, kan er in uitzonderlijke
gevallen waterdamp uit de uitlaat komen als u
gas geeft. Deze emissies hebben geen invloed
op het rijgedrag en het milieu.
Nieuwe auto Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar
keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een
brandlucht ruiken. Dit is volkomen normaal.
Handgeschakelde
versnellingsbak
De transmissie is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Het kan gebeuren
dat u de remblokken vaker tussen twee
onderhoudsbeurten moeten laten controleren.
Als er geen lek in het remsysteem zit, betekent een
daling in het remvloeistofniveau dat de remblokken
zijn versleten.
Na het wassen kan er zich een laagje vocht of onder winterse omstandigheden ijs
vormen op de remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen. Rem een
paar keer lichtjes om de remmen vocht- en ijsvrij
te maken.
Slijtage remschijven
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor informatie
over het controleren van de slijtage van de
remschijven.

238
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
PEUGEOT i-Connect
Advanced - PEUGEOT
i-Connect
Gps-navigatie - Apps -
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen verschillen afhankelijk van de uitvoering en
de configuratie van de auto, en van het land van
verkoop.
Om veiligheidsredenen en omdat deze handelingen de aandacht van de bestuurder
vereisen, moeten deze handelingen worden
uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en het
contact is ingeschakeld:
–
Het koppelen van de smartphone met het
systeem via Bluetooth
®.
–
Het gebruik van de smartphone.
–
V
erbinding maken met Mirror Screen
(Apple
®CarPlay® of Android Auto).
–
Het wijzigen van de systeeminstellingen en de
configuratie.
De melding Eco-modus wordt weergegeven wanneer het systeem in
stand-by wordt gezet.
Ga voor informatie over de Eco-modus naar het
deel "Praktische informatie".
AM-radio is niet beschikbaar in elektrische auto's.
WaarschuwingHet navigatiesysteem is een rijhulp. Het
vervangt de bestuurder niet. De bestuurder
dient alle navigatie-instructies nauwkeurig te
controleren.
Als u de navigatie gebruikt, accepteert u de
volgende voorwaarden:
https://www.tomtom.com/en_gb/legal/
eula-automotive/?388448
De eerste stappen
Het systeem wordt ingeschakeld als het contact wordt aangezet.
Kort indrukken, contact uit: systeem aan / uit.
Kort indrukken, contact aan: geluid dempen /
herstellen.
Lang indrukken, contact aan: start stand-bymodus
(geluid dempen, schermen en klokweergave uit).
Draaien: volume instellen.
Informatie
Dit systeem biedt toegang tot: –
Bediening van audioapparatuur en telefoon met
weergave van bijbehorende informatie.
–
Connected Services en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
Bedieningsknoppen van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie afhankelijk
van de uitrusting
–
Spraakherkenning (afhankelijk van de uitrusting).
–
T
ijd en buitentemperatuur.
–
Bediening van de verwarming / airconditioning en
weergave van de instellingen.
–
Instellingen voor rijhulpsystemen, comfort-
en veiligheidsfuncties, uitgebreid head-up
display (afhankelijk van uitrusting en uitvoering),
audiosysteem en digitaal instrumentenpaneel.
–
Instellingen van functies specifiek voor plug-in
hybrideauto's.
–
Instellingen van functies specifiek voor elektrische
auto's.
–
W
eergave van de parkeerhulpsystemen.
–
Interactief instructieboekje.
–
T
rainingsvideo's (bijvoorbeeld schermbeheer,
rijhulpsystemen, spraakherkenning).
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:
–
De buitentemperatuur gedetecteerd door de
sensoren van de auto (er wordt een blauw symbool
weergegeven bij kans op gladheid).
–
Herinnering ingestelde temperatuur voor
de airconditioning aan de bestuurders- en
passagierszijde.

242
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
Selecteer het "Aanpassingen"-tabblad in de lijst.
Druk op het veld "Displays".
Er wordt een pagina weergegeven die in 2 delen is
verdeeld.
U kunt op elk moment op de toets HOME drukken
om deze pagina af te sluiten.
Het scherm personaliseren
Druk op het potlood in het "Aanraakscherm aanpassen"-gedeelte.
U ziet nu hoe de verschillende widgets op de
beginpagina (HOME) zijn georganiseerd.
Een Widget is een verkleind venster van
een app of dienst.
Een Widget toevoegen
Om een Widget toe te voegen drukt u op
" W
idget" links op het scherm.
Of
Druk op een van deze toetsen op het scherm.
Selecteer de gewenste Widget.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar de vorige pagina.
De widgets op een beginpagina
organiseren (HOME)
Wanneer u een Widget wilt verplaatsen, houdt u
deze ingedrukt en sleept u hem naar de gewenste
locatie.
Een pagina toevoegen
Om een pagina toe te voegen drukt u op
" Pagina
" links op het scherm.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar de vorige pagina.
EenWidget verwijderen
Om een Widget naar de prullenbak te verplaatsen houdt u deze ingedrukt en
versleept u hem naar de prullenbak.
Het instrumentenpaneel
personaliseren
Druk op het potlood in het "Informatie voor de bestuurder aanpassen"-gedeelte.
De aanpassing van de organisatie van de
verschillende Widget wordt in realtime op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Een Widget is een verkleind venster van
een app of dienst.
Een Widget toevoegen
Om een Widget toe te voegen drukt u op
" W
idget" links op het scherm.
Of
Druk op een van deze toetsen op het scherm.
Selecteer de gewenste Widget.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar de vorige pagina.
EenWidget verwijderen
Om een Widget naar de prullenbak te verplaatsen houdt u deze ingedrukt en
versleept u hem naar de prullenbak.
Personalisering i-Toggles
(afhankelijk van de uitrusting)
Open op het middelste scherm de pagina met de
toets die u wilt toevoegen.
Deze snelkoppelingen worden gebruikt voor toegang tot een app (pagina voor
bijvoorbeeld de airconditioning of radio) of om
een handeling uit te voeren (zoals de
temperatuur op 21° instellen of een
geselecteerde contactpersoon uit het
telefoonboek bellen).
Houd de snelkoppeling die u wilt vervangen ingedrukt.
Er wordt een venster op het middelste scherm
weergegeven met daarop alle beschikbare
snelkoppelingen in vakjes.
U krijgt ook een melding over de volgende stap die
u moet doen.
Selecteer de nieuwe gewenste snelkoppeling. Deze
wordt gekopieerd in i-Toggles en vervangt de eerder
geselecteerde snelkoppeling. U wordt ook met een
melding geïnformeerd.
Druk op deze toets of de hoofdtoets "Thuis" om deze functie af te sluiten.

244
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
Het systeem ondersteunt twee talen die worden
gebruikt wanneer er wordt gereden in gebieden die
niet door een mobiel netwerk worden gedekt.
Deze talen, die ingebouwde talen worden genoemd,
zijn in het systeem gedownload.
Als de gekozen taal niet is gedownload, verschijnt
er een melding op het scherm zodra het mobiele
netwerk voor het eerst geen verbinding meer heeft
en wordt aangeboden om de taal te downloaden.
Download deze nieuwe taal van tevoren via het
Wi-Fi-netwerk om deze in alle gebieden te kunnen
gebruiken (zet het contact aan zonder de motor te
starten).
Voer de downloadprocedure uit die op het scherm
wordt weergegeven.
Wanneer deze nieuwe taal wordt gedownload,
wordt de ingebouwde taal die het minst is gebruikt,
verwijderd.
Informatie - Het systeem
gebruiken
Wanneer gesproken commando's zijn ingeschakeld, moet u uw commando na het
geluidssignaal geven.
Voor commando's in verschillende fasen vindt
interactie met het systeem plaats om het eerste
verzoek te voltooien.
Sommige commando's worden na 7 seconden
automatisch gevalideerd.
Als het systeem uw commando niet kan uitvoeren,
wordt dit aangegeven door een gesproken bericht
en een melding op het scherm.
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Spraakassistent"-tabblad in de lijst.
Inschakelen/uitschakelen:
–
"Detecteer (activeringswoord)": om de
stemherkenning op te roepen met het trefwoord "OK
Peugeot".
–
"Gebruik van gegevens": om onze aanbieder
toestemming te geven om uw gegevens opnieuw te
gebruiken zodat hij ondersteuning op het gebied van
spraakherkenning en spraakassistentie wereldwijd
kan verbeteren.
Spraakassistent/Gebruik van gegevens De locatie van het voertuig en de
stemopnames worden niet geregistreerd; alleen
teksttranscripties van uw gesprekken met de
spraakassistent worden bewaard, nadat ze zijn
gepseudonimiseerd.
De spraakherkenning openen
Gesproken commando's kunnen worden gebruikt op elke schermpagina op
voorwaarde dat er geen andere functies actief zijn
die prioriteit hebben (achteruitrijden, noodoproep of
pechhulpoproep, telefoongesprek of wanneer de
spraakherkenning van een andere smartphone al
wordt gebruikt).
De spraakherkenning kan als volgt worden geopend:
►
Zeg
"OK Peugeot".
of
►
Druk op de toets op het stuurwiel.
of
► Druk op de toets op het touchscreen.
Houd rekening met het volgende om ervoor te zorgen dat het systeem uw gesproken
commando's altijd herkent:
–
Spreek met een normale stem de woorden
natuurlijk en volledig uit, zonder uw stem te
verheffen.
–
Na het openen van de spraakherkenning
met de toets op het stuurwiel of de toets op
het touchscreen moet u altijd wachten op de
pieptoon (geluidssignaal) voordat u begint
te praten. Er klinkt geen piep wanneer de
spraakherkenning met “OK Peugeot" wordt
geopend.
–
V
oor een optimale werking raden wij u aan om
de ruiten en het schuif- / kanteldak (afhankelijk
van de uitvoering) te sluiten om geluiden van
buiten te voorkomen. Schakel ook de ventilatie
uit.
–
V
raag de andere passagiers om stil te zijn
voordat u gesproken commando's geeft.
Voorbeeld van een gesproken commando voor de airconditioning:
"zet de ventilator harder"
"Zet de airconditioning aan"
"ik heb het te heet"
Voorbeeld van een gesproken commando voor radio en media:
"Ik wil naar michael jackson luisteren"
"schakel over naar radio"
"stem af op 88.5"

256
Registratie van autogegevens en privacy
reparatiewerkzaamheden of op uw verzoek worden
gereset.
Comfort- en
infotainment-functies
Comfort- en gepersonaliseerde instellingen kunnen
in de auto worden opgeslagen en op elk moment
aangepast of opnieuw ingesteld worden.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
kan dit het volgende omvatten:
–
Instellingen voor de positie van stoel en stuurwiel.
–
Instellingen voor chassis en airconditioning.
–
Gepersonaliseerde instellingen, zoals de
interieurverlichting.
U kunt uw eigen gegevens in het audio- en
telematicasysteem van de auto invoeren, als
onderdeel van de geselecteerde functies.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
kan dit het volgende omvatten:
–
Multimediagegevens zoals muziek, video's of
foto's die met een geïntegreerd multimediasysteem
moeten worden gelezen.
–
Gegevens uit het adresboek voor gebruik met
een geïntegreerd handsfree-systeem of een
geïntegreerd navigatiesysteem.
–
Ingevoerde bestemmingen.
–
Gegevens over het gebruik van online diensten.
Deze gegevens voor de comfort- en infotainment-
functies kunnen lokaal in de auto worden
opgeslagen of op een apparaat dat u in de auto hebt
aangesloten (zoals een smartphone, een USB-stick of een MP3-speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd, kunnen op elk moment worden gewist.
De gegevens kunnen op uw verzoek ook naar een
locatie buiten de auto worden gestuurd, vooral bij
gebruik van online diensten in overeenstemming
met de geselecteerde instellingen.
Integratie van een Smartphone
(zoals
Android Auto
® of
Apple
®CarPlay®)
Afhankelijk van de uitrusting van uw auto
kunt u uw smartphone of een ander mobiel
apparaat aansluiten in de auto, zodat het met
de geïntegreerde bedieningsfuncties van de
auto kan worden bediend. Beelden en geluid
van de smartphone kunnen via het audio- en
telematicasysteem worden verstuurd. Tegelijkertijd
wordt er specifieke informatie naar uw smartphone
gestuurd. Afhankelijk van het type integratie omvat
dit gegevens zoals locatie, dag-/nachtmodus en
andere algemene informatie over de auto. Zie de
gebruikersinstructies voor de auto of het audio- en
telematicasysteem voor meer informatie.
Met het integreren van een smartphone kunt
u de apps op de telefoon gebruiken, zoals een
navigatie-app of muziekspeler. Er is geen andere
integratie tussen de smartphone en de auto mogelijk
en dit geldt met name voor directe toegang tot
autogegevens. Hoe de gegevens daarna worden
verwerkt, wordt bepaald door de leverancier van de
gebruikte app. De mogelijkheid om instellingen te veranderen is afhankelijk van de betreffende app en
van het besturingssysteem op uw smartphone.
Online diensten
Als uw auto met een draadloos netwerk is
verbonden, kunnen gegevens worden uitgewisseld
tussen de auto en andere systemen. Verbinding
met een draadloos netwerk is mogelijk via een
zender in uw auto of een mobiel apparaat dat u
hebt verbonden (zoals een smartphone). De online
diensten kunnen via deze draadloze verbinding
worden gebruikt. Deze omvatten online diensten en
apps die door de fabrikant en andere leveranciers
aan u zijn geleverd.
Exclusieve diensten
Met betrekking tot de online diensten van de
fabrikant worden de betreffende functies door
de fabrikant in een geschikt medium beschreven
(bijvoorbeeld in het instructieboekje of op de
website van de fabrikant). Voor online diensten
kunnen persoonsgegevens worden gebruikt.
Gegevens worden voor dit doeleinde via een
veilige verbinding uitgewisseld, bijvoorbeeld via
speciale computersystemen van de fabrikant.
Het verzamelen, verwerken en gebruiken van
persoonsgegevens voor de ontwikkeling van
diensten worden uitsluitend uitgevoerd op basis van
wettelijke autorisatie, bijvoorbeeld bij een wettelijk
verplicht noodoproepsysteem, of op basis van een
contract of andere overeenkomst.
U kunt de diensten en functies activeren en
deactiveren (sommige zijn oplaadbaar) en in

258
Index
12V-aansluiting 64
12V-accu
195, 199–200, 217–218, 217–224
48V-accu
170, 222
A
Aanhanger 88, 188
Aanhangergewichten
228–232, 235
Aansluiting 12 V
64, 71
ABS
87
Accessoires
83
Accessoires, elektrisch
83
Accu laden
218–219, 221–222, 221–223
Achterbank
55
Achterklep
38
Achterlichten
216
Achterruitverwarming
61
Achteruitrijcamera
125, 160–162
Achteruitrijlicht
216–217
Actieradius
10
Actieradius AdBlue®
22, 199
Active LED Vision
74, 77
Active Safety Brake
148–149, 151
Adaptieve snelheidsregelaar
130–131, 135–136
AdBlue®
22, 201
AdBlue® bijvullen
202
AdBlue®-reservoir
202
Afmetingen
236
Afstandsbediening
31–36
Afstellen van de koplamphoogte
74
Afzetten van de motor
104–105
Airbags 91–95
Airbags vóór
92–93, 96
Airconditioning
57–58, 61
Alarmknipperlichten
83, 207
Alarmsysteem
42–43
Allesdragers
192–193
Antiblokkeersysteem (ABS)
87
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
33
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
88
Apps
28, 30
Armleuning achter
67
Armleuning vóór
65
Audioversterker
66
Autogegevens
11, 255
Automatische airconditioning ~ Airconditioning,
automatische
61
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
58
Automatische ruitenwissers
80
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
109, 111–113, 116, 200, 218
Automatisch inschakelen verlichting
74
Automatisch noodremsysteem
148–149, 151
B
Bagagenet 68
Bagagenet voor hoge belading
70
Bagageruimte
38–39, 41, 71
Banden
201, 237
Banden oppompen
201, 237
Bandenreparatieset 208–209
Bandenspanning
201, 210, 237
Bandenspanningscontrole (met set)
209, 211
Bandenspanning te laag (detectie)
123
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening,
batterij
37
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
37
Bekerhouder
63
Beladen
192–193
Benzinemotor
119, 197, 229
Bergingsauto of trailer (slepen)
226
Bijvullen AdBlue®
199, 202
Binnenspiegel
54
BlueHDi
22, 199, 207
Bluetooth (handsfree set)
247
Bluetooth (telefoon)
247
Bluetooth-verbinding
247
Boordcomputer
26–27
Boordgereedschap
71, 207–209
Brandstof
9, 167
Brandstofadditief
199–200
Brandstofniveaumeter
167
Brandstoftank
167–168
Brandstof tanken
167–168
Brandstoftank leeg (diesel)
207
Brandstofverbruik
9, 23
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
167–168
Buitenspiegels
53–54, 61, 157
Buitenverlichting
75