8.3 Initialisatie
8.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud aan
de auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat het systeem weer op de
juiste manier werkt:
Overzicht van te initialiseren onderdelen
Onderwerp Wanneer initialiseren Zie
Elektrisch bedienbare ach-
terklep
*■Na het aansluiten of vervangen van de
12V-accuBlz. 120
Toyota Parking Assist-
sensor
*■Na het aansluiten of vervangen van de
12V-accuBlz. 242
PKSB (Parking Support
Brake)
*■Na het aansluiten of vervangen van de
12V-accuBlz. 258
Bandenspanningswaar-
schuwingssysteem■Bij het wijzigen van de bandenspanning
(bijvoorbeeld omdat u de rijsnelheid
aanzienlijk gaat veranderen)
■Bij het wijzigen van de bandenspanning
omdat er een andere bandenmaat
gemonteerd is
■Bij het wisselen van wielen
■Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerdBlz. 334
*Indien aanwezig
8.3 Initialisatie
425
8
Voertuigspecificaties
• Staat het contact AAN?
Als u de selectiehendel niet in een
andere stand kunt zetten na het
intrappen van het rempedaal terwijl
het contact AAN staat (→blz. 178)
Het stuurwiel kan niet
worden gedraaid nadat het
hybridesysteem is
uitgeschakeld
• Auto's met stuurslotfunctie: Het
wordt automatisch vergrendeld om
diefstal van de auto te voorkomen.
(→Blz. 171)
De ruiten kunnen niet wor-
den geopend of gesloten
met de schakelaars van de
ruitbediening
• Is de blokkeerschakelaar van de
ruitbediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten,
behalve die van het
bestuurdersportier, kunnen niet
worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening wordt ingedrukt.
(→Blz. 151)
Het contact wordt automa-
tisch UIT gezet
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
(→Blz. 174)
Tijdens het rijden klinkt
een waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippertDragen de bestuurder en de
passagiers hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 368)
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 181)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers. (→Blz. 365,
blz. 373)
Er wordt een alarm geacti-
veerdendeclaxonklinkt
(auto's met alarmsysteem)
• Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het
alarm klinken. (→Blz. 67)
Het alarm kan op een van de volgende
manieren worden gestopt:
• Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie of de
afstandsbediening.
• Schakel het hybridesysteem in.
Bij het verlaten van de auto
klinkt een
waarschuwingszoemer
• Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 373)
Er gaat een waarschu-
wingslampje branden of er
wordt een waarschu-
wingsmelding
weergegeven
• Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan blz. 365,
blz. 373.
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
429
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........216
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........226
Ondersteunde soorten
verkeersborden............232
Ondersteunende systemen.....265
Ondersteunend systeem......196
Overzicht systeem..........256
Overzicht van de ondersteunende
systemen................265
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*. . . .259
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)*.................261
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .200
PKSB (Parking Support Brake)* . .253
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................254
RCTA ..................249
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) .248
Rijden in de afstandsregelmodus .223
Rijmodusselectieschakelaar. . . .262
RSA (Road Sign Assist)*.......231
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........227
Selecteren van een rijmodus. . . .262
Sensoren................196
Signaleerbare objecten en
beschikbaarheid functie.......200
Soorten sensoren.......260 , 261
Systeemfuncties...........200
Systeem- onderdelen .220 , 236, 240,
248
Toyota Parking Assist-sensor* . . .240
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........241
Toyota Safety Sense.........196
Trail-modus..............263
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........226
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie........259
Voorbeeld van het in werking
treden van de functie........261
Waarschuwingsfunctie.......234
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling
hybridesysteem en remregeling . .255Weergave op het multi-
informatiedisplay...........232
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object...........246
Werking Blind Spot Monitor. . . .238
Wijzigen van de ingestelde
snelheid................224
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........225
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....203
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bagageafdekking...........300
Bagagehaken.............299
Bagagenethaken
...........299
Bekerhouders.............296
Consolevak..............296
Dashboardkastje...........296
Extra opbergvakken......298 , 302
Fleshouders..............297
Open opbergvak...........298
Overzicht van
opbergmogelijkheden........295
Plaats van de
opbergmogelijkheden........295
Tashaken................299
Voorzieningen in de
bagageruimte.............299
Gebruik van de overige voorzieningen in
het interieur
Accessoireaansluitingen......310
Armsteun...............310
Draadloze lader (indien
aanwezig)...............304
Handgrepen..............310
Kledinghaakjes............310
Make-upspiegels...........311
Overige voorzieningen in het
interieur................303
USB-laadaansluitingen.......303
Zonnekleppen.............311
Zonneschermen achterportieren .312
Hybridesysteem
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem . .61
Kenmerken hybridesysteem.....59
Systeemonderdelen.......59,62
Trefwoordenlijst
488
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....36
De juiste houding achter het stuur .23
Gordelspanners (voorstoelen en
buitenste zitplaatsen tweede zitrij) .27
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels.........23,25
Plaatsen van de vloermatten.....22
SRS-airbagsysteem..........28
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel............26
Veiligheidsgordels...........24
Veilig rijden...............23
Voordat u gaat rijden.........22
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)
Als u denkt dat er iets mis is. . . .428
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld, geopend
of gesloten...............428
Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan..............430
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)................428
Zelf uit te voeren onderhoud
12V-accu................327
Banden.................329
Bandenspanning...........339
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem................331
Batterij elektronische sleutel. . . .346
Batterij vervangen..........346
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen.........341
Controleren en bijvullen van
motorolie................323
Controleren en vervangen van
zekeringen...............348
Controleren van de banden.....329
Controle van radiateur en
condensor...............326
De volgende zaken zijn benodigd: .346
Exterieur................327
Initialiseren van het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem................334
Interieurfilter.............341
Keuzevanvelg ............340
Koelvloeistof controleren......325Lampen.................350
Lampen vervangen..........351
Motorkap................321
Motorruimte..............323
Onderdelen..............323
Onderhoud..............319
Openen van de motorkap......321
Plaats..................327
Plaatsen van
bandenspanningssensoren en
-zenders................333
Plaatsen van een garagekrik. . . .322
Plaats lampen.............350
Plaats van het kriksteunpunt. . . .322
Registreren van
identificatiecodes..........336
Ruitensproeiervloeistof.......326
Schoonmaakprocedure.......344
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) . . .343
Uitschakelen van de
hoofdschakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep (indien
aanwezig)...............350
Velgen.................340
Verwijderen van de afdekkap van
de12V-accu..............327
Verwijderen van het
interieurfilter.............341
Voordat u een lamp vervangt. . . .350
Vóór het verwijderen van de
afdekkap van de 12V-accu.....327
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit
te voeren onderhoud.........319
Wisselen van banden........331
Zoekmethoden................8
Trefwoordenlijst
493