WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig)
• PKSB (indien aanwezig)
• Toyota Safety Sense
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van
de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
• Was de auto zo spoedig mogelijk:
– Na het rijden in een kustgebied
– Na het rijden over gepekelde wegen
– Als er zich teer of boomsappen op
de lak bevinden
– Als er zich dode insecten, insecten-
of vogelpoep op de lak bevinden
– Na het rijden in gebieden waar
sprake is van veel rook, stof,
ijzerdeeltjes of chemische stoffen
– Als de auto erg vuil is geworden van
stof of modder
– Als er brandstof op de lak is gemorst
• Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
• Verwijder vuil van de velgen en berg
ze op een droge plaats op om te
voorkomen dat de velgen tijdens de
opslag gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
• Was deze met de nodige
voorzichtigheid. Gebruik geen
organische oplosmiddelen en borstel
ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
• Breng geen was aan op de lenzen. Was
kan het lampglas beschadigen.
Voorkomen van beschadiging van de
ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de
bestuurderszijde omhoog en daarna die
aan de passagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan de
passagierszijde.
OPMERKING(Vervolg)
Wassen in een wasstraat (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO staat, kunnen de
ruitenwissers in werking treden
waardoor de ruitenwisserbladen
beschadigd kunnen raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
• Auto's met Rear View Monitor-
systeem: Stel de camera of de
omgeving ervan tijdens het wassen
van de auto niet bloot aan sterke
waterstralen uit een
hogedrukreiniger. Door de kracht van
de waterstralen werkt het apparaat
mogelijk niet goed meer.
• Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof
afdekkingen), stekkers of de volgende
onderdelen. Wanneer onderdelen in
aanraking komen met sterke
waterstralen, kunnen ze beschadigd
raken.
– Aan tractie gerelateerde onderdelen
– Onderdelen stuurinrichting
– Onderdelen wielophanging
– Onderdelen remsysteem
• Houd de sproeierkop op ten minste
30 cm van de carrosserie. Anders
kunnen kunststof delen, zoals lijsten
en bumpers, vervormd of beschadigd
raken. Houd de sproeierkop ook niet
de hele tijd op dezelfde plek.
• Spuit niet continu met water op het
onderste gedeelte van de voorruit.
Daar bevindt zich de
luchtinlaatopening voor de
airconditioning en als daar water
doorheen komt, werkt de
airconditioning mogelijk niet goed.
• Reinig de onderzijde van de auto niet
met een hogedrukreiniger.
6.1 Onderhoud en verzorging
334
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking Assist-sensor OFF
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aan-
wezig)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking Assist-sensor
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat een sensor
mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 261)
Waarschuwingslampje PCS
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Knippert of
brandt)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-Crash Safety-
systeem).
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle Stability Control-
systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het waarschuwingslampje PCS branden.
Blz. 214
Controlelampje (waarschuwingszoemer) LTA
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing Assist).
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) LDA
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LDA (Lane Departure Alert).
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) PDA
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de PDA (Proactive Driving Assist).
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
396
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Dynamic Radar Cruise Control
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Dynamic Radar Cruise Control.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) cruise control
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de cruise control.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) snelheidsbegrenzer
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de snelheidsbegrenzer.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje Driving Assist-informatie
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er mogelijk een storing aanwezig is in een van de volgende
systemen.
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
■LDA (Lane Departure Alert)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Geeft aan dat er een storing zit in een van de volgende systemen of dat een
van de volgende systemen is uitgeschakeld:
■PKSB (Parking Support Brake)
*
■BSM (Blind Spot Monitor)*
■RCTA (Rear Cross Traffic Alert)*
■SEA (Safe Exit Assist)*
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
*Indien aanwezig
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
397
7
Bij problemen
Controlelampje Traction Control
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het VSC-systeem;
■De TRC; of
■De Hill Start Assist Control
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje parkeerrem
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)Mogelijk is de parkeerrem niet volledig geactiveerd of gedeactiveerd
Bedien nogmaals de parkeerremschakelaar.
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem niet gedeactiveerd is. Als het
lampje uitgaat nadat de parkeerrem gedeactiveerd is, werkt het systeem
normaal.
Controlelampje Brake Hold-systeem in werking
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet
hoorbaar door omgevingsgeluiden of
geluid van het audiosysteem.
Detectiesensor voorpassagier,
controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
• Als er bagage wordt geplaatst op de
passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en
de waarschuwingszoemer laten
klinken, ook al zit er niemand op de
passagiersstoel.
• Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht
niet goed, waardoor ook het
waarschuwingslampje niet goed
werkt.Waarschuwingslampje
(waarschuwingszoemer) elektrische
stuurbekrachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is
of tijdelijk daalt, kan het
waarschuwingslampje van de
elektrische stuurbekrachtiging gaan
branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de banden
om na te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is:→blz. 406, blz. 417
Als geen van de banden lek is: Zet het
contact UIT en vervolgens AAN.
Controleer of het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gaat branden of
knipperen.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
398
Als “Headlight System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in
koplampsysteem. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in de
onderstaande systemen aanwezig. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• De led-koplampen
• De automatische verticale
koplampverstelling (indien aanwezig)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
• AHB (Automatic High Beam) (indien
aanwezig)
Als “System Malfunction Visit Your
Dealer” (Storing in systeem. Ga naar
uw dealer) wordt weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
• AHB (Automatic High Beam) (indien
aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer
•
RSA (Road Sign Assist)
•
PDA (Proactive Driving Assist)
•
BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig)
•
RCTA (Rear Cross Traffic Alert)
(indien aanwezig)
•
SEA (Safe Exit Assist) (indien
aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien
aanwezig)Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “System Stopped See Owner’s
Manual” (Systeem uitgeschakeld.
Raadpleeg handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
• AHB (Automatic High Beam) (indien
aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer
•
RSA (Road Sign Assist)
•
PDA (Proactive Driving Assist)
•
BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig)
•
RCTA (Rear Cross Traffic Alert)
(indien aanwezig)
•
SEA (Safe Exit Assist) (indien
aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien
aanwezig)
Voer de onderstaande
correctieprocedures uit.
• Controleer de accuspanning.
• Controleer de sensoren die Toyota
Safety Sense gebruikt op eventueel
aanwezige verontreinigingen.
Verwijder deze indien aanwezig.
(→Blz. 210)
• Controleer de sensoren die de BSM
(Blind Spot Monitor), RCTA (Rear
Cross Traffic Alert) en SEA (Safe Exit
Assist) gebruiken op eventueel
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
402
aanwezige verontreinigingen.
Verwijder deze indien aanwezig.
(→Blz. 256, blz. 282)
• Controleer de sensoren die de Toyota
Parking Assist en PKSB (Parking
Support Brake) gebruiken op
eventueel aanwezige
verontreinigingen. Verwijder deze
indien aanwezig. (→Blz. 259)
Geeft aan dat de sensoren mogelijk niet
goed werken. (→Blz. 212, blz. 258,
blz. 262, blz. 268, blz. 285)
Wanneer de problemen zijn opgelost en
de sensoren weer werken, verdwijnt
deze melding mogelijk vanzelf.
Als “System Stopped Front Camera
Low Visibility See Owner’s Manual”
(Systeem uitgeschakeld. Beperkt zicht
camera voor. Raadpleeg handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
• AHB (Automatic High Beam) (indien
aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer
•
RSA (Road Sign Assist)
•
PDA (Proactive Driving Assist)
Voer de onderstaande
correctieprocedures uit.
• Wis de voorruit schoon met de
ruitenwissers.
• Ontwasem de voorruit met de
airconditioning.
• Sluit de motorkap en verwijder
eventuele stickers en dergelijke zodat
de camera voor niet meer wordt
afgedekt.Als “System Stopped Front Camera
Out of Temperature Range Wait until
Normal Temperature” (Systeem
uitgeschakeld. Camera voor buiten
temperatuurbereik. Wacht tot
temperatuur normaal is) wordt
weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
• AHB (Automatic High Beam) (indien
aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Snelheidsbegrenzer
•
RSA (Road Sign Assist)
•
PDA (Proactive Driving Assist)
Voer de onderstaande
correctieprocedures uit.
• Als de camera voor heet is,
bijvoorbeeld doordat de auto in de zon
heeft gestaan, maak dan gebruik van
de airconditioning om het gedeelte
rondom de camera voor af te koelen.
• Als bij het parkeren van de auto
gebruik is gemaakt van een
zonnescherm, kan bij bepaalde typen
zonneschermen door het zonlicht dat
door het oppervlak ervan wordt
gereflecteerd de temperatuur van de
camera voor extreem hoog oplopen.
• Als de camera voor koud is,
bijvoorbeeld doordat de auto in een
zeer koude omgeving heeft gestaan,
maak dan gebruik van het
airconditioningsysteem om het
gedeelte rondom te camera voor op te
warmen.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
403
7
Bij problemen
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van het volwaardige
reservewiel
• Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een
standaardband.
• Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling
remmen en schakelhandelingen die
een plotselinge motorremwerking
veroorzaken.
Bij gebruik van het compacte
reservewiel
• Houd er rekening mee dat het
reservewiel speciaal ontworpen is
voor gebruik onder uw auto. Gebruik
uw reservewiel daarom niet onder
een andere auto.
• Monteer niet gelijktijdig meer dan
één compact reservewiel onder uw
auto.
• Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een
standaardband.
• Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling
remmen en schakelhandelingen die
een plotselinge motorremwerking
veroorzaken.
Bij gebruik van het compacte
reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid
niet goed wordt weergegeven en dat de
volgende systemen niet goed werken:
– ABS en Brake Assist
– VSC
–TRC
– Automatic High Beam-systeem
(indien aanwezig)
– AHS (Adaptive High
Beam-systeem) (indien aanwezig)
– Cruise control
– Dynamic Radar Cruise Control
– EPS
– PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
– LTA (Lane Tracing Assist)
– LDA (Lane Departure Alert)
– Bandenspanningswaarschuwings-
WAARSCHUWING!(Vervolg)
systeem
– Toyota Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
– PKSB (Parking Support Brake)
(indien aanwezig)
– BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig)
– RCTA (Rear Cross Traffic Alert)
(indien aanwezig)
– SEA (Safe Exit Assist) (indien
aanwezig)
– Rear View Monitor-systeem
(indien aanwezig)
– Adaptive Variable Suspension-
systeem (indien aanwezig)
– Navigatiesysteem (indien
aanwezig)
Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet
ontworpen voor gebruik bij hoge
snelheden. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het
gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te
voorkomen dat een van deze
voorwerpen bij een aanrijding of bij
hard remmen letsel veroorzaakt.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
429
7
Bij problemen
Suggestie rustpauze bestuurder (→blz. 229)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Suggestie
rustpauze
bestuurderAan, uit — O —
BSM (Blind Spot Monitor)*(→blz. 255)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursinstellingABC
BSM (Blind Spot
Monitor)Aan Uit — O —
Helderheid indica-
tor in buitenspiegelHelder Gedimd — O —
Timing waarschu-
wing voor aanwe-
zigheid van nade-
rende auto
(gevoeligheid)GemiddeldVroeg
—O—
Laat
RCTA (Rear Cross Traffic Alert)*1(→blz. 265)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursinstellingABC
RCTA (Rear Cross
Traffic Alert)Aan Uit — O —
Volume zoemer
RCTA indien in wer-
king
*2Niveau 2Niveau 1
—O—
Niveau 3
*1Indien aanwezig
*2Het geluidsvolume is gekoppeld aan de Toyota Parking Assist-sensor en RCTA
Toyota Parking Assist-sensor
*1(→blz. 259)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursinstellingABC
Toyota Par-
king Assist-
sensorAan Uit — O —
Zoemervo-
lume
*2Niveau 2 Niveau 1 — O —
*1Indien aanwezig
*2Het geluidsvolume is gekoppeld aan de Toyota Parking Assist-sensor en RCTA
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
464