AStartknop blz. 173
Starten van het hybridesysteem/
wijzigen van de modi blz. 173
Noodstop van het hybridesysteem
blz. 386
Als het hybridesysteem niet gestart
kan worden blz. 429
Waarschuwingsmeldingen blz. 400
BSelectiehendel blz. 179, blz. 181
Wijzigen van de schakelstand
blz. 179, blz. 181
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 388
Als de selectiehendel niet in een
andere stand kan worden gezet
blz. 180, blz. 183
CTellers blz. 85, blz. 88
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 85, blz. 88
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 80
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden blz. 392
DMulti-informatiedisplay blz. 93,
blz. 99
Display blz. 93, blz. 99
Energiemonitor blz. 109
Wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven blz. 400
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 185
Lichtschakelaar blz. 190
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/dagrijverlichting
blz. 190
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht
blz. 200
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 201
Schakelaar achterruitenwisser en
-sproeier blz. 204
Gebruik blz. 201, blz. 204
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 349
GSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 386
HOntgrendelingshendel motorkap
blz. 340
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 144
JAirconditioning blz. 298
Gebruik blz. 298
Achterruitverwarming blz. 300
KAudiosysteem*1, 2
*1
Indien aanwezig*2Auto's met multimediasysteem: Zie
de handleiding voor het
multimediasysteem.
Overzicht
13
Overzicht
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 94, blz. 99
BPaddle shift-schakelaars*1blz. 183
CSchakelaars cruise control/
snelheidsbegrenzer
Dynamic Radar Cruise Control
blz. 242
Cruise control blz. 248
Snelheidsbegrenzer blz. 252
DAfstandsbediening
audiosysteem*2blz. 329
EToets LTA (Lane Tracing Assist)
blz. 223
FTelefoontoets*2blz. 329
GSpraaktoets*2blz. 329*1Indien aanwezig*2Auto's met multimediasysteem: Zie
de handleiding voor het
multimediasysteem.
ASchakelaars stoelverwarming
voor*blz. 305
BSchakelaar draadloze lader*blz. 322
CBrake Hold-schakelaar blz. 188
DParkeerremschakelaar blz. 185
Activeren/deactiveren blz. 185
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 295
Waarschuwingszoemer/-melding
blz. 392, blz. 400
EEV-modusschakelaar blz. 178
FRijmodusselectieschakelaar blz. 286*Indien aanwezig
Overzicht
15
Overzicht
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 144
JAirconditioning blz. 298
Gebruik blz. 298
Achterruitverwarming blz. 300
KAudiosysteem*1, 2
*1
Indien aanwezig*2Auto's met multimediasysteem: Zie
de handleiding voor het
multimediasysteem.
Schakelaars (auto's met rechtse
besturing)
ASchakelaar elektrisch bedienbare
achterklep*blz. 123
BSchakelaar VSC OFF blz. 289
CSchakelaar
voorruitverwarming*blz. 302
DSchakelaar
stuurwielverwarming*blz. 305
EToets ODO TRIP*blz. 92
FAutomatic High
Beam-schakelaar*blz. 194 AHS
(Adaptive High
Beam-systeem)
*blz. 196
GDraaiknop
koplampverstelling*blz. 192
HSchakelaars buitenspiegels blz. 146
ISchakelaars centrale vergrendeling
blz. 120
JSchakelaars ruitbediening blz. 148
KBlokkeerschakelaar ruitbediening
blz. 150
*Indien aanwezig
Overzicht
19
Overzicht
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 94, blz. 99
BPaddle shift-schakelaars*1blz. 183
CSchakelaars cruise control/
snelheidsbegrenzer
Dynamic Radar Cruise Control
blz. 242
Cruise control blz. 248
Snelheidsbegrenzer blz. 252
DAfstandsbediening
audiosysteem*2blz. 329
EToets LTA (Lane Tracing Assist)
blz. 223
FTelefoontoets*2blz. 329
GSpraaktoets*2blz. 329*1Indien aanwezig*2Auto's met multimediasysteem: Zie
de handleiding voor het
multimediasysteem.
ASchakelaars stoelverwarming
voor*blz. 305
BSchakelaar draadloze lader*blz. 322
CEV-modusschakelaar blz. 178
DRijmodusselectieschakelaar blz. 286
Overzicht
20
Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het
hybridesysteem niet kan worden gestart,
vult u de tank met ten minste de
hoeveelheid brandstof die nodig is om
het waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (→blz. 394) uit te laten
gaan. Als er slechts een kleine
hoeveelheid brandstof in de tank zit, kan
het hybridesysteem mogelijk niet worden
gestart. (De standaardhoeveelheid
brandstof is ongeveer 7,6 liter, als de auto
op een vlakke ondergrond staat. Deze
waarde kan afwijken als de auto op een
helling staat. Vul extra brandstof bij
wanneer de auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
• De hoogspanningsonderdelen en
-kabels van hybrideauto's zijn
voorzien van een afscherming voor
elektromagnetische golven en zenden
ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als
conventionele auto's met een
benzinemotor, of elektronische
huishoudapparatuur.
• Uw auto kan storingen veroorzaken in
niet-originele audio-onderdelen.
Batterijpakket (tractiebatterij)
De levensduur van het batterijpakket
(tractiebatterij) is niet onbeperkt. De
levensduur van het batterijpakket
(tractiebatterij) kan veranderen
afhankelijk van de rijstijl en de
rijomstandigheden.
Starten van het hybridesysteem in een
extreem koude omgeving
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
extreem koud is (kouder dan ongeveer
-35°C) als gevolg van de
buitentemperatuur, kan het
hybridesysteem mogelijk niet gestart
worden. Probeer in dat geval het
hybridesysteem nogmaals te starten
nadat de temperatuur van hetbatterijpakket is opgelopen omdat
bijvoorbeeld de buitentemperatuur is
gestegen.
Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen
hoogspanningssysteem
Deze auto heeft zowel
hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) als een 12V-systeem.
Gelijk- en wisselspanning zijn zeer
gevaarlijk en kunnen ernstige
brandwonden en elektrische schokken
veroorzaken die dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningscomponenten,
hoogspanningskabels en de stekkers
ervan, raak ze niet aan en haal ze niet
uit elkaar.
• Het hybridesysteem wordt na het
starten heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning.
Wees alert op zowel hoogspanning
als hoge temperaturen en volg altijd
de aanwijzingen op de
waarschuwingslabels op.
• Open nooit de klep onder de
rechterzijde van de achterstoel
waarachter zich de servicestekker
bevindt. De servicestekker, waar
hoogspanning op staat, wordt alleen
gebruikt bij onderhoud aan de auto.
1 .4 Hybridesysteem
69
1
Veiligheid en beveiliging
2. Druk opofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Adjust
Meter Brightness” (stel helderheid
instrumentenpaneel in) te selecteren.
3. Houd
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
4. Druk op
ofom de helderheid
in te stellen.
Afstellen van de klok (auto's zonder
multimediasysteem)
De minuten instellen op “00”
1. Selecteer
van het
multi-informatiedisplay.
2. Druk op
ofom “Clock Setting”
(klok instellen) te selecteren.
Druk op
om de klok in te stellen op
het begin van het dichtstbijzijnde uur.
bijv.
1:00 tot 1:29→1:00
1:30 tot 1:59→2:00Wijzigen van de klok
1. Selecteer
van het
multi-informatiedisplay.
2. Druk op
ofom “Clock Setting”
(klok instellen) te selecteren en houd
vervolgens
ingedrukt.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de instelling
te wijzigen.
De volgende functies kunnen worden
gewijzigd:
• 12-uurs/24-uurs weergave
• Uur
• Minuut
Afstellen van de klok (auto's met
multimediasysteem)
De klok kan worden ingesteld op het
scherm van het audiosysteem.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.
2.1.3 Meters en tellers (12,3 inch display)
Weergave instrumentenpaneel
Plaats van meters en tellers
Display met 2 meters
2.1 Instrumentenpaneel
88
Wijzigen van de helderheid van de
instrumentenverlichting
De helderheid van de
instrumentenverlichting kan worden
gewijzigd via
van het
multi-informatiedisplay.
1. Selecteer
van het
multi-informatiedisplay.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Adjust
Meter Brightness” (stel helderheid
instrumentenpaneel in) te selecteren.
3. Houd
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
4. Druk op
ofom de helderheid
in te stellen.
Afstellen van de klok
De klok kan worden ingesteld op het
scherm van het audiosysteem.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.
2.1.4 Multi-informatiedisplay
(7 inch display)
Weergave en menu-iconen
Weergave
AInformatiedisplayzone
Door menu-iconen te selecteren op
het multi-informatiedisplay kunnen
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie worden weergegeven. Het
multi-informatiedisplay kan ook
worden gebruikt voor het wijzigen
van de display-instellingen en andere
voertuiginstellingen.
Daarnaast worden in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of tips
weergegeven.
BDisplayzone status ondersteunend
systeem
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist)
• LDA (Lane Departure Alert)
• Dynamic Radar Cruise Control
• Cruise control
Menu-iconen
De menu-iconen worden weergegeven
door op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Weergave rij-
informatie
(→blz. 94)
Weergave informa-
tie ondersteunend
systeem (→blz. 96)
Aan audiosysteem
gekoppelde weer-
gave (indien aanwe-
zig) (→blz. 97)
Weergave rij-
informatie
(→blz. 97)
2.1 Instrumentenpaneel
93
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven:
• Routebegeleiding naar bestemming
• Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het
instrumentenpaneel met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Het wel of niet weergeven van dit
menu-icoon kan worden ingesteld in
.
Weergave voertuiginformatie
Onderwerpen die worden weergegeven
• Rij-informatie
• Energiemonitor (→blz. 109)
Rij-informatie
Geeft verschillende soorten
rij-informatie weer, zoals:
ARij-informatie 1
BRij-informatie 2
Geeft het volgende weer, afhankelijk van
welk rij-informatietype en welke
rij-informatie-items zijn geselecteerd in
.(→Blz. 97)• Sinds starten
– “Distance” (afstand): Geeft de
gereden afstand sinds het starten
van het hybridesysteem weer
– “Elapsed time” (verstreken tijd):
Geeft de verstreken tijd sinds het
starten van het hybridesysteem
weer
– “Average vehicle speed”
(gemiddelde rijsnelheid): Geeft de
gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem
weer
• Sinds resetten
– “Distance” (afstand): Geeft de
afgelegde afstand sinds het
resetten van het display weer
*
– “Elapsed time” (verstreken tijd):
Geeft de verstreken tijd sinds het
resetten van het display weer
*
– “Average vehicle speed”
(gemiddelde rijsnelheid): Geeft de
gemiddelde rijsnelheid sinds het
resetten van de weergave weer
*
*
Geef om te resetten het gewenste
item weer en houdvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel ingedrukt.
Weergave instellingen
Instellingen voor de weergave van het
instrumentenpaneel die u kunt wijzigen
• “Language” (taal)
Hiermee kan de weergegeven taal
worden gewijzigd.
• “Units” (eenheden)
Hiermee kunnen de weergegeven
meeteenheden worden gewijzigd.
• “Meter Type” (type
instrumentenpaneel)
Hiermee kan het type
instrumentenpaneel worden
gewijzigd.
• “Dial Type” (type meter)
Hiermee kan de weergave van de
snelheidsmeter, toerenteller of
hybridesysteemindicator worden
gewijzigd.
2.1 Instrumentenpaneel
97
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes