Druk op de knop om het dashboardkastje
te openen.
De verlichting van het dashboardkastje
gaat branden als de achterlichten
branden.
Consolevak
Trek de knop omhoog en til het deksel
omhoog.
Voer bij het sluiten van het deksel de
bedrading van het elektronische
apparaat door de in de afbeelding
aangegeven locatie.
Controleer na het sluiten van het deksel
of de bedrading van het apparaat het
deksel niet hindert.Fleshouders
Voor
Achter
• Sluit de kap als er een fles wordt
opgeborgen.
• De fles kan mogelijk niet worden
opgeborgen als gevolg van de grootte
of vorm ervan.
WAARSCHUWING!
Zet niets anders dan flessen in de
fleshouders. Andere voorwerpen
kunnen bij een ongeval of plotseling
remmen uit de bekerhouders worden
geslingerd en letsel veroorzaken.
5.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
367
5
Voorzieningen in het interieur
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
• Veeg daarna het resterende vocht van
het leder af met een droge, schone
doek. Laat de lederen bekleding
drogen in een geventileerde ruimte in
de schaduw.
Schoonmaken van kunstleder
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger.
• Verwijder het met een zachte vochtige
doek met ongeveer 1%
reinigingsmiddel.
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel en water grondig
met een schone, vochtige doek.
Schoonmaken van kunstleer
(Alcantara
®*) (indien aanwezig)
• Borstel het oppervlak met een zachte
borstel. Oefen hierbij geen druk uit om
beschadiging te voorkomen.
• Veeg het oppervlak schoon met een in
lauw of koud water gedompelde en
vervolgens uitgewrongen zachte
doek.
• Laat het kunstleer (Alcantara
®*)
drogen in een geventileerde ruimte in
de schaduw.
*: Alcantara®is een geregistreerd
handelsmerk van Alcantara S.p.A.
Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie
te houden, raadt Toyota u aan het ten
minste twee keer per jaar schoon te
maken.
Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen
op schuimbasis in de handel
verkrijgbaar. Gebruik een spons of een
borstel om het schuim aan te brengen.
Wrijf met elkaar overlappende cirkels.
Gebruik geen water. Veeg vuile
oppervlakken schoon en laat ze drogen.Het beste resultaat wordt verkregen als
de vloerbedekking zo droog mogelijk
wordt gehouden.
Veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met
een mild sop, lauw water en een doek of
spons. Controleer ook de gordels
regelmatig op overmatige slijtage, rafels
en scheuren.
WAARSCHUWING!
Voorkomen van schade aan de auto of
een autobrand
• Mors geen vloeistof in de auto, zoals
op de vloer, in de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) of in
de bagageruimte. Anders kunnen
het batterijpakket (tractiebatterij),
elektrische onderdelen en dergelijke
defect raken of vlam vatten.
• Voorkom dat onderdelen of de
bedrading van het airbagsysteem in
het interieur nat worden. (→Blz. 29)
Een elektrische storing kan ervoor
zorgen dat de airbags worden
geactiveerd of niet op de juiste wijze
werken, waardoor dodelijk of ernstig
letsel kan ontstaan.
• Auto's met nanoe™: Zorg er bij het
gebruik van brandbare sprays (zoals
reinigingsmiddelen, luchtverfrissers
of smeermiddelen) in de auto voor
dat deze niet op elektrische
onderdelen terechtkomen. Anders
kan schade of brand ontstaan.
Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard kan in de voorruit
worden weerkaatst; hierdoor kan het
gezichtsveld van de bestuurder worden
belemmerd wat een dodelijk of ernstig
ongeval tot gevolg kan hebben.
6.1 Onderhoud en verzorging
380
OPMERKING
Reinigingsmiddelen
• Gebruik de volgende
reinigingsmiddelen niet, omdat ze
verkleuring van het interieur of
strepen en beschadigingen van
gelakte oppervlakken kunnen
veroorzaken:
– Behalve de stoelen: Organische
reinigingsmiddelen zoals
wasbenzine en terpentine,
alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en
bleekmiddel
– Stoelen: Alkalische en
zuurhoudende middelen, zoals
thinner, wasbenzine en alcohol
• Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte
delen van het interieur kunnen
beschadigd raken.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om
beschadiging en vroegtijdige slijtage
van lederen bekleding te voorkomen:
• Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
• Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
• Leg geen vinyl of plastic voorwerpen
of artikelen die was bevatten op de
bekleding, aangezien ze bij hoge
temperaturen in het interieur
mogelijk aan het leer vast blijven
kleven.
Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water. Water dat in contact komt
met elektrische onderdelen boven of
onder de vloerbedekking, kan schade
aan de verschillende systemen van de
OPMERKING(Vervolg)
auto veroorzaken, bijvoorbeeld aan het
audiosysteem. Water kan bovendien
roest aan de carrosserie veroorzaken.
Bij het reinigen van de binnenzijde van
de voorruit (auto's met Toyota Safety
Sense)
Zorg ervoor dat er geen ruitenreiniger
op de lens terechtkomt. Raak de lens ook
niet aan. (→Blz. 131)
Schoonmaken van de binnenzijde van
de achterruit
• Gebruik geen ruitenreiniger om de
achterruit schoon te maken. Anders
kunnen de verwarmingsdraden
beschadigd raken. Veeg de ruit
voorzichtig schoon met een doek en
lauw water. Maak de ruit in
horizontale richting schoon,
evenwijdig aan de
verwarmingsdraden.
• Voorkom beschadiging van de
verwarmingsdraden.
6.2 Onderhoud
6.2.1 Onderhoud en reparatie
Om veilig en zuinig te kunnen rijden is
het van essentieel belang dat uw auto
goed verzorgd en onderhouden wordt.
Toyota raadt u aan uw auto als volgt te
onderhouden:
Periodiek onderhoud
Laat het onderhoud aan uw auto
uitvoeren volgens het
onderhoudsschema.
Zie het onderhouds- en garantieboekje
voor het onderhoudsschema.
Zelf uit te voeren onderhoud
Hoe zit het met zelf uit te voeren
onderhoud?
Als u een beetje technisch inzicht en wat
eenvoudig gereedschap hebt, zijn veel
onderhoudswerkzaamheden zelf uit te
voeren.
6.1 Onderhoud en verzorging
381
6
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen. Als u dat wel doet, kan er
tijdens het rijden lucht uit de band
ontsnappen, waardoor een ongeval zou
kunnen ontstaan.
OPMERKING
Vervangen van
bandenspanningssensoren en
-zenders
• Omdat het repareren of vervangen
van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en
-zenders, adviseren we u deze
werkzaamheden uit te laten voeren
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Ga ook voor de
aanschaf van
bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen. Bij niet-originele
velgen kan niet worden gegarandeerd
dat de bandenspanningssensoren en
-zenders goed werken.
6.3.9 Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Vervangen van het interieurfilter
1. Zet het contact UIT.2. Open het dashboardkastje. Maak de
demper los.
3. Druk de nokken aan beide zijden van
het dashboardkastje in en open het
dashboardkastje langzaam helemaal
terwijl u het ondersteunt.
4. Til het volledig geopende
dashboardkastje iets omhoog en trek
het richting de stoel om de onderzijde
van het dashboardkastje los te maken.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
412
Oefen geen overmatige kracht uit
wanneer het dashboardkastje niet
loskomt wanneer u er licht aan trekt.
Trek het dashboardkastje in plaats
daarvan richting de stoel terwijl u de
hoogte van het dashboardkastje
enigszins aanpast.
5. Verwijder de afdekkap van het filter.
1Ontgrendel de afdekkap van het
filter.
2Beweeg de afdekkap van het filter
in de richting van de pijl en trek hem
los uit de klauwen.
6. Verwijder de filterhouder.7. Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
De merktekens “↑UP” op het filter
moeten naar boven wijzen.
8. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter
volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel
verkeer moet vervanging vaker
plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje
of het garantieboekje voor het
onderhoudsschema.)
Als er te weinig lucht uit de
ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer
het filter en vervang het indien nodig.OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter
aanwezig is. Als de airconditioning
zonder filter gebruikt wordt, kan het
systeem beschadigd raken.
Bij het verwijderen van het
dashboardkastje
Volg altijd de voorgeschreven procedure
voor het verwijderen van het
dashboardkastje (→blz. 412). Als het
dashboardkastje wordt verwijderd
zonder dat de voorgeschreven
procedure wordt gevolgd, kan het
scharnier van het dashboardkastje
beschadigd raken.
Voorkomen van schade aan de
afdekkap van het filter
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
413
6
Onderhoud en verzorging
Til het deksel op terwijl u de 3 klauwen
indrukt.
Zorg er bij het sluiten van het deksel
voor dat de 3 klauwen vastgrijpen.
Motorruimte: zekeringenkast type C
(2ZR-FXE motor)
Verwijder het deksel.
Zorg er bij het plaatsen van het deksel
voor dat de klauw vastgrijpt.
Bagageruimte (M20A-FXS motor)
Verwijder de afdekplaat (→blz. 369).
Til het deksel op terwijl u de klauw
indrukt.
Zorg er bij het sluiten van het deksel
voor dat de klauw vastgrijpt.Zijpaneel dashboard links (auto's met
linkse besturing)
Verwijder het deksel.
Druk tijdens het verwijderen of
plaatsen de klauw in.
Zijpaneel dashboard links (auto's met
rechtse besturing)
Verwijder de afdekking en de klep.
1Druk de borglip in en verwijder
het deksel.
2Verwijder de klep.
Druk tijdens het verwijderen of
plaatsen de klauw in.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
420
8.1 Specificaties
8.1.1 Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.)
Afmetingen en gewichten
Totale lengte4.385 mm (172,6 in.)*1
4.395 mm (173,0 in.)*2
Totale breedte 1.795 mm (70,7 in.)
Totale hoogte*31.555 mm (61,2 in.)
Wielbasis 2.640 mm (103,9 in.)
SpoorbreedteVoor1.550 mm (61,0 in.)
*4
1.540 mm (60,6 in.)*5
Achter1.560 mm (61,4 in.)*4
1.550 mm (61,0 in.)*5
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht1.860 kg (4.101 lb.)*1
1.930 kg (4.255 lb.)*2
Maximale asbelastingVoor 1.050 kg (2.315 lb.)
Achter 1.080 kg (2.381 lb.)
Kogeldruk
*675 kg (165 lb.)
Maximaal aanhangwagen-
gewicht
*6Ongeremd
725 kg (1.598 lb.)
Geremd
*1: 2ZR-FXE motor
*2: M20A-FXS motor
*3: Ongeladen auto
*4: Auto's met 215/60R17 banden
*5: Auto's met 225/50R18 banden
*6: Behalve 2ZR-FXE motor voor Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana en Spitsbergen
Identificatie van de auto
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is
het wettelijke identificatienummer van
uw auto. Dit is het belangrijkste
identificatienummer van uw Toyota. Het
wordt gebruikt voor het op naam zetten
van de auto.
Dit nummer is links boven op het
dashboard ingeslagen.
8.1 Specificaties
490
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........273
Instellingen LTA-systeem......260
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........274
In-/uitschakelen van de
BSM-functie..............286
Koppeling met PKSB (Parking
Support Brake-systeem) (indien
aanwezig)...............324
LTA (Lane Tracing Assist)*.....255
Meldingen multi-
informatiedisplay...........340
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........261
Naast andere auto's parkeren
(modus automatisch haaks
inparkeren)..............336
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........275
Ondersteunde soorten
verkeersborden............266
Ondersteunende systemen.....348
Ondersteunend systeem......232
Overzicht systeem..........316
Overzicht van de Blind Spot
Monitor.................285
Overzicht van de functie......265
Overzicht van de Rear Crossing
Traffic Alert..............310
Overzicht van functies .255 , 269, 279,
283, 324
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*. . . .320
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)*.................323
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* .244
PKSB (Parking Support Brake)* . .315
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................315
RCTA ..................311
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................310
Rijden in de afstandsregelmodus .272
Rijmodus selecteren.........282
RSA (Road Sign Assist)*.......265
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........275
Selecteren van de rijmodus.....282
Sensoren................232Signaleerbare objecten en
beschikbaarheid functie.......244
S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)*...........324
Snelheidsbegrenzer*........283
Soorten sensoren. . . .301 , 321, 323
Systeemfuncties...........245
Systeemonderdelen.........269
Tabel met ondersteuningsmodi en
functies van het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem.......325
Toyota Parking Assist-sensor* . . .301
Toyota Safety Sense*........232
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling. . . .281
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........284
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........275
Uitschakelen van het TRC-
systeem................348
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie.....320 , 323
Voorzorgsmaatregelen tijdens het
gebruik.................343
Waarschuwingsfunctie.......267
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling hybride
systeem en remregeling.......316
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........265
Wegrijden van een parkeerplaats na
het fileparkeren (modus
parkeerplaats fileparkeren
verlaten)................332
Wijzigen van de ingestelde
snelheid..........273 , 280, 283
Wijzigen van de
ondersteuningsmodus........326
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........274
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....247
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bagageafdekking...........371
Bagagehaken (indien aanwezig) . .368
Bekerhouders.............368
Consolevak..............367
Dashboardkastje...........366
Extra opbergvakken.........369
Trefwoordenlijst
512