gebruikt. Raadpleeg voor informatie over
USB type A de handleiding voor het
multimediasysteem.
Gebruik van de USB-laadaansluitingen
type C
Middenconsole
Achter
De USB-laadaansluitingen type C
kunnen worden gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Situaties waarin de USB-
laadaansluitingen type C mogelijk niet
goed werken
• Als er een apparaat dat meer dan 3 A
bij 5 V verbruikt, wordt aangesloten
• Als er een apparaat dat is ontworpen
voor communicatie met een pc, zoals
een USB-geheugen, wordt
aangesloten
• Als het aangesloten externe apparaat
wordt uitgeschakeld (afhankelijk van
het apparaat)• Als de temperatuur in de auto hoog is,
bijvoorbeeld nadat de auto in de zon
heeft gestaan
Over aangesloten externe apparaten
Afhankelijk van het aangesloten externe
apparaat wordt het opladen mogelijk
een enkele keer onderbroken en
vervolgens weer gestart. Dit duidt niet
op een storing.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de
USB-laadaansluitingen type C
• Steek geen vreemde voorwerpen in de
aansluitingen.
• Mors geen water of andere
vloeistoffen in de aansluitingen.
• Oefen geen overmatige kracht uit op
de USB-laadaansluitingen type C en
stel ze niet bloot aan hevige
schokken.
• Demonteer of wijzig de
USB-laadaansluitingen type C niet.
Voorkomen van schade aan externe
apparaten
• Laat externe apparaten niet achter in
de auto. De temperatuur in de auto
kan hoog oplopen, waardoor het
externe apparaat beschadigd kan
raken.
• Druk niet op een extern apparaat of de
kabel ervan en oefen er geen
onnodige druk op uit terwijl het
apparaat is aangesloten.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de USB-laadaansluitingen type
C niet gedurende lange tijd wanneer het
EV-systeem is uitgeschakeld.
Draadloze lader (indien aanwezig)
U kunt een draagbaar apparaat opladen
door een standaard Wireless Qi-lader die
compatibel is met draagbare apparaten,
bijvoorbeeld smartphones en accu's voor
mobiele telefoons, op het laadgebied te
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
381
6
Voorzieningen in het interieur
wegvallen en wordt het laden
mogelijk tijdelijk onderbroken. Als er
echter een laadspoel in het laadgebied
aanwezig is, zal de spoel in de
draadloze lader zich in de richting van
de andere spoel begeven en wordt het
laden gestart.
Snellaadfunctie
• De volgende draagbare apparaten
ondersteunen snelladen.– Draagbare apparaten die voldoen
aan WPC versie 1.2.4 en compatibel
zijn met snelladen
– iPhones met een iOS-versie die het
laden met 7,5 W ondersteunt
(iPhone 8 en nieuwer)
• Wanneer een draagbaar apparaat dat
snelladen ondersteunt, wordt
opgeladen, schakelt de oplaadfunctie
automatisch over op de
snellaadfunctie.
Voorwaarden voor verlichting van de werkingsindicator
Werkingsindicator
Voorwaarden
Zijde oplaadvakZijde scherm multimedia-
systeem
Uitschakelen VerdwijntWanneer de voeding voor de
draadloze lader uit is
Groen (gaat branden) GrijsIn stand-by (status opladen
mogelijk)
*1
Wanneer het laden is vol-
tooid*2
Oranje (gaat branden) BlauwWanneer het draagbare ap-
paraat op het laadgebied
wordt geplaatst (het draag-
bare apparaat wordt gesigna-
leerd)
Laden
*1In stand-by wordt er geen vermogen geleverd. Als er in deze stand een metalen
voorwerp op het oplaadvak wordt geplaatst, zal dit niet warm worden.
*2Afhankelijk van het draagbare apparaat kan het voorkomen dat de werkingsindicator
oranje blijft branden, ook al is het laden voltooid.
De draadloze lader werkt niet goed.
Hieronder wordt uitgelegd wat u moet doen als de draadloze lader in bepaalde situaties
niet goed werkt.
Werkingsindicator Scherm multimediasysteemVermoedelijke oorzaak/Wat
u moet doen
Oranje (knippert met inter-
vallen van een seconde)GrijsStoring in de communicatie
tussen de draadloze lader en
de Smart Key
Als het EV-systeem is inge-
schakeld, schakel het dan uit
en vervolgens weer in
Als het contact in stand ACC
staat, start dan het EV-
systeem. (→Blz. 198)
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
383
6
Voorzieningen in het interieur
De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Draagbare apparaten die kunnen
worden geladen
• Draagbare apparaten die compatibel
zijn met de Qi draadloze-
laadstandaard kunnen worden
geladen met de draadloze lader.
Compatibiliteit met alle apparaten die
aan de Qi draadloze-laadstandaard
voldoen is echter niet gegarandeerd.
• De draadloze lader is ontworpen voor
het leveren van een laag vermogen
(5 W of lager) aan een mobiele
telefoon, smartphone of ander
draagbaar apparaat.
• Het niet in acht nemen van dit advies
kan brand tot gevolg hebben. De
volgende draagbare apparaten
kunnen echter worden geladen met
meer dan 5 W.
– iPhone's met 7,5 W laadvermogen
kunnen met maximaal 7,5 W worden
geladen.
– Apparatuur die voldoet aan versie
1.2.4 van de WPC-specificatie
(Extended Power profile) kan met
maximaal 10 W worden opgeladen.
Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje (ook bij
sommige door de fabrikant van het
apparaat geleverde hoesjes) of
accessoire kan het zijn dat laden niet
mogelijk is. Verwijder het hoesje of
accessoire als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst, ook al wordt
er niet geladen.
Voorzorgsmaatregelen bij laden
• Als de elektronische sleutel niet in het
interieur kan worden gesignaleerd,
kan er niet worden geladen. Wanneereen portier wordt geopend en
gesloten, wordt het laden mogelijk
tijdelijk onderbroken.
• Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat
warm. Dit duidt niet op een storing.
Wanneer een draagbaar apparaat
tijdens het laden warm wordt en het
laden stopt als gevolg van de
beschermingsfunctie van het
draagbare apparaat, wacht dan tot het
draagbare apparaat is afgekoeld en
laad dan opnieuw.
• Afhankelijk van het gebruik van het
draagbare apparaat is het mogelijk
niet volledig opgeladen. Dit duidt niet
op een storing.
Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
• Als de elektronische sleutel niet in het
interieur kan worden gesignaleerd,
kan er niet worden geladen. Wanneer
het portier wordt geopend en
gesloten, wordt het laden mogelijk
tijdelijk onderbroken.
• Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat
warmer. Dit duidt echter niet op een
storing. Wanneer een draagbaar
apparaat tijdens het laden warm
wordt, stopt het laden mogelijk als
gevolg van de beschermingsfunctie
van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de
temperatuur van het draagbare
apparaat aanmerkelijk is afgenomen.
Mogelijk treedt de ventilator in
werking om de temperatuur in de
draadloze lader te verlagen. Dit duidt
echter niet op een storing.
Geluid gegenereerd tijdens de
bediening
Wanneer de voedingsschakelaar wordt
ingeschakeld of tijdens het identificeren
van een draagbaar apparaat, zijn er
mogelijk werkingsgeluiden te horen. Dit
duidt niet op een storing.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
385
6
Voorzieningen in het interieur
OPMERKING(Vervolg)
• Het draagbare apparaat is voorzien
van een cameralens die 3 mm of meer
uitsteekt
• De auto zich in een gebied bevindt
waar sterke elektrische golven of ruis
worden uitgezonden, zoals in de buurt
van een televisietoren,
elektriciteitscentrale, benzinestation,
zender, groot beeldscherm,
luchthaven, enz.
• Een van de onderstaande voorwerpen
die 3 mm of dikker zijn, bevindt zich
tussen de laadzijde van het draagbare
apparaat en het laadgebied.
– Dikke hoesjes
– Een hoesje met een onregelmatig
gevormd of schuin oppervlak
waardoor het draagbare apparaat
niet plat ligt
– Dikke decoraties
– Accessoires als popsockets,
draagriemen, enz.
• Wanneer het draagbare apparaat
tegen een van de volgende metalen
voorwerpen wordt gehouden of
erdoor wordt bedekt:
– Een kaart met metaal erop, zoals
aluminiumfolie, enz.
– Een pakje sigaretten met
aluminiumfolie
– Een portemonnee of tas van metaal
– Muntgeld
– Een warmtekussen
– CD's, DVD's of andere typen media
– Een metalen accessoire
– Een hoesje van metaal
• In de buurt worden
afstandsbedieningen met elektrische
golfsignalen gebruikt
• De elektronische sleutel bevindt zich
niet in de auto
• Er worden 2 of meer draagbare
apparaten tegelijkertijd op het
oplaadvak gelegd
Als om een andere reden het laden niet
goed werkt of als de werkingsindicator
blijft knipperen, is de draadloze lader
mogelijk defect. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
OPMERKING(Vervolg)
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Voorkomen van storingen en
beschadiging van gegevens
• Als u een creditcard of een andere
magnetische kaart of magnetische
opslagmedia in de buurt van het
laadgebied brengt, worden alle
opgeslagen gegevens mogelijk gewist
als gevolg van magnetische
invloeden. Houd ook polshorloges en
andere precisie-apparatuur uit de
buurt van het laadgebied, aangezien
deze anders defect kunnen raken.
• Let op dat er tijdens het laden geen
contactloze chipkaarten, zoals een
OV-chipkaart, tussen de laadzijde van
het draagbare apparaat en het
laadgebied aanwezig zijn. De chip in
zo'n kaart kan extreem heet worden,
waardoor het draagbare apparaat of
de kaart beschadigd kan raken. Let er
vooral op dat u een draagbaar
apparaat niet oplaadt in een hoes
waaraan een contactloze chipkaart is
bevestigd.
• Laat draagbare apparaten niet achter
in de auto. De temperatuur in de auto
kan hoog oplopen, waardoor defecten
kunnen ontstaan.
Als het besturingssysteem van de
smartphone is bijgewerkt
Als het besturingssysteem van de
smartphone is bijgewerkt naar een
nieuwere versie, zijn de
oplaadspecificaties mogelijk aanzienlijk
gewijzigd. Raadpleeg de informatie op
de website van de fabrikant voor meer
informatie.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de draadloze lader niet
gedurende lange tijd wanneer het
EV-systeem is uitgeschakeld.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
387
6
Voorzieningen in het interieur