11 0
Veiligheid
Activering
Ze worden geactiveerd, behalve de airbag vóór aan
passagierszijde als deze is uitgeschakeld.*, bij een
ernstige frontale aanrijding op de volledige of een
gedeelte van de voorste impactzone (A).
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat deze
naar voren wordt geslingerd.
Houd de opbergruimte tijdens het rijden
gesloten. Inzittenden kunnen anders
gewond raken bij een ongeval of een noodstop.
* Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over het uits chakelen van de airbag vóór aan de passagierszijde.
Zijairbags
Dit systeem beschermt de bestuurder en de
voorpassagier bij een ernstige zijdelingse aanrijding
om de kans op letsel aan het bovenlichaam, tussen
de heup en de schouder, te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van de
rugleuning, aan de portierzijde.
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone opzij,
loodrecht op de lengteas van de auto en vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de buik en het
hoofd van de inzittende voorin en het desbetreffende
portierpaneel.
Window-airbags (2e en 3e
zitrij)
Active, Allure, Business VIP
Wanneer uw auto is uitgerust met window-
airbags, helpen deze de inzittenden (uitgezonderd
de passagiers op de middelste zitplaatsen) te
beschermen bij een ernstige zijdelingse aanrijding
door de kans op letsel aan de zijkant van het hoofd
te verkleinen.
De window-airbags zijn in de stijlen en
hemelbekleding aangebracht.
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone opzij,
waarbij de krachten loodrecht op de lengteas van de
auto en vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde
van de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
passagiers op de buitenste zitplaatsen achterin en
de ruiten.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden. Neem
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
111
Veiligheid
5gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten
controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een frontale
aanrijding worden de zijairbags niet geactiveerd.
Advies
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags.
Ga normaal en rechtop zitten.
Doe de veiligheidsgordel om en zorg dat deze
goed is geplaatst.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de
inzittenden en de airbags (zoals kinderen, dieren
of voorwerpen), en bevestig niets in de buurt of
de baan van de airbags, omdat dit voor letsel kan
zorgen als de airbags afgaan.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp van
uw auto, vooral niet in de directe omgeving van
de airbags.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden
nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of
lichte brandwonden aan het hoofd, de borst of de
armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag
wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen
enkele milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme gassen via
de daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.
Laat de airbagsystemen na een aanrijding of
diefstal van uw auto controleren.
Laat alle werkzaamheden alleen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren
Airbags vóór Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast
en laat uw handen niet op het stuurwielkussen
rusten.
De voorpassagier mag zijn of haar voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een
pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in
de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers op het
stuurwiel of op het dashboard. Deze kunnen bij
het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags Gebruik alleen goedgekeurde stoelhoezen
die compatibel zijn met deze airbags. Neem voor
informatie over stoelhoezen die geschikt zijn voor
uw auto contact op met een PEUGEOT-dealer.
Bevestig nooit iets aan en hang nooit iets over de
rugleuning van de stoelen (zoals kleding): dit zou
bij het activeren van de airbags kunnen leiden tot
verwondingen aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel
zitten.
De portierpanelen van de voorportieren bevatten
de zijdelingse schoksensoren van de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) die
niet aan de voorschriften voldoen, kan ertoe
leiden dat deze sensoren niet meer goed werken.
In dat geval werken de zijairbags mogelijk niet!
Laat alle werkzaamheden alleen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren
Active, Allure, Business VIP
Window-airbags
Bevestig nooit iets op of aan de
hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de
window-airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Verwijder de handgrepen aan het dak niet, omdat
deze deels voor de bevestiging van de window-
airbags zorgen.
11 3
Veiligheid
5Kinderzitje achterin
Zitrij 2
Met het gezicht of de rug in de rijrichting
► Zet de voorstoel van de auto naar voren en zet
de rugleuning rechtop, zodat de benen van het kind
in een kinderzitje met het gezicht of de rug in de
rijrichting de voorstoel van de auto niet raken.
►
Controleer of de rugleuning van een kinderzitje
met het gezicht in de rijrichting zich zo dicht mogelijk
tegen de rugleuning van de zitplaats achter in de
auto is geplaatst en het optimaal raakt.
►
Zet de zitplaats achter helemaal naar achteren,
met de rugleuning rechtop.
Controleer of de veiligheidsgordel goed strak staat.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun voor dat de
steun goed contact maakt met de vloer. Verzet
indien nodig de voorstoel van de auto.
Zitrij 3
Wanneer u een kinderzitje op de derde zitrij plaatst,
schuif dan de stoelen op de tweede zitrij naar voren
en zet de rugleuningen rechtop zodat het kinderzitje
en de benen van het kind de stoel op de tweedee
zitrij niet raken.
Kinderzitje op de
passagiersstoel voor
► Zet de voorpassagiersstoel in de hoogste stand
en helemaal naar achteren, met de rugleuning
rechtop.
"Gezicht in de rijrichting"
De voorpassagiersairbag moet ingeschakeld zijn.
"Met de rug in de rijrichting"
De airbag vóór aan passagierszijde moet worden uitgeschakeld als u een kinderzitje
“met de rug in de rijrichting” op de voorstoel
plaatst. Wanneer u dat niet doet, dan kan het
kind ernstig of dodelijk letsel oplopen als de
airbag wordt opgeblazen.
11 4
Veiligheid
Waarschuwingssticker - Airbag vóór aan
passagierszijde
U moet zich aan het volgende voorschrift houden,
dat ook op de waarschuwingssticker aan beide
zijden van de zonneklep aan passagierszijde wordt
vermeld:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op een zitplaats waarvan de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de airbag
kan het KIND LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
De airbag vóór aan
passagierszijde uitschakelen
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag vóór aan passagierszijde ALTIJD uit
als u een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorstoel plaatst. Anders kan het kind
ernstig of dodelijk gewond raken wanneer de
airbag wordt geactiveerd.
Auto's zonder schakelaar voor het uit-/inschakelen
Het is ten strengste verboden om een
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel of voorbank te plaatsen -
kans op dodelijk of ernstig letsel bij het afgaan
van de airbag!
De airbag vóór aan passagierszijde uit-
of inschakelen
Bij auto's met dit systeem bevindt de schakelaar zich
in het dashboardkastje.
Bij afgezet contact:
► Steek de sleutel in de schakelaar voor de airbag
en draai deze in de stand "OFF" om de airbag uit te
schakelen.
►
Draai de sleutel in de stand "
ON" om de airbag
weer in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden en blijft branden om aan te geven dat de airbag
is uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de
airbag is ingeschakeld.
11 7
Veiligheid
5Combi
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Stoelen Tot 13 kg
(groep
0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
Van ongeveer 1 tot 3 jaar Van 15 tot 25 kg
(groep 2)
Van ongeveer 3 tot 6 jaar Van 22 tot 36 kg
(groep 3)
Van ongeveer 6 tot 10 jaar
Zitrij 1 (c)
met individuele stoel, passagiersstoel en passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
met individuele stoel, passagiersstoel en passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
UF
Bank, middelste zitplaats met
passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" of ingeschakeld "ON" X
Bank, buitenste zitplaats met
passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
Bank, buitenste zitplaats met
passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
UF
2e en 3e zitrij
Zitplaatsen achter U
11 8
Veiligheid
Business, Active
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Stoelen Tot 13 kg
(groep
0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
Van ongeveer 1 tot 3 jaar Van 15 tot 25 kg
(groep 2)
Van ongeveer 3 tot 6 jaar Van 22 tot 36 kg
(groep 3)
Van ongeveer 6 tot 10 jaar
Zitrij 1 (c)
Passagiersstoel
(elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
Passagiersstoel
(elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
U
Passagiersstoel (zonder hoogteverstelling)
met passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
Passagiersstoel (zonder hoogteverstelling)
met passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
U
2e (d) en 3e (d) zitrij
Zitplaatsen achter U
11 9
Veiligheid
5Allure, Business VIP
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Stoelen Tot 13 kg
(groep
0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
Van ongeveer 1 tot 3 jaar Van 15 tot 25 kg
(groep 2)
Van ongeveer 3 tot 6 jaar Van 22 tot 36 kg
(groep 3)
Van ongeveer 6 tot 10 jaar
Zitrij 1 (c)
Passagiersstoel
(elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag uitgeschakeld "OFF" UF
Passagiersstoel
(elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
U
2e (d) en 3e (d) zitrij
Buitenste zitplaatsen UF
Middelste zitplaats (e) UF
U: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje met
een veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de
rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting". UF:
Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje met
een veiligheidsgordel, met het "gezicht in de
rijrichting". X:
Zitplaats niet geschikt voor een kinderzitje uit de
aangegeven gewichtscategorie.
120
Veiligheid
(a)Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op de
voorpassagiersstoel(en) of de zitplaatsen van
zitrij 3 worden bevestigd.
(c) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van het
land waar u rijdt voordat u een kinderzitje op
deze plaats bevestigt.
(d) Als u een kinderzitje met de rug of het gezicht
in de rijrichting op een zitplaats achterin wilt
plaatsen, moet u de stoel ervoor naar voren
schuiven en de rugleuning rechtop zetten zodat
er voldoende ruimte is voor het kinderzitje en
de benen van het kind.
(e) Als een kinderzitje op de middelste zitplaats is
bevestigd, kunnen de buitenste zitplaatsen niet
worden gebruikt.
(f) Als een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel is bevestigd, moet
de airbag vóór aan passagierszijde worden
uitgeschakeld. Wanneer u dit niet doet, kan het
kind ernstig of dodelijk gewond raken als de
airbag wordt opgeblazen.ISOFIX-bevestigingen en
i-Size
Combi, Business, Active
Allure, Business VIP
De auto voldoet aan de nieuwste normen voor
ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes.
Wanneer uw auto is voorzien van goedgekeurde
ISOFIX- of i-Size-bevestigingen, dan worden ze met
labels aangegeven.
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
–
T
wee bevestigingsringen A vóór, tussen de
rugleuning en de zitting van de zitplaats, voorzien
van de aanduiding "ISOFIX" of "i-Size",
–
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto bevindt
er zich een achterste ring B , de Top Tether, achter
de zitplaats van de auto. Deze ring wordt gebruikt
om de bovenste riem vast te maken en is voorzien
van de aanduiding "Top Tether".
Aan de Top Tether kan de bovenste riem (indien
aanwezig) van het kinderzitje worden bevestigd. Bij
een frontale aanrijding beperkt deze voorziening de
mate waarin het kinderzitje naar voren kan kantelen.
Met het bevestigingssysteem voor ISOFIX- en
i-Size-kinderzitjes kan een kinderzitje veilig, degelijk
en snel in de auto worden gemonteerd.