Page 97 of 116
Periodiek on derhoud en afstelling
7-33
7
DAUT1331
Gloeilamp achterste richtin gaan-
wijzerAls het lampje van een achterste richting-
aanwijzer niet gaat branden, laat het elek-
trisch circuit dan door een Yamaha dealer
controleren of vervang de gloeilamp.
DAU78560
Gloeilamp in kentekenverlichtin g
vervan gen1. Verwijder de kentekenverlichtingsunit
door de bouten en plaat te verwijde-
ren, en verwijder vervolgens de gloei-
lampfitting van de kentekenverlichting
(samen met de gloeilamp) door deze
uit te trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Monteer de fitting (samen met de
gloeilamp) door deze in te drukken en
monteer vervolgens de kentekenver-
lichtingsunit door de plaat en bouten
te monteren.1. Kentekenverlichtingsunit
2. Bout
3. Moer
4. Gloeilampfitting kentekenverlichtingZAUM1538
1
4
3 2
1. Gloeilamp kentekenverlichtingZAUM1539
1
UBBAD1D0.book Page 33 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 98 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
7-34
7
DAU60701
Prob lemen oplossenYamaha voertuigen ondergaan een grondi-
ge inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijk e werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga als er reparaties nodig
zijn echter met uw machine naar een
Yamaha dealer, waar vakkundige monteurs aanwezig zijn die beschikken over het ver-
eiste gereedschap, de ervaring en vakken-
nis om de werkzaamheden aan de machine
correct uit te voeren.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot gevol g.
DAU76551
Pro bleemoplossin g voor het Smart-
sleutelsysteem
Controleer de volgende items als het
Smart-sleutelsysteem niet werkt. Is de Smart-sleutel ingeschakeld? (Zie
pagina 3-5.)
Is de batterij van de Smart-sleutel ont-
laden? (Zie pagina 3-6.)
Is de batterij van de Smart-sleutel cor-
rect geplaatst? (Zie pagina 3-6.)
Wordt de Smart-sleutel gebruikt op
een locatie met sterke radiogolven of
andere elektromagnetische ruis? (Zie
pagina 3-1.)
Gebruikt u de Smart-sleutel die bij de
machine is geregistreerd?
Is de voertuigaccu ontladen? Als de
voertuigaccu ontladen is, zal het
Smart-sleutelsysteem niet werken.
Laat de voertuigaccu opladen of ver-
vangen. (Zie pagina 7-29.)
Als het Smart-sleutelsysteem na controle
van de bovenstaande items nog steeds niet
werkt, laat dan een Yamaha dealer het
Smart-sleutelsysteem controleren.
OPMERKINGZie Noodmodus op pagina 7-37 voor infor-
matie over het starten van de motor zonder
de Smart-sleutel.
UBBAD1D0.book Page 34 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 99 of 116

Periodiek on derhoud en afstelling
7-35
7
DAU86350
Storingzoekschema
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Probeer de motor te starten.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Veeg schoon met een droge doek en corrigeer de
elektrodenafstand of vervang de bougie(s). Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
DroogNat
Probeer de motor te starten.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de startmotor.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu zo nodig op.
UBBAD1D0.book Page 35 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 100 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
7-36
7
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UBBAD1D0.book Page 36 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 101 of 116

Periodiek on derhoud en afstelling
7-37
7
DAU76561
Noodmo dus Ook wanneer de Smart-sleutel kwijt of be-
schadigd is of als de batterij leeg is, kunt u
het contact inschakelen en de motor star-
ten. U hebt daarvoor het identificatienum-
mer van het Smart-sleutelsysteem nodig.
De machine in nood modus geb ruiken
1. Zet de machine op een veilige plaats stil en zet het contactslot op “OFF”.
2. Druk de knop van het contactslot ge-
durende 5 seconden in totdat het con-
trolelampje van het Smart-
sleutelsysteem één keer knippert en
laat de knop vervolgens los. Herhaal
dit nog twee keer. Het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem gaat
gedurende drie seconden branden
om de overgang naar de noodmodus
aan te geven. 3. Voer nadat het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem is uitgegaan
het identificatienummer als volgt in. 4. Het invoeren van het identificatienum-
mer vindt plaats door het aantal knip-
persignalen van het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem te tel-
len.
In het volgende voorbeeld is het iden-
tificatienummer 123456:
Druk de knop in en houd deze inge-
drukt.
Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem zal gaan knipperen.
Laat de knop los nadat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
één keer heeft geknipperd.
Het eerste cijfer van het identificatie-
nummer is ingesteld als “1”.
Druk de knop nogmaals in en houd
deze ingedrukt.
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
1. Identificatienummerkaart
2. IdentificatienummerZAUM1530
1
868588
1
2
UBBAD1D0.book Page 37 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 102 of 116

Periodiek on derhou d en afstelling
7-38
7
Laat de knop los nadat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
twee keer heeft geknipperd.
Het tweede cijfer is ingesteld als “2”.
Herhaal de bovenstaande procedure
totdat alle cijfers van het identificatie-
nummer zijn ingesteld. Het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
knippert gedurende 10 seconden als
het juiste identificatienummer is inge-
voerd.
OPMERKINGIn de volgende situaties wordt de noodmo-
dus uitgeschakeld en knippert het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem snel
gedurende 3 seconden. Begin in dat geval
opnieuw vanaf stap 2.
Als de knop gedurende 10 seconden
niet wordt bediend tijdens het invoer-
proces voor het identificatienummer.
Als u het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem negen keer of
meer laat knipperen.
Het identificatienummer is niet correct
ingevoerd.
5. Druk terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt de knop
nogmaals in om de toegang tot de
noodmodus te voltooien. Het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsy-
steem gaat eerst uit en vervolgens
weer gedurende ongeveer 4 secon-
den aan.
6. Zet terwijl het controlelampje van het Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot op “ON”. De machine kan nu
normaal worden gebruikt.
UBBAD1D0.book Page 38 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 103 of 116

Onderhou d en stalling van de scooter8-1
8
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommi ge mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het g eb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van deze on der delen kan het
oppervlak bekrassen of bescha dig en.
Ook was moet niet wor den aan geb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAU83443
On derhou dRegelmatige grondige reiniging van de ma-
chine zorgt niet alleen voor een fraaier uiter-
lijk, maar verbetert ook de prestaties van de
machine en de levensduur van veel onder-
delen. Door de machine te wassen, reini-
gen en op te poetsen kunt u ook regelmatig
de conditie ervan inspecteren. Was de ma-
chine telkens na een rit in de regen of dicht
bij de zee, aangezien zout bijtend is voor
metalen.OPMERKINGIn gebieden met vorst en sneeuwval
kan zout worden gestrooid op wegen
als middel tegen gladheid. Dit zout
kan tot in de lente op de weg blijven
liggen, dus was de onderkant en
chassisonderdelen telkens na een rit
in deze gebieden.
Originele Yamaha verzorgings- en on-
derhoudsproducten worden onder de
merknaam YAMALUBE verkocht in
vele markten wereldwijd.
Raadpleeg uw Yamaha dealer voor
extra reinigingstips.
LET OP
DCA26280
Onjuiste reinig ing kan resulteren in cos-
metische en mechanische scha de. Ge-
b ruik geen:
hoged rukreini gers of stoomreini-
g ers. Water on der ho ge druk kan
wiella gers, remmen, versnellin gs-
b akaf dichtin gen en elektrische on-
d er delen binnen drin gen en scha de
veroorzaken. Vermij d reini gin gsap-
paratuur die geb ruikmaakt van
ho ge druk, zoals autowasserettes.
ag ressieve chemische stoffen in-
clusief sterke, bijten de wielreini-
g in gsmi ddelen, vooral b ij
spaakwielen of ma gnesium wielen.
ag ressieve chemische stoffen,
schuren de reini gin gsmi ddel
en of
was op on der delen met een matte
afwerkin g. Borstels kunnen kras-
sen en b eschadig in gen veroorza-
ken op de matte afwerkin g, g eb ruik
alleen een zachte spons of han d-
d oek.
doeken, sponzen of borstels met
resten van schuren de reini gin gs-
mi ddelen of a gressieve chemische
UBBAD1D0.book Page 1 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM
Page 104 of 116

Onderhou d en stallin g van de scooter
8-2
8
stoffen zoals oplosmi ddelen, benzi-
ne, roestverwijd eraars, remvloei-
stof, antivries etc.
Voor het wassen 1. Plaats de machine buiten direct zon- licht en laat deze afkoelen. Dit helpt
watervlekken te voorkomen.
2. Zorg dat alle doppen, kappen, elektri- sche koppelingen en stekkers stevig
zijn gemonteerd.
3. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak en een stevig elastiek.
4. Zet hardnekkige vlekken van bijvoor-
beeld insecten of vogelpoep enkele
minuten in de week met een natte
doek.
5. Verwijder vuil en olievlekken met een hoogwaardig ontvettingsmiddel en
een kunststof borstel of spons. LET
OP: Ge bruik geen ontvettin gsmi d-
d el op ged eelten die gesmeer d
moeten wor den, zoals af dichtin gen,
pakkin gen en wielassen. Vol g d e in-
structies bij het pro duct.
[DCA26290]
Wassen
1. Spoel eventueel ontvettingsmiddel af en spuit de machine na met een tuin-
slang. Gebruik niet meer waterdruk
dan nodig is. Spuit water niet recht- streeks in de uitlaatdemper, het in-
strumentenpaneel, de luchtinlaat of
andere binnengedeelten zoals op-
bergcompartimenten onder het zadel.
2. Was de machine met een hoogwaar-
dig autowasmiddel gemengd met
koud water en een zachte, schone
doek of spons. Gebruik een oude tan-
denborstel of kunststof borstel om op
moeilijk bereikbare plaatsen te ko-
men. LET OP: Gebruik kou d water
als de machine is b lootgestel d aan
zout. Warm water ver groot de bij-
ten de ei genschappen van zout.
[DCA26301]
3. Bij machines met een kuipruit: Reinig
de kuipruit met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met water en
een pH-neutraal reinigingsmiddel. Ge-
bruik indien nodig een hoogwaardig
kuipruitreinigingsmiddel of polish voor
motorfietsen. LET OP: Gebruik nooit
a g ressieve chemicaliën om de
kuipruit te reini gen. Daarnaast kun-
nen bepaal de reini gin gsmi ddelen
voor kunststof krassen achterlaten
op de kuipruit, dus test een reini-
g in gsmi ddel altij d eerst voor dat u
het toepast.
[DCA26310]
4. Spoel vervolgens grondig na met wa-
ter. Zorg dat u alle restanten van het
reinigingsmiddel verwijdert omdat
deze schadelijk kunnen zijn voor
kunststof onderdelen.
Na het wassen 1. Droog de machine met een zeem of vochtabsorberende doek, bij voorkeur
een microvezeldoekje.
2. Voor modellen met een aandrijfket- ting: Aandrijfketting drogen en vervol-
gens smeren om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen. Vaak kunt u
thermische verkleuringen op roestvrij-
stalen uitlaatsystemen verwijderen
door deze op te poetsen.
4. Breng een corrosiewerende spray aan
op alle metalen onderdelen, inclusief
verchroomde en vernikkelde opper-
vlakken. WAARSCHUWING! Bren g
g een siliconen- of oliespray aan op
za dels, han dgrepen, ru bber voet-
steunen of ban dprofielen. An ders
wor den deze on der delen gla d,
waar door u de controle over de ma-
chine kunt verliezen. Reini g d e op-
UBBAD1D0.book Page 2 Tuesday, October 5, 2021 10:18 AM