Page 57 of 108

Gebruik en belangrijke rij-informatie6-3
6
DAU68221
OPMERKINGDit model is uitgerust met: een inertiële meeteenheid (IMU). Deze
meeteenheid stopt de motor als de
machine kantelt. Schakel het contact-
slot uit en weer in voordat u probeert
de motor opnieuw te starten. Wanneer
u dit niet, doet zal de motor niet aan-
slaan, ook al probeert de startmotor
de motor op gang te brengen na het
indrukken van de startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU91542
SchakelenDoor te schakelen tussen de verschillende
versnellingen kunt u het beschikbare mo-
torvermogen doseren voor wegrijden, ac-
celereren, klimmen etc. De schakelstanden
worden getoond in de afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand
( ) te schakelen, drukt u het schakel-
pedaal enkele malen in totdat het ein-
de van de slag is bereikt, en trekt u het
vervolgens iets omhoog.
Dit model is uitgerust met een snel-
schakelsysteem. (Zie pagina 3-2.)
LET OP
DCA22523
Oefen bij het schakelen stevige
druk uit op het schakelpedaal tot-
dat u voelt dat de schakelactie is
voltooid.
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep de
motorfiets niet over lange afstan-
den. De versnellingsbak wordt al-
leen afdoende gesmeerd terwijl de
motor draait. Door onvoldoende
smering kan de versnellingsbak
worden beschadigd.
Knijp bij het schakelen altijd de
koppelingshendel in om schade
aan de motor, versnellingsbak en
aandrijflijn te voorkomen, tenzij het
snelschakelsysteem wordt ge-
bruikt.
DAU85370
Wegrijden en optrekken
1. Trek de koppelingshendel in om de koppeling te ontkoppelen.
2. Schakel de versnellingsbak in de eer- ste versnelling. Het vrijstandcontrole-
lampje moet uitgaan.
1. Schakelstanden
2. Schakelpedaal
2
1 1 1
1
N 2 3
4
5
6
UB7ND1D0.book Page 3 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 58 of 108

Gebruik en belangrijke rij-informatie
6-4
6
3. Draai geleidelijk de gasgreep open enlaat tegelijkertijd langzaam de koppe-
lingshendel los.
4. Sluit zodra de machine rijdt de gas- greep en trek tegelijkertijd snel de
koppelingshendel in.
5. Schakel de versnellingsbak in de tweede versnelling. (Let erop dat u de
versnellingsbak niet in de vrijstand
zet.)
6. Draai de gasgreep gedeeltelijk open
en laat de koppelingshendel los.
7. Volg dezelfde procedure om naar de volgende hogere versnelling te scha-
kelen.
DAU85380
Afremmen1. Laat de gasgreep los en bekrachtig
zowel de voor- als de achterrem gelei-
delijk om de motorfiets af te remmen.
2. Schakel naar een lagere versnelling
naarmate de machine vertraagt.
3. Als de motor dreigt af te slaan of onre- gelmatig loopt, trek dan de koppe-
lingshendel in, bekrachtig de remmen
om de motorfiets af te remmen en ga
verder met terugschakelen zoals ver-
eist.
4. Zodra de motorfiets tot stilstand is ge- komen, kan de versnellingsbak in de
vrijstand worden geschakeld. Het vrij- standcontrolelampje moet gaan bran-
den, waarna de koppelingshendel kan
worden losgelaten.
WAARSCHUWING
DWA17380
Bij onjuist gebruik van de remmen
kunt u de controle over de machine
verliezen of gaan slippen. Gebruik
altijd beide remmen en bekrachtig
ze geleidelijk.
Zorg dat de motorfiets en de motor
voldoende zijn vertraagd voordat u
naar een lagere versnelling scha-
kelt. Terugschakelen terwijl de rij-
snelheid of het motortoerental te
hoog is kan leiden tot slippen van
het achterwiel of overtoeren van de
motor. Dit kan resulteren in verlies
van de controle over de machine,
een ongeval en letsel. Het kan ook
resulteren in schade aan de motor
of de aandrijflijn.
DAU16811
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
UB7ND1D0.book Page 4 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 59 of 108
Gebruik en belangrijke rij-informatie6-5
6
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-
den kunnen vatten.
UB7ND1D0.book Page 5 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 60 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-1
7
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxide.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwalite it, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
UB7ND1D0.book Page 1 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 61 of 108
Periodiek onderhoud en afstelling
7-2
7
DAU85230
GereedschapssetDe gereedschapsset bevindt zich op de
aangegeven plaats.
De informatie in deze handleiding en het
gereedschap in de gereedschapsset zijn
bedoeld om u te ondersteunen bij het uit-
voeren van preventief onderhoud en kleine-
re reparaties. Voor de correcte uitvoering
van bepaalde onderhoudswerkzaamheden
is echter het gebruik van een momentsleu-
tel en ander gereedschap vereist.OPMERKINGLaat werkzaamheden uitvoeren door een
Yamaha dealer als u niet beschikt over de daarvoor vereiste gereedschappen of erva-
ring.1. Gereedschapsset
1
UB7ND1D0.book Page 2 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 62 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-3
7
DAU71033
Periodieke onderhoudsschema’sOPMERKINGItems die met een sterretje zijn gemarkeerd, moeten worden uitgevoerd door uw Yamaha-dealer omdat hiervoor speciale gereed-
schappen, informatie en technische vaardigheden nodig zijn.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
De jaarlijkse controles moeten elk jaar worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op af-
standsbasis wordt verricht.
DAU71051
Periodiek onderhoudsschema v oor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Brandstofleiding • Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
• Vervang indien nodig.
2 *Bougies • Controleer de conditie.
• Reinig en stel elektrodenafstand
af.
• Vervangen.
3 *Klepspeling • Controleren en afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)
4 *Brandstofinjectie • Controleer het stationaire toeren-
tal van de motor.
• Controleer de synchronisatie en stel deze af.
5 *Uitlaatsysteem • Controleer op lekkage.
• Zet indien nodig vast.
• Vervang pakkingen indien nodig.
UB7ND1D0.book Page 3 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 63 of 108
Periodiek onderhoud en afstelling
7-4
7
6*Uitstootcontrolesy-
steem voor benzi-
nedampen • Controleer het controlesysteem
op beschadiging.
• Vervang indien nodig.
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
UB7ND1D0.book Page 4 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 64 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-5
7
DAU71353
Algemeen smeer- en onderhoudsschemaNR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Diagnostische sy-
steemcontrole • Voer dynamische inspectie uit
met Yamaha diagnosegereed-
schap.
• Controleer de storingscodes.
2 *Luchtfilterelement • Vervangen. Elke 40000 km (24000 mi)
3 Koppeling • Controleer de werking.
•Afstellen.
4 *Voorrem • Controleer de werking, het vloei-
stofniveau en op vloeistoflekka-
ge.
• Vervang de remblokken indien nodig.
5 *Achterrem • Controleer de werking, het vloei-
stofniveau en op vloeistoflekka-
ge.
• Vervang de remblokken indien nodig.
6 *Remslangen • Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Vervangen. Elke 4 jaar
7 *Remvloeistof • Verversen. Elke 2 jaar
8 *Wielen • Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.
• Vervang indien nodig.
UB7ND1D0.book Page 5 Monday, August 30, 2021 2:32 PM