176
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-2. Rijprocedures
●Als het batterijpakket (tractiebatterij)
extreem koud is (temperatuur lager dan
ongeveer -30°C) als gevolg van de buiten-
temperatuur, kan het hybridesysteem
mogelijk niet gestart worden. Probeer in
dat geval het hybridesysteem nogmaals te
starten nadat de temperatuur van het bat-
terijpakket is opgelopen omdat bijvoor-
beeld de buitentemperatuur is gestegen.
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
Blz. 78
■Als de 12V-accu is ontladen
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
met het Smart entry-systeem met startknop.
Raadpleeg Blz. 408 om het hybridesysteem
opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 128
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Blz. 141
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 141
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push Power Switch while
Turning Steering Wheel in Either Direction”
(Druk de startknop in en draai het stuurwiel
in een willekeurige richting) weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybri-
desysteem in korte tijd herhaaldelijk wordt
in- en uitgeschakeld. Wacht in dat geval
met het bedienen van de startknop. Na
ongeveer 10 seconden zal de elektromotor
van het stuurslot weer functioneren.
■Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Wanneer er een storing in het hybri-
desysteem aanwezig is
Blz. 383
■Batterij elektronische sleutel
Blz. 350
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem
niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 406 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 176 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
210
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Emergency Steering Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding met een voetganger zeer
waarschijnlijk is, de auto voldoende
ruimte heeft op zijn rijstrook en de
bestuurder bezig is een uitwijk- of
stuurmanoeuvre uit te voeren, helpt de
Emergency Steering Assist bij het stu-
ren. Op die manier wordt gezorgd voor
een betere voertuigstabiliteit en wordt
er voorkomen dat de rijstrook wordt ver-
laten. Tijdens de werking brandt het
controlelampje groen.
■Assistentie bij het rechts/links
afslaan op een kruispunt
Wanneer het systeem in de onder-
staande situaties oordeelt dat een aan-
rijding zeer waarschijnlijk is, geeft het
een Pre-Crash-waarschuwing en wordt
indien nodig de Pre-Crash Brake-func-
tie uitgevoerd.
Afhankelijk van hoe het kruispunt eruit
ziet, is assistentie wellicht niet mogelijk.
Wanneer u rechts/links afslaat op
een kruispunt en het pad van een
tegenligger kruist
Wanneer u rechts/links afslaat, er
vóór u een voetganger wordt gesig-
naleerd en het systeem inschat dat
deze uw pad zal kruisen (fietsers
worden niet gesignaleerd).
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Pre-Crash
Safety-systeem
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem
nooit in plaats van normaal remmen. Dit
systeem voorkomt niet in alle gevallen
een aanrijding en vermindert ook niet
altijd de schade of het letsel bij de aan-
rijding. Vertrouw niet uitsluitend op dit
systeem. Als u dat niet doet, kunt u een
ongeval veroorzaken, waardoor dodelijk
of ernstig letsel kan ontstaan.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 210 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
211
4
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Hoewel dit systeem is ontworpen om
aanrijdingen te helpen voorkomen of de
impact van een aanrijding te helpen ver-
minderen, is het effect afhankelijk van
allerlei omstandigheden. Hierdoor
bereikt het systeem mogelijk niet altijd
hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is: Blz. 215
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk niet juist werkt:
Blz. 217
●Probeer niet zelf de werking van het
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objecten die voor het
testen worden gebruikt (dummy's, kar-
tonnen imitaties van signaleerbare
objecten, enz.) werkt het systeem
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden
tot een ongeval.
■Pre-Crash-remmen
●Als de Pre-Crash Brake-functie in wer-
king is, wordt er veel remkracht toege-
past.
●Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld.
Trap indien nodig het rempedaal in.
●De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Emergency Steering Assist
●De werking van de Emergency Steering
Assist wordt uitgeschakeld wanneer het
systeem vaststelt dat is voorkomen dat
de rijstrook is verlaten.
●In de volgende gevallen werkt Emer-
gency Steering Assist mogelijk niet of
wordt het mogelijk uitgeschakeld, aan-
gezien het systeem mogelijk vaststelt
dat de bestuurder handelend optreedt.
• Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel wordt gege-
ven, het rempedaal wordt ingetrapt of
de richtingaanwijzerschakelaar wordt
bediend. In dit geval stelt het systeem
mogelijk vast dat de bestuurder een uit-
wijkmanoeuvre uitvoert en werkt de
Emergency Steering Assist mogelijk
niet.
• Terwijl de Emergency Steering Assist in werking is, wordt in sommige gevallen
de werking ervan mogelijk uitgescha-
keld wanneer het gaspedaal diep wordt
ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel
wordt gegeven of het rempedaal wordt
ingetrapt en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkmanoeuvre uit-
voert.
• Wanneer de Emergency Steering Assist in werking is en het stuurwiel stevig
wordt vastgehouden of de andere kant
op wordt gedraaid dan die waarin het
systeem koppel genereert, wordt de
functie mogelijk uitgeschakeld.
■Wanneer moet het Pre-Crash Safety-
systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist
werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval
waarbij dodelijk of ernstig letsel kan ont-
staan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 211 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
213
4
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als de timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing wordt gewijzigd, wordt dienovereen-
komstig ook de timing van de Emergency
Steering Assist gewijzigd. Wanneer laat is
geselecteerd, werkt de Emergency Steering
Assist niet in een noodgeval.
1Vroeg
2 Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
■Werkingsvoorwaarden voor elke Pre-Crash Safety-functie
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans op een
frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
• Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende een bepaalde tijd niet met de auto is gereden
• Als de selectiehendel in stand R staat
• Als het controlelampje VSC OFF brandt (all een de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie werkt)
Hieronder staan de snelheden vermeld waarbij el ke functie werkt en de omstandigheden waar-
onder de werking wordt geannuleerd.
●Pre-Crash-waarschuwing
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 213 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
214
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Pre-Crash Brake Assist
●Pre-Crash-remmen
Als zich een van de volgende situaties voordoet terw ijl het Pre-Crash Brake-systeem in werking
is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
●Emergency Steering Assist
Wanneer de richtingaanwijzers knipperen, werkt de Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Emergency Steering Assist in wer-
king is, wordt dit sy steem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
• Het rempedaal is ingetrapt.
●Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kruispunt (Pre-Crash-waarschuwing)
Wanneer de richtingaanwijzers niet knipperen, werkt de assistentie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoetgangersOngeveer 40 - 80 km/hOngeveer 40 - 80 km/h
Signaleer-bare
objecten
RijsnelheidSnelheid tegenliggerSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 25 km/hOngeveer 30 - 55 km/hOngeveer 40 - 80 km/h
VoetgangersOngeveer 10 - 25 km/h-Ongeveer 10 - 25 km/h
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 214 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
218
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Bij slecht weer zoal s bij hevige regen, mist,
sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een
tunnel, waardoor een signaleerbaar object
bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn
omgeving
• Wanneer er wordt gereden op een plek waar de helderheid van het omgevingslicht
plotseling verandert, zoals bij het in- of uit-
rijden van een tunnel
• Nadat het hybridesysteem is gestart en de auto een poosje heeft stilgestaan
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
• Bij het rijden in een bocht en een paar seconden na het rijden in een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera voor niet goed is uitgelijnd
• Wanneer u rechts/links afslaat terwijl er ten minste twee rijstroken verderop tegenlig-
gers rijden
• Wanneer tijdens het rechts/links afslaan tegenliggers een eind bij u vandaan zijn • Wanneer tijdens het rechts/links afslaan
een voetganger uw auto van achteren of
opzij nadert
●In aanvulling op het bovenstaande werkt
de Emergency Steering Assist in sommige
situaties, zoals de onderstaande, mogelijk
niet.
• Wanneer de witte (gele) rijstrookmarkerin- gen niet goed zichtbaar zijn, bijvoorbeeld
wanneer deze vaag zijn of splitsen/samen-
komen of wanneer er een schaduw over
valt
• Wanneer de rijstrook breder of smaller is dan gebruikelijk
• Wanneer er een licht en donker patroon op het wegdek aanwezig is, bijvoorbeeld als
gevolg van wegwerkzaamheden
• Wanneer er een voetganger wordt gesig- naleerd in de buurt van de hartlijn van de
auto
• Wanneer het doel te dichtbij is
• Wanneer er onvoldoende ruimte is waar de auto veilig en onbelemmerd in kan rijden
• Wanneer er tegenliggers zijn
• Wanneer de VSC-functie in werking is
●In bepaalde situaties, zoals onderstaande,
wordt er mogelijk onvoldoende remkracht
of stuurkracht gegenereerd, waardoor het
systeem niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de
onderdelen van het remsysteem extreem
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden (extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
• Bij diepe spoorvorming in het wegdek
• Als op een helling wordt gereden
• Bij het rijden over wegen met hellingen links of rechts
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 218 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
225
4
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■De Lane Centering-functie aan-/
uitzetten
Druk op de toets LTA.
De Lane Centering-functie wordt telkens
wanneer de toets wordt ingedrukt aan/uit
gezet.
De actuele instelling wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Lane Centering-functie aan
“LTA Steering Assist Active Lane
Centering Active” (Active Lane Cen-
tering-functie van de LTA-stuuras-
sistentie ingeschakeld)
Lane Centering-functie uit“LTA Steering Assist Active” (LTA-
stuurassistentie ingeschakeld)
■LTA-systeem uitschakelen
Houd de toets LTA ingedrukt.
Het controlelampje LTA dooft wanneer de
LTA wordt uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om het systeem
weer in te schakelen.
De LTA wordt ingeschakeld telkens wanneer
het contact AAN wordt gezet.
De Lane Centering-functie blijft echter de
status (AAN/UIT) houden die de functie had
voordat het contact UIT werd gezet.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van de
indicator wordt de bestuurder geïnformeerd
over de bedrijfsstatus van het systeem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwielas-
sistentie van de Lane Centering-functie in
werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weer-
gegeven: Geeft aan dat de stuurwielassis-
tentie van de stuurassistentiefunctie in wer-
king is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knippe-
ren: Waarschuwt de bestuurder dat hij in
actie moet komen om in het midden van de
rijstrook te blijven ( Lane Centering-functie).
Instellingen LTA-systeemMeldingen op het
multi-informatiedisplay
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 225 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM
383
7
Handleiding HV_Europa_M52N30_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingsmeldingen
De hieronder uitgelegde waarschuwingsmel-
dingen verschillen mogelijk van de werkelijke
meldingen overeenkomstig de bedrijfscondi-
ties en voertuigspecificaties.
■Waarschuwingszoemer
Er klinkt mogelijk een zoemer wanneer er
een melding wordt weergegeven.
Mogelijk is de zoemer niet hoorbaar als de
auto zich in een lawaaierige omgeving
bevindt of als het volume van het audiosys-
teem hard staat.
■Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het olie-
peil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto op
een helling stilstaat. Plaats de auto op een
horizontale ondergrond en controleer of de
melding verdwijnt.
■Als “Hybrid System Stopped Steering
Power Low” (Hybridesysteem uitge-
schakeld. Weinig stuurbekrachtiging)
wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven als het
hybridesysteem wordt uitgeschakeld tijdens
het rijden.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebrui-
kelijk, houd het dan stevig vast en oefen
meer kracht uit dan anders.
■Als “Hybrid System Overheated Output
Power Reduced” (Hybridesysteem
oververhit. Gereduceerd uitgangsver-
mogen) wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
tijdens het rijden onder zware omstandighe-
den. (Bijvoorbeeld wanneer u een lange
steile helling op rijdt.)
Oplossing: Blz. 413
■Als “Traction Battery Needs to be Pro-
tected Refrain from the Use of N Posi-
tion” (Tractiebatterij moet worden
beschermd. Vermijd het gebruik van
stand N.) wordt weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven als
de selectiehendel in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan niet
worden geladen als de selectiehendel in
stand N staat. Zet de selectiehendel daarom
in stand P als de auto stilstaat.
■Als “Traction Battery Needs to be Pro-
tected Shift into P to Restart” (Tractie-
batterij moet worden beschermd. Zet
selectiehendel in stand P om opnieuw
te starten) wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven wanneer
het batterijpakket (tractiebatterij) bijna leeg is,
doordat de selectiehendel een bepaalde peri-
ode in stand N heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de selectie-
hendel in stand P en herstart het hybridesys-
teem.
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven
Het multi-informatiedisplay waar-
schuwt bij systeemstoringen en
onjuist uitgevoerde handelingen,
of geeft meldingen over noodza-
kelijk onderhoud weer. Voer de
juiste corrigerende maatregelen
uit wanneer er een melding wordt
weergegeven.
Als een waarschuwingsmelding
weer wordt weergegeven na het
uitvoeren van de volgende hande-
lingen, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als tevens een waarschuwings-
lampje gaat branden of knippert
terwijl er een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven, tref dan
corrigerende maatregelen over-
eenkomstig het waarschuwings-
lampje. ( Blz. 374)
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OM52N30E.book Page 383 Thursday, August 26, 2021 4:59 PM