137
3
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: Blz. 438)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiem iddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( Blz. 438)
Raadpleeg Blz. 439 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgen de gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel ligt op het dash- board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 137 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
138
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 136)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de ontgrendelsen-
sor van het portier aan en controleer of de
portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
( Blz. 457)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 136)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 138 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
162
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het instru-
mentenpaneel of dashboard. Deze par-
keerschijven of re servoirs kunnen als
een lens werken en brand veroorzaken
in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een zilverkleu-
rige folie. Weerkaatst zonlicht kan van
het glas een lens maken en brand ver-
oorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P (auto's met
Multidrive CVT), zet de motor uit en sluit
de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter met
draaiende motor.
Als de auto is geparkeerd met de selec-
tiehendel in stand P, terwijl de parkeer-
rem niet is geactiveerd, zou de auto in
beweging kunnen komen, wat kan lei-
den tot een ongeval.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor
draait en ook niet net na het uitzetten
van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per
ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen
ontstaan of de motor oververhit zou kun-
nen raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht geven-
tileerde omgeving in de auto terechtko-
men, wat kan leiden tot de dood of ernstig
gevaar voor de gezondheid.
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de remmen
nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen
nat zijn en bovendien kan vocht ertoe
leiden dat de ene kant van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere kant.
Ook de werking van de parkeerrem kan
door vocht in negatieve zin beïnvloed
worden.
●Rijd niet te dicht achter een andere auto
en vermijd afdalingen en scherpe boch-
ten die krachtig afremmen noodzakelijk
maken als de rembekrachtiger niet
werkt.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitge-
oefend dan normaal. De remweg zal
ook langer zijn. Laat uw remmen onmid-
dellijk repareren.
●Rem niet “pompend” als de motor is
afgeslagen.
Elke keer dat het rempedaal wordt inge-
trapt, wordt er weer een gedeelte van de
reserveremdruk verbruikt.
●Het remsysteem bestaat uit twee afzon-
derlijke hydraulische systemen: als een
van de beide systemen uitvalt, werkt het
andere systeem nog wel. In dat geval
moet het rempedaal krachtiger worden
ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook
de remweg toe. Laat uw remmen
onmiddellijk repareren.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 162 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
165
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig
door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroor-
zaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de peda-
len niet goed kunnen worden ingetrapt, dat
het zicht van de bestuurder wordt gehin-
derd of dat de bestuurder of passagiers
door voorwerpen geraakt worden, wat een
ongeval kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien moge-
lijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte nooit
hoger dan de rugleuningen.
●Plaats als u de acht erstoelen neerklapt
geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
●Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achter- stoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Zorg dat alle voorwerpen die zich in het
passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
●Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te
vervoeren. Personen dienen plaats te
nemen op een zitplaats en een gordel
op de juiste manier om te doen.
■Lading en gewichtsverdeling
●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel zou kunnen ont-
staan.
■Beladen van het imperiaal (indien
aanwezig)
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen:
●Plaats de lading zodanig dat het gewicht
gelijkmatig over de voor- en achteras is
verdeeld.
●Wanneer lange of brede lading wordt
meegenomen, mag nooit de lengte of
breedte van de auto overschreden wor-
den. ( Blz. 448)
●Controleer vóór het rijden of de lading
stevig vastzit op het imperiaal.
●Door het laden van voorwerpen op het
imperiaal zal het zwaartepunt van de
auto hoger komen te liggen. Vermijd
hoge snelheden, snel optrekken, het
maken van scherpe bochten, plotseling
remmen en abrupte manoeuvres, om te
voorkomen dat u de controle over de
auto verliest of dat de auto over de kop
slaat door een bedieningsfout, wat kan
leiden tot dodelijk of ernstig letsel.
●Stop bij het rijden over een lange
afstand, over slechte wegen of met
hoge snelheid af en toe tijdens de rit om
u ervan te verzekeren dat de lading nog
goed vastzit.
●Overschrijd de maximum laadcapaciteit
van 60 kg op het imperiaal niet.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 165 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
315
5
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
: Indien aanwezig
■Afstellen van de stand en de mate
van opening van de uitstroomope-
ningen
Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
Middelste uitstroomopeningen: Draai de
knop geheel naar links om de uitstroomope-
ning te sluiten.
Uitstroomopeningen opzij: Draai de knop
geheel naar de buitenzijde om de uitstroom-
opening te sluiten.WAARSCHUWING
■Voorkomen van brandwonden
Raak het onderste deel van de voorruit en
de gedeeltes bij de voorstijlen niet aan
wanneer de voorruitverwarming is inge-
schakeld.
Overzicht en bediening
uitstroomopeningenWAARSCHUWING
■Voorkomen van onjuiste werking van
de voorruitverwarming
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 315 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
322
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
*: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Voorkomen van onjuiste werking van
de voorruitverwarming
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
Stuurwielverwarming*/
stoelverwar ming*
Stuurwielverwarming
Verwarmt het stuurwiel
Stoelverwarming
Verwarmt de stoelbekleding
WAARSCHUWING
■Voorkomen van lichte brandwonden
Wees voorzichtig wanneer iemand uit
onderstaande categorieën in contact komt
met het stuurwiel of de stoelen wanneer
de stuurwiel- of stoelverwarming is inge-
schakeld:
●Baby's, kleine kinderen, oudere perso-
nen, zieken en gehandicapten
●Personen met een gevoelige huid
●Personen die oververmoeid zijn
●Personen die alcohol hebben gedron-
ken of personen die rustgevende medi-
cijnen (slaapmiddel, middel tegen ver-
koudheid, enz.) hebben gebruikt
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de stoel-
verwarming
Plaats geen zware voorwerpen met een
ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg
geen scherpe voorwerpen (naalden,
punaises, enz.) op de stoel.
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Gebruik de functies niet wanneer de motor
uitgeschakeld is.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 322 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
326
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
5-3.Gebruik van de opbergmogelijkheden
Fleshouders (Blz. 328)
Dashboardkastje ( Blz. 327)
Bekerhouders ( Blz. 327)
Consolevak ( Blz. 328)
Overzicht van opbergmogelijkheden
Plaats van de opbergmogelijkheden
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de opbergvakken
moeten worden achtergelaten
Laat geen brillen, aanstekers of spuitbus-
sen in de opbergvakken liggen. Als u dat
wel doet, kan dat bij hoge temperaturen
leiden tot het volgende:
●Brillen kunnen vervormen als de tempe-
ratuur in de auto te hoog oploopt of bar-
sten als ze in contact komen met andere
voorwerpen.
●Aanstekers en spuitbussen kunnen
exploderen. Als ze in contact komen
met andere voorwerpen, kunnen aan-
stekers vlam vatten en kunnen spuit-
bussen gas gaan lekken, waardoor
brand kan ontstaan.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 326 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
327
5
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
Trek de hendel omhoog om het dash-
boardkastje te openen.
Voor
Achter (indien aanwezig)
Trek aan de lus om de armsteun naar
beneden te trekken.
Dashboardkastje
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd het dashboardkastje gesloten. Bij
plotseling remmen of uitwijken kan letsel
ontstaan doordat een inzittende wordt
geraakt door het open dashboardkastje of
door items in het dashboardkastje.
Bekerhouders
WAARSCHUWING
■Voorwerpen die niet in de bekerhou-
der mogen worden geplaatst
Zet niets anders in de bekerhouders dan
bekers of blikjes.
Er mogen geen ongeschikte voorwerpen
in de bekerhouders worden opgeborgen,
ook niet als het deksel is gesloten.
Andere voorwerpen kunnen bij een onge-
val of plotseling remmen uit de bekerhou-
ders worden geslingerd en letsel veroorza-
ken. Dek indien mogelijk warme dranken
af om verbranding te voorkomen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 327 Monday, September 6, 2021 11:13 AM