107
2
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Selecteer op het multi-informatie-
display ( Blz. 457) en vervolgens
“HUD Main”.
■Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Druk op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om het
head-up display in of uit te schakelen.
■Wijzigen van de instellingen van
het head-up display
Houd van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel ingedrukt
om de volgende instellingen te wijzigen:
Helderheid en verticale positie van
het head-up display
Hiermee kunnen de helderheid en de verti-
cale positie van het head-up display worden
ingesteld.
Informatie op het display
Hiermee kunt u de weergave wijzigen tussen
de onderwerpen:
• Geen inhoud
• ECO-indicator (indien aanwezig)
• Toerenteller
Hiermee kan de weergave van de
volgende onderwerpen worden in- of
uitgeschakeld:
• Routebegeleiding naar bestemming
(indien aanwezig)
• Weergave ondersteunend systeem (indien aanwezig)
• Kompas (weergave met rijrichting boven) (indien aanwezig)
• Status bediening audiosysteem (indien aanwezig)
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het head-up display
●Controleer of de positie en de helder-
heid van het head-up display geen
belemmering vormen voor veilig rijden.
Als de positie of de helderheid van het
display niet goed is afgesteld, kan het
zicht van de bestuurder worden belem-
merd, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij dodelijk of ernstig letsel kan ont-
staan.
●Kijk tijdens het rijden niet voortdurend
op het head-up display, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
OPMERKING
■Projector head-up display
●Plaats geen bekers of blikjes drinken in
de buurt van de projector van het head-
up display. Als de projector nat wordt,
kunnen er elektrische storingen ont-
staan.
●Plaats geen voorwerpen op de projector
van het head-up display en plak er ook
geen stickers op.
Als u dat toch doet, worden er mogelijk
geen meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
●Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen in
de projector.
Dit kan tot mechanisch e defecten leiden.
Gebruik van het head-up
display
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 107 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
109
2
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden indien nodig weerge-
geven:
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsstatus van een relevant sys-
teem weer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) ( Blz. 216)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( Blz. 227)
PKSB (Parking Support Brake)
(indien aanwezig) ( Blz. 290)
Brake Override-systeem
(Blz. 159)
Wegrijregeling (indien aanwezig)
(Blz. 164)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de desbe-
treffende systemen voor meer informatie.
■Icoon
Wordt weergegeven als op het multi-
informatiedisplay een waarschuwings-
melding wordt weergegeven.
(Blz. 413)
■Waarschuwingsmelding
Sommige waarschuwingsmeldingen
worden indien nodig weergegeven,
overeenkomstig bepaalde voorwaarden.
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display.
■Status bediening audiosysteem
(indien aanwezig)
Wordt weergegeven wanneer de bedie-
ningstoetsen voor het audiosysteem op
het stuurwiel worden bediend.
■Status handsfree-systeem (indien
aanwezig)
Wordt weergegeven als het handsfree-
systeem wordt bediend.
■Wanneer er een pop-updisplay wordt
weergegeven
Wanneer er een pop-updisplay wordt weer-
gegeven, wordt het actuele display mogelijk
niet langer weergegeven. In dat geval keert
het display terug zodra het pop-updisplay is
verdwenen.
■Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
■ECO-indicator (indien aanwezig)
ECO-indicator
De mate van milieuvriendelijk rijden
op basis van acceleratie
Pop-updisplay
Weergave toerenteller/ECO-
indicator (indien aanwezig)/
buitentemperatuur
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 109 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
115
3
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay als de motor wordt uitge-
schakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. (Blz. 136)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is. Ver-
vang de batterij indien nodig. ( Blz. 379)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en
mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
●Als de elektronische sleutel zich langer
dan noodzakelijk is in de buurt van de auto
bevindt, kan, zelfs als het Smart entry-sys-
teem met startknop niet bediend wordt, de
sleutelbatterij sneller dan normaal ontladen
raken.
■Batterij vervangen
Blz. 379
■Als “New Key Registered Contact Your
Dealer if You Did Not Register a New
Key” (Er is een nieuwe sleutel geregis-
treerd. Neem contact op met uw dealer
als u geen nieuwe sleutel geregistreerd
hebt) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay (auto's met Smart
entry-systeem en startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgrendeld
gedurende ongeveer 10 dagen nadat er een
nieuwe elektronische sleutel is geregistreerd. Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de melding wordt weergege-
ven, maar u geen nieuwe elektronische sleutel
hebt geregistreerd, om te controleren of er
een onbekende elektronische sleutel (anders
dan de sleutels die u in uw bezit hebt) is gere-
gistreerd.
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen metalen of
magnetische voorwerpen aan de sleu-
tels en houd de sleutels uit de buurt van
dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Bevestig geen stickers en dergelijke op
de sleutel.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Houd de sleutels uit de buurt
van apparaten die magnetische velden
opwekken (bijvoorbeeld televisietoestel-
len, audiosystemen, inductiekookplaten
en medische apparatuur zoals laagfre-
quente therapeutische apparatuur).
■De elektronische sleutel bij u dragen
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van ingescha-
kelde elektrische apparaten. Radiogolven
die worden uitgezonden door elektrische
apparaten die zich minder dan 10 cm van
de elektronische sleutel vandaan bevin-
den, kunnen de correcte werking van de
sleutel hinderen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 115 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
137
3
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: Blz. 438)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiem iddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( Blz. 438)
Raadpleeg Blz. 439 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgen de gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel ligt op het dash- board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 137 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
172
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
4-2.Rijprocedures
1Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. ( Blz. 186)
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie) staat.
3 Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in.
4 Zet het contact in stand START om
de motor te starten.
■Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgescha-
keld. ( Blz. 75) Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer het stuurslot niet kan worden
ontgrendeld
Soms kan de sleutel bij het starten moeilijk
vanuit UIT worden gedraaid. Draai het stuur-
wiel enigszins naar links of naar rechts om
het stuurslot te ontgrendelen.
1 UIT (stand LOCK)
Het stuurwiel is geblokkeerd en de sleutel
kan worden verwijderd. (Auto's met Multidrive
CVT: de sleutel kan alleen worden verwijderd
als de selectiehendel in stand P staat.)
2ACC (stand ACC)
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
Contactslot (auto's zonder
Smar t entr y-systeem en
startknop)
Starten van de motor
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap het gaspedaal nooit in
tijdens het starten. Als u dat wel doet, kan
dat leiden tot een ongeval waarbij dodelijk
of ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Laat de startmotor niet langer dan 30
seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de
bedrading oververhit raken.
●Jaag een nog koude motor nooit op
toeren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Veranderen van de standen van
het contact
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 172 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
176
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde
transmissie) in te trappen. (De stand
verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)ACCESSORY (stand ACC)
IGNITION ON (contact AAN)
1 UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen worden
gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in noodgevallen de motor tijdens
het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
( Blz. 394)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet om de
motor opnieuw te starten nadat dit ten
gevolge van een noodsituatie tijdens het
rijden is uitgeschakeld de selectiehen-
del in stand N en druk de startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat dit ten gevolge van een nood-
situatie tijdens het rijden is uitgescha-
keld het koppelingspedaal in en druk de
startknop in.
Wijzigen van de stand van
het contact
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 176 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
269
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Stop & Start System Unavailable” (Stop
& Start-systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge- schakeld.
Laat de motor gedurende enige tijd draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
“Preparing to Operate” (in voorbereiding)
• De auto rijdt op grote hoogte.
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de temperatuur in het interieur te klein wordt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
●Wanneer de motor automatisch wordt her-
start terwijl hij was uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
“Battery Charging” (accu aan het opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Nadat de
motor gedurende een bepaalde periode heeft
gedraaid, wordt het systeem weer geactiveerd.
●Wanneer de motor niet weer kan worden
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and depress clutch” (schakel naar
N en trap koppeling in)
Terwijl de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, wordt de selectiehen-
del in een andere stand dan de neutraalstand
gezet zonder dat het koppelingspedaal is
ingetrapt.
■Beveiligingsfunctie van het Stop & Start-
systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseli ng uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
Blz. 442
■Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Stop & Start System Malfunction
Visit Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 269 Monday, September 6, 2021 11:13 AM
279
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
■Als “Clean Parking Assist Sensor” (rei-
nig Parking Assist-sensor) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld waterdruppels, ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogel ijk geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand kor-
ter worden of kan detectie niet mogelijk zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
WAARSCHUWING
■Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs werkt
als er geen kans op een aanrijding is.
●Het niet in acht nemen van boven-
staande waarschuwingen.
●Als een niet-originele Toyota-wielophan-
ging (bijvoorbeeld verlaagde wielophan-
ging) is gemonteerd.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met een
hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat
een sensor niet meer goed werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 279 Monday, September 6, 2021 11:13 AM