
194
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
De koplamphoogte kan worden afge-
stemd op het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading.
1Verhogen van de koplamphoogte
2 Verlagen van de koplamphoogte
■Aanwijzing voor instellen van de
koplamphoogte
Auto's met halogeenkoplampen
(type A
*1)
Auto's met halogeenkoplampen
(type B
*4)
Auto's met led-koplampen (type A*1)
Draaiknop koplampverstelling
(indien aanwezig)
Aantal inzittenden en
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0,5
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading3
BestuurderMaximale
belading4
Aantal inzittenden en
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0,5
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading2,5
BestuurderMaximale
belading3,5
Aantal inzittenden en
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0,5
Alle zitplaat-
sen bezetGeen2
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading3,5
BestuurderMaximale
belading4,5
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 194 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

195
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Auto's met led-koplampen (type B*7)
*1: Uitvoering MXPB10R-BHFRBW, MXPB10L-BHFRBW, MXPB10R-BHF-
NBW
*2, MXPB10L-BHFNBW*2,
MXPB10R-BHXNBW*3 en MXPB10L-
BHXNBW*3.
*2: Bij een voertuiggewicht van 1.155 kg*8 of
lager.
*3: Bij een voertuiggewicht van 1.170 kg*8 of
lager.
*4: Uitvoering MXPB10R-BHFNBW*5,
MXPB10L-BHFNBW*5, MXPB10R-
BHXNBW*6 en MXPB10L-BHXNBW*6.
*5: Bij een voertuiggewicht van 1.155 kg*8 of
hoger.
*6: Bij een voertuiggewicht van 1.170 kg*8 of
hoger.
*7: Uitvoering MXPB10R-BHFGBW, MXPB10R-BHXGBW, MXPB10L-BHF-
GBW, MXPB10L-BHXGBW, MXPB10R-
BHFNBW
*5, MXPB10L-BHFNBW*5,
MXPB10R-BHXNBW*6 en MXPB10L-
BHXNBW*6.
*8: Als het gewicht van de auto niet kan wor- den bepaald, neem dan contact op met
uw Toyota-dealer.
■Voertuiginformatie
Voertuiginformatie, zoals uitvoering, enz.,
kan worden gecontroleerd m.b.v. het label.
Neem bij onduidelijkheden contact op met uw
Toyota-dealer.
Aantal inzittenden en
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0,5
Alle zitplaat-
sen bezetGeen2
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading3
BestuurderMaximale
belading4,5
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 195 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

196
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
*: Indien aanwezig
Past de helderheid en het verlichte
gebied van het grootlicht aan op
basis van de rijsnelheid.
Past de intensiteit van het grootlicht
tijdens het rijden in bochten aan,
zodat het gebied in de richting
waarin de auto draait helderder
wordt verlicht dan andere gebieden.
Regelt het variabel afgeschermde
grootlicht zo, dat het gebied rond
tegenliggers en voorliggers gedeel-
telijk niet wordt verlicht terwijl andere
gebieden wel verlicht worden door
het grootlicht.
Het variabel afgeschermde grootlicht helpt
het zicht naar voren te verbeteren terwijl
tegenliggers en voorliggers minder worden
verblind.
Verlicht gedeelte door grootlicht
Verlicht gedeelte door dimlicht
Past het stralingsbereik van de dim-
lichten aan in overeenstemming met
de afstand tot een voorligger.
AHS (Adaptive High
Beam-systeem)*
Het Adaptive Hi gh Beam-systeem
gebruikt een camera aan de
bovenzijde van de voorruit om de
helderheid van de verlichting van
tegenliggers en voorliggers,
straatverlichting, enz. te beoorde-
len en, indien nodig, automatisch
de verspreiding van het licht van
de koplampen te regelen.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Adaptive High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Adaptive
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig
en houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van
het Adaptive High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Systeemfuncties
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 196 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

197
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
1Druk op de schakelaar van het
Adaptive High Beam-systeem.
2 Zet de lichtschakelaar in de stand
of .
Wanneer de lichtschakelaar in de stand dim-
licht staat, wordt het AHS-systeem inge-
schakeld en gaat het controlelampje AHS
branden.
■Werkingsvoorwaarden voor het Adap-
tive High Beam-systeem
●Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het grootlicht automa-
tisch ingeschakeld en werkt het systeem:
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
●Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het variabel afge-
schermde grootlicht ingeschakeld en wordt
het stralingsbereik van het dimlicht auto-
matisch aangepast, afhankelijk van de
locatie van tegenliggers en voorliggers:
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achterlichten.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den wordt voldaan, wordt automatisch
geschakeld van grootlicht of variabel afge-
schermd grootlicht naar dimlicht:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 15 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Er zijn veel tegenliggers en/of voorliggers.
• De positie van tegenliggers of voorliggers verandert snel en het grootlicht kan de
bestuurders van de andere voertuigen ver-
blinden.
■Detectie-informatie camera voor
●In de volgende situaties wordt mogelijk niet
automatisch geschakeld van grootlicht
naar variabel afgeschermd grootlicht:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting zijn
●Er wordt mogelijk niet geschakeld van
grootlicht naar variabel afgeschermd groot-
licht als een tegenligger wordt gesigna-
leerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl
de koplampen uit zijn.
Het Adaptive High
Beam-systeem activeren
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 197 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

198
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
●Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards en andere reflecterende
objecten wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar variabel afgeschermd groot-
licht, wordt mogelijk niet geschakeld van
grootlicht naar variabel afgeschermd groot-
licht of wordt het niet verlichte gebied
mogelijk gewijzigd.
●De volgende factoren kunnen van invloed
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht of op de snelheid
waarmee de niet verlichte gebieden veran-
deren:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer- tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen- tage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
●De regeling van de lichtverspreiding van de
koplampen kan onverwacht veranderen.
●Fietsen of vergelijkbare objecten worden
mogelijk niet gesignaleerd.
●In de volgende situaties kan het systeem
de helderheid van het omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of gaat
het grootlicht knipperen of worden voet-
gangers, tegenliggers of voorliggers ver-
blind. Als dat het geval is, moet handmatig
geschakeld worden tussen grootlicht en
dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware regenval, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Als het zicht door de voorruit wordt belem- merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
• Als de camera voor vervormd of vuil is
• Als de temperatuur van de camera voor extreem hoog is
• Als de helderheid van het omgevingslicht overeenkomt met die van koplampen, ach-
terlichten of mistlampen
• Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorli ggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of
niet correct zijn afgesteld • Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stij- gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
• Als de achterzijde van een voorligger sterk spiegelend is, zoals een container op een
truck
• Als de koplampen van de auto beschadigd of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto naar één kant overhelt door bij- voorbeeld een lekke band, of aan de ach-
terzijde wat lager ligt doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld, enz.
• Als herhaaldelijk op een abnormale manier wordt geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht
• Als de bestuurder meent dat het grootlicht mogelijk knippert of voetgangers of andere
bestuurders verblindt
• Als de auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg
rijdt. Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 457)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 198 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

199
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
■Grootlicht inschakelen
Duw de hendel van u af.
Het controlelampje van het AHS dooft en het
controlelampje van het grootlicht gaat bran-
den.
Trek de hendel in de oorspronkelijke stand
om het Adaptive High Beam-systeem te acti-
veren.
■Dimlicht inschakelen
Druk op de schakelaar van het Adaptive
High Beam-systeem.
Het controlelampje van het AHS dooft.
Druk op de schakelaar om het Adaptive High
Beam-systeem weer in te schakelen.
■Tijdelijk inschakelen van het dim-
licht
Trek de hendel naar u toe en laat hem
vervolgens terugkeren in de oorspron-
kelijke stand.
Het grootlicht blijft i ngeschakeld terwijl de
hendel naar u toe is getrokken. Nadat de
hendel echter weer in de oorspronkelijke
stand is teruggekeerd, bl ijft het dimlicht
gedurende enige tijd branden. Vervolgens
wordt het Adaptive High Beam-systeem
weer geactiveerd.
■Tijdelijk inschakelen van het dimlicht
Het verdient aanbeveling om het dimlicht in
te schakelen wanneer het grootlicht andere
bestuurders of voetgangers in de buurt hin-
dert.
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 199 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

200
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
*: Indien aanwezig
1Druk de Automatic High Beam-
schakelaar in.
2 Zet de lichtschakelaar in de stand
of .
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het sys-
teem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch in-
en uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch ingeschakeld (na ongeveer 1
seconde):
• De rijsnelheid is ongeveer 30 km/h of hoger.• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den wordt voldaan, wordt het grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 25 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■Detectie-informatie camera voor
●In de volgende situaties wordt het grootlicht
mogelijk niet automatisch uitgeschakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers niet kunnen worden gesignaleerd als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen in de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
• Wanneer de verlichting van tegenliggers of voorliggers niet is ingeschakeld
AHB (Automatic High
Beam)*
Het Automatic High Beam-systeem
gebruikt een camera aan de boven-
zijde van de voorruit om de
helderheid van de verlichting van
tegenliggers en voorliggers, straat-
verlichting, enz. te beoordelen en
schakelt, indien nodig, het
grootlicht automatisch in en uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig
en houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van
het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van de
Automatic High Beam
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 200 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

201
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld
als een tegenligger wordt gesignaleerd die
zijn mistlampen aan heeft terwijl de kop-
lampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards en andere reflecterende
objecten wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht
mogelijk ingeschakeld.
●De volgende factoren kunnen van invloed
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer- tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen- tage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage in de auto
●Het grootlicht wordt mogelijk onverwacht
in- of uitgeschakeld.
●Fietsen of vergelijkbare voertuigen worden
mogelijk niet gesignaleerd.
●In de volgende situaties kan het systeem
de helderheid van het omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of gaat
het grootlicht knipperen of worden voet-
gangers, tegenliggers of voorliggers ver-
blind. Als dat het geval is, moet handmatig
geschakeld worden tussen grootlicht en
dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware regenval, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Als het zicht door de voorruit wordt belem- merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
• Als de camera voor vervormd of vuil is
• Als de temperatuur van de camera voor extreem hoog is
• Als de helderheid van het omgevingslicht overeenkomt met die van koplampen, ach-
terlichten of mistlampen
• Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorli ggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of
niet correct zijn afgesteld • Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stij- gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
• Als de achterzijde van een voorligger sterk spiegelend is, zoals een container op een
truck
• Als de koplampen van de auto beschadigd of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto naar één kant overhelt door bij- voorbeeld een lekke band, of aan de ach-
terzijde wat lager ligt doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld, enz.
• Als herhaaldelijk op een abnormale manier wordt geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht
• Als de bestuurder meent dat het grootlicht mogelijk knippert of voetgangers of andere
bestuurders verblindt
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 201 Monday, September 6, 2021 11:13 AM