
382-1. KORTE UITLEG
Duw de hendel naar voren of trek hem
naar achteren.
• Inschakelen grootlicht, pijl 1.
Het grootlicht gaat branden als het dimlicht
wordt ingeschakeld.
• Uitschakelen grootlicht/lichtsignaal
koplampen, pijl 2.
1 Rechts afslaan
2 Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets in de rich-
ting van de pijl en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de rechterzijde
zullen drie keer knipperen.
3Rijstrookwisseling naar links
(beweeg de hendel iets in de rich-
ting van de pijl en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de linkerzijde zul-
len drie keer knipperen.
4Links afslaan
Grootlicht, lichtsignaal,
knipperlichten
Grootlicht, lichtsignaal
Richtingaanwijzer
2 1
3 4
Verlichting
Functies verlichting
SymboolFunctie
Mistachterlicht.
Verlichting uit.
Dagrijverlichting.
Stadslicht.
Automatische verlichting. Adaptieve verlichting.
Dimlicht.
Dashboardverlichting.
Parkeerlicht rechts.
Parkeerlicht links.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 38 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

47
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Dimlicht Blz. 185
Dashboardverlichting
Blz. 190
Parkeerlicht rechts Blz. 186
Parkeerlicht links Blz. 186
5 Bedieningshendel aan de stuur-
kolom, links
Richtingaanwijzer Blz. 150
Grootlicht, lichtsignaal
Blz. 150
Automatic High Beam-sys-
teem Blz. 187
Boordcomputer Blz. 176
6 Paddle shift-schakelaar Blz. 157
7 Toetsen op het stuurwiel, links
Handbediende snelheids-
begrenzer Blz. 232
Cruise control aan/uit
Blz. 234
Cruise control hervatten
Blz. 232
Cruise control onderbreken
Blz. 232
Dynamic Radar Cruise Con-
trol aan/uit Blz. 238
Cruise control: een snelheid
instellen
Speed Limit Assist: instellen op de
voorgestelde snelheidslimiet
Blz. 246 Cruise control onderbreken/
hervatten Blz. 232
Dynamic Radar Cruise Con-
trol: de afstand vergroten/verkleinen
Blz. 232
Tuimelschakelaar cruise
controlBlz. 232
8 Instrumentenpaneel Blz. 161
9 Toetsen op het stuurwiel, rechts
Keuzelijsten Blz. 176
Volume, zie de handleiding
voor het navigatiesysteem.
Spraakcommandosysteem
Blz. 68
Telefoon, raadpleeg de
handleiding voor het navigatie-,
multimedia- en communicatiesys-
teem
Kartelwieltje voor keuzelijsten
Blz. 176
10 Paddle shift-schakelaar Blz. 157
11 Bedieningshendel aan de stuurko-
lom, rechts
Ruitenwisser Blz. 150
Regensensor Blz. 151
Ruitensproeiers Blz. 152
12 Stuurwiel verstellen Blz. 119
13 Claxon, volledige oppervlak
14 Motorkapontgrendeling
Blz. 321
15 Achterklepontgrendeling
Blz. 91
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 47 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

483-1. BEDIENING
1Regeldisplay Blz. 59
2 Alarmknipperlichten Blz. 351
3 Ventilatie Blz. 264
4 Dashboardkastje Blz. 272
5 Radio/multimedia, zie de handlei-
ding voor het navigatiesysteem
6 Automatische airconditioning
Blz. 260
7 Controller met toetsen Blz. 60,
Blz. 61
8 SPORT-modusschakelaar
Blz. 159
SPORT-rijmodus
Toyota Supra Safety Blz. 206
Stop & Start-systeem
Blz. 145 Parking Sensors Blz. 50
Achteruitrijcamera Blz. 252
RCTA-functie (Rear Cross Traffic
Alert) Blz. 256
Parking Assist-systeem Blz. 50
Vehicle Stability Control
(VSC) Blz. 229
9 Parkeerrem Blz. 148
10 Selectiehendel automatische trans-
missie Blz. 154
11 Drive Ready-modus in-/uit-
schakelen Blz. 144
Rondom de middenconsole
1
4
23
5
6
7
89
10
11
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 48 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

943-1. BEDIENING
1Houd de achterzijde van de
afstandsbediening tegen het merk-
teken op de stuurkolom. Let op het
display van het instrumentenpaneel.
2 Als de afstandsbediening wordt
gedetecteerd: Schakel binnen 10
seconden de Drive Ready-modus
in.
Als de afstandsbediening niet wordt
gedetecteerd, wijzig dan de positie van
de afstandsbediening enigszins en her-
haal de procedure.
Welke voorzorgsmaatregelen kunnen
er worden genomen om een auto te
kunnen openen als de afstandsbedie-
ning per ongeluk in de auto is opgeslo-
ten?
• De auto kan ook worden vergren- deld en ontgrendeld met de functie
onderhoud op afstand van de Toyota
Supra Connect-app.
Dit vereist een actief Toyota Supra Connect-
contract en de Toyota Supra Connect-app
moet op een smartphone zijn geïnstalleerd.
• De auto kan worden ontgrendeld via
de Concierge Services.
Dit vereist een actief Toyota Supra Connect-
contract.
Met de geïntegreerde sleutel kan het
bestuurdersportier worden ontgrendeld
en vergrendeld zonder de afstandsbe-
diening te gebruiken. De geïntegreerde sleutel past ook op
het slot van het dashboardkastje.
De geïntegreerde sleutel kan ook wor-
den gebruikt op de schakelaar voor het
in- en uitschakelen van de voorpassa-
giersairbags, zie Blz. 203.
Druk op de knop (pijl
1) en trek de geïn-
tegreerde sleutel naar buiten (pijl 2).
Veelgestelde vragen
Geïntegreerde sleutel
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bij sommige landspecificaties is ontgren-
deling van binnenuit al
leen mogelijk met
speciale kennis.
Er bestaat een kans op letsel of levensge-
vaar als personen lang in de auto achter-
blijven en daardoor worden blootgesteld
aan extreme temperaturen. Vergrendel de
auto niet van buitenaf als er iemand in zit.
OPMERKING
Het portierslot is stevig met het portier ver-
bonden. De portiergreep is een beweeg-
baar onderdeel. Als u aan de portiergreep
trekt terwijl de geïntegreerde sleutel zich in
het slot bevindt, kan de lak of de geïnte-
greerde sleutel beschadigd raken. Er
bestaat een kans op schade. Verwijder de
geïntegreerde sleutel uit het slot voordat u
aan de portiergreep trekt.
Verwijderen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 94 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

1843-1. BEDIENING
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
De lichtschakelaar bevindt zich naast
het stuurwiel.Afhankelijk van de helderheid van de
omgeving schakelt het systeem het
dimlicht automatisch
in of uit, bijvoor-
beeld in een tunnel, bij schemering en
bij regen of sneeuw.
Mogelijk gaan de koplampen ook bran-
den wanneer de zon laag staat tegen
een blauwe hemel.
Als het dimlicht handmatig is ingescha-
keld, wordt de automatische verlichting
gedeactiveerd.
Ve r l ich t i n g
Uitrusting
Overzicht
Schakelaar in de auto
SymboolFunctie
Mistachterlicht.
Verlichting uit.
Dagrijverlichting.
Stadslicht.
Automatische verlichting. Adaptieve verlichting.
Dimlicht.
Dashboardverlichting.
Parkeerlicht rechts.
Parkeerlicht links.
Automatische verlichting
Principe
Algemeen
SymboolFunctie
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 184 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

1903-1. BEDIENING
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Exterior lighting” (verlichting buiten-
zijde)
4 “Right-hand/left-hand traffic”
(rechts/links rijden)
5 Selecteer de gewenste instelling.
Afhankelijke van de nationale marktversie,
moet de parkeerrem zijn geactiveerd.
Het Automatic High Beam-systeem
werkt mogelijk slechts in beperkte
mate.
De beschikbaarheid van de adaptieve
verlichting is mogelijk beperkt.
De helderheid kan alleen worden afge-
steld wanneer het stad slicht of het dim-
licht is ingeschakeld. Afhankelijk van de uitrusting worden de
interieurverlichting, voetenruimtever-
lichting en instapverlichting automa-
tisch geregeld.
Permanent uitschakelen: houd de toets
ongeveer 3 seconden ingedrukt.
Omschakelen van de koplampen
Beperkingen van het systeem
Dashboardverlichting
Voorwaarden voor werking
Instellen
De helderheid kan worden
ingesteld met het kartelwiel-
tje.
Interieurverlichting
Algemeen
Overzicht
Toetsen in de auto
Interieurverlichting
Leeslampjes
De interieurverlichting in-/uit-
schakelen
Druk op de toets.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 190 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

1943-1. BEDIENING
Bewaar afstand tot de airbags.
Pak het stuurwiel altijd aan de rand
vast. Plaats uw handen in de 3-uur-
stand en 9-uurstand om het risico op
letsel aan handen of armen bij het
activeren van de airbag te minimali-
seren.
Stel de stoel en het stuurwiel zo af
dat de bestuurder diagonaal over het
stuurwiel kan reiken. Selecteer de
instellingen zo dat bij het reiken de
schouders contact blijven houden
met de rugleuning en het bovenli-
chaam zo ver mogelijk van het stuur-
wiel verwijderd blijft.
Zorg ervoor dat de voorpassagier
correct zit, dat wil zeggen, met de
voeten en benen in de voetenruimte
en niet op het dashboard rustend.
Zorg ervoor dat de inzittenden hun
hoofd uit de buurt van de side airbag
houden.
Plaats geen andere personen, huis-
dieren of objecten tussen de airbags
en inzittenden.
Houd het dashboard en de voorruit
aan passagierszijde vrij. Breng bij-
voorbeeld geen plakfolie of afdekkin-
gen aan en monteer geen beugels
voor navigatiesystemen of mobiele
telefoons.
Bevestig niets met lijm op de
afdekkappen van de airbags, dek de
kappen nooit af en breng op geen
enkele manier wijzigingen aan de
kappen aan.
Gebruik de afdekkap van de airbag
voor aan voorpassagierszijde niet
als plateau.
Stoelhoezen, kussens of andere
objecten die niet specifiek geschikt
zijn voor stoelen met geïntegreerde
side airbags mogen niet op de voor-
stoelen worden gemonteerd.
Hang geen kledingstukken zoals jas-
sen of jacks over de rugleuningen.
Breng op geen enkele manier wijzi-
gingen aan aan de afzonderlijke
onderdelen van het systeem of de
bedrading ervan. Dit geldt ook voor
de afdekkappen van het stuurwiel,
het dashboard en de stoelen.
Neem het airbagsysteem niet uit
elkaar.
Zelfs als al deze informatie in acht
wordt genomen, kan afhankelijk van de
omstandigheden waarin een ongeval
plaatsvindt bepaald letsel als gevolg
van contact met de airbag niet volledig
worden uitgesloten.
Het geluid dat wordt veroorzaakt door
het activeren van een airbag kan bij
inzittenden die gevoelig zijn voor lawaai
leiden tot tijdelijk gehoorverlies.
Opmerkingen m.b.t. het bereiken van
een optimale effectiviteit van de airbag
WAARSCHUWING
Als de stoel verkeerd staat of als het acti-
veringsgebied van de airbag beperkt is,
kan het airbagsysteem niet de beoogde
bescherming bieden of kan het bij de acti-
vering extra letsel veroorzaken. Er bestaat
een kans op (dodelijk) letsel. Neem de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht voor
een optimaal beschermend effect.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
194 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

197
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
WAARSCHUWING
Als u met uw hoofd te dicht bij het stuur-
wiel zit, oefent de SRS-
airbag voor bij acti-
vering mogelijk een zeer grote kracht op
uw lichaam uit. Zorg ervoor dat u met een
juiste zithouding op de bestuurdersstoel zit
en houd voldoende afstand tot het stuur-
wiel.
Zet de passagiersstoel niet te dicht bij het
dashboard en laat uw voeten niet op het
dashboard rusten, omdat dit kan leiden tot
ernstig letsel wanneer de SRS-airbags
worden geactiveerd. Zorg ervoor dat u met
een juiste zithouding op de passagiers-
stoel zit en houd voldoende afstand tot het
dashboard.
WAARSCHUWING
Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen onderdelen in de buurt van de SRS-
airbags.
Installeer of bevestig niets (bijvoorbeeld
stickers) op plaatsen zoals de bestuur-
dersairbag en in de buurt van de SRS-
knie-airbags. Bevestig ook geen accessoi-
res, zoals een luchtverfrisser, aan het
dashboard aan passagierszijde en plaats
niets op de vloer voor de stoel. Als er iets
op deze gebieden wordt bevestigd of ach-
tergelaten, kunnen ze voorkomen dat een
airbag wordt geactiveerd of worden ze
mogelijk een projectiel wanneer de airbags
worden geactiveerd.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 197 Friday, September 24, 2021 10:31 AM