A
Antidiefstalsysteem...........73
Alarm*..................74
Bedienen van het systeem......73
Inbraaksensor en hellingsensor . . .76
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........74
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........74
Startblokkering.............73
Supervergrendeling*.........74
B
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers...............196
Achterruitenwisser en -sproeier . .205
AHB (Automatic High Beam)* . . .198
Bedienen van de
ruitenwisserhendel......202
,205
Bediening...............201
Extended Headlight
Lighting-systeem..........198
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht.............200
Inschakelen van de koplampen . . .196
Inschakelen van het Automatic High
Beam-systeem............198
Inschakelen van het grootlicht . . .198
Lichtschakelaar............196
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .202
Schakelaar mistlampen.......201
Belangrijke informatie.........384
Alarmknipperlichten.........384
Als de onder water staat of het water
op de weg stijgt............385
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .384
Bedieningsinstructies........384
De auto tot stilstand brengen . . .384
G
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming.........304
Automatische airconditioning . . .304
Bedienen van de
stoelverwarming...........311Bedienen van de stoelverwarming en
-ventilatoren.............311
Bedieningspaneel
airconditioning............304
Gebruik van de automatische
modus.................307
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........308
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.........309
Stuurwielverwarming........310
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*..........310
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)/voorruitontwaseming
(indien aanwezig)...........307
Gebruik van de
interieurverlichting...........312
Bedienen van de
interieurverlichting.........313
Bedienen van de leeslampjes. . . .313
Overzicht interieurverlichting . . .312
Plaats van de interieurverlichting .312
Gebruik van de ondersteunende
systemen.................208
BSM (Blind Spot Monitor)*.....249
Cruise control*............245
De Blind Spot Monitor-functie . . .262
De Rear Crossing Traffic Alert-functie
(indien aanwezig)...........264
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist (auto's met
RSA)...................241
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*......234
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............224
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*.........289
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........240
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA).......242
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........279
Index
589
Wijzigen van het schakelbereik in
stand S.................189
Rijtips...................296
Airconditioning............297
Bagage.................297
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal...............296
Bediening selectiehendel......296
Bij het parkeren............299
Bij het remmen............296
Controle van bandenspanning . . .297
Files...................297
Gebruik van de ECO-rijmodus . . .296
Gebruik van de
hybridesysteemindicator......296
Kenmerken terreinauto's......300
Kiezen van sneeuwkettingen. . . .299
Opwarmen voor het rijden.....297
Rijden in de winter..........297
Rijden op de snelweg........297
Terreinrijden..............301
Tijdens het rijden...........298
Tips voor rijden met een
hybrideauto..............296
Voorbereidingen voor de winter . .297
Voordat u met de auto gaat rijden .298
Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's..............300
Wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen
(behalve 235/55R19 banden) . . .299
S
Specificaties...............436
Achterdifferentieel (elektromotor
achter) (AWD-uitvoeringen). . . .441
Afmetingen..............436
Banden en velgen...........442
Batterijpakket (tractiebatterij) . . .439
Brandstof...............438
Elektrisch systeem (12V-accu) . . .441
Elektromotor (tractiemotor). . . .438
Gewichten...............436
Hybridetransmissie.........441
Identificatie van de auto.......437
Informatie over brandstof......443
Koelsysteem..............440
Lampen.................443
Motor..................438Onderhoudsgegevens (brandstof,
oliepeil, enz.).............436
Ontstekingssysteem (bougie) . . .440
Remmen................442
Smeersysteem............439
Stuurinrichting............442
Stappen die genomen moeten worden
in noodgevallen.............385
Acties behorende bij de
waarschuwingslampjes of
-zoemers................390
Als de 12V-accu is ontladen. . . .426
Als de auto vast komt te zitten . . .434
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt..................424
Als de tankdopklep niet kan worden
geopend................423
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingszoemer
klinkt..................390
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.........398
Als het hybridesysteem niet kan
worden gestart............422
Als u denkt dat er iets mis is. . . .390
Als u uw sleutels verliest.......423
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel). . . .413
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's zonder een reservewiel) . .403
Als uw auto moet worden
gesleept................385
Als uw auto oververhit raakt. . . .430
Correctieprocedures.........430
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet aan of de claxon
maakt geen geluid..........422
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of
de claxon maakt geen of weinig
geluid..................422
De tankdopklep openen.......423
Herstelprocedure...........434
Het hybridesysteem kan niet worden
gestart, ook al is de startprocedure
correct uitgevoerd (→blz. 180) . .422
Hoorbare symptomen........390
Merkbare symptomen........390
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op te nemen
met de dealer.............387
Index
593