236
WARNI NG
Vul nooit bij vanuit een AdBlue®-dispenser die is bestemd voor vrachtwagens.
Adviezen voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C en verliest aan kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam flacons en jerrycans koel en buiten direct zonlicht te bewaren.Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten minste één jaar houdbaar.Als de vloeistof bevroren is geweest, kan deze weer worden gebruikt na bij kamertemperatuur volledig te zijn ontdooid.
WARNI NG
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue® nooit in uw auto.
Voorzorgsmaatregelen voor
het gebruik
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos
(indien koel bewaard).Als de vloeistof in contact komt met de huid, moet u de huid wassen met kraanwater en zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de ogen dan onmiddellijk gedurende ten minste 15
minuten met grote hoeveelheden kraanwater of een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een blijvend branderig gevoel of blijvende irritatie.Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond dan met schoon water en drink vervolgens een ruime hoeveelheid water.Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in. Ammoniakdampen werken irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
WARNI NG
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van kinderen, in de originele flacon of jerrycan.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale ondergrond staat.Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest AdBlue® waardoor u de vloeistof niet in het reservoir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een warmere plaats staan en vul vervolgens het reservoir bij.
WARNI NG
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
WARNI NG
Als er AdBlue® op de zijkant van de auto of op een andere plaats is gemorst, spoel het dan onmiddellijk weg met koud water of veeg het weg met een vochtige doek.Gekristalliseerde vloeistof moet worden verwijderd met een spons en warm water.
WARNI NG
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld nadat het reservoir leeg is geraakt, dient u ongeveer 5 minuten te wachten voordat u het contact weer AAN zet, zonder het bestuurdersportier te openen, de auto te ontgrendelen, de sleutel in het contactslot te steken of de “Smart Entry & Start”-sleutel in het interieur te brengen.Zet vervolgens het contact AAN en start na 10 seconden wachten de motor.
► Zet het contact UIT en verwijder de sleutel uit het contactslot om de motor uit te zetten.of► Druk bij een auto met Smart Entry & Start op de knop “START/STOP” om de motor uit te zetten.
238
Herstellen van de normale werking
► Activeer de parkeerrem.► Zet bij een automatische transmissie de keuzeschakelaar in stand P.
Bij handgeschakelde
transmissie en elektrisch
bedienbare parkeerrem /
In de vrijloop zetten
► Zet de selectiehendel bij draaiende motor en ingetrapt rempedaal in de neutraalstand.► Zet bij ingetrapt rempedaal de motor uit.► Laat het rempedaal los en zet het contact AAN.► Trap het rempedaal in en druk op de bedieningshendel om de parkeerrem te deactiveren.► Laat het rempedaal los en zet het contact UIT.
Herstellen van de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor opnieuw en activeer de parkeerrem.
Bij automatische transmissie
en elektrisch bedienbare
parkeerrem /
In de vrijloop zetten
► Zet de keuzeschakelaar bij draaiende motor en
ingetrapt rempedaal in de stand N.► Zet bij ingetrapt rempedaal de motor uit.► Laat het rempedaal los en zet het contact AAN.► Trap het rempedaal in en druk op de bedieningshendel om de parkeerrem te deactiveren.► Laat het rempedaal los en zet het contact UIT.
Herstellen van de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de motor opnieuw. Selecteer vervolgens stand P.
Met keuzeschakelaar
(elektrisch) en elektrisch
bedienbare parkeerrem /
Procedure voor in vrijloop zetten
► Trap het rempedaal in en selecteer stand N
terwijl de auto stilstaat en de motor draait.Binnen 5 seconden:► Houd het rempedaal ingetrapt en doe het volgende in de aangegeven volgorde: zet de motor uit (afhankelijk van de uitvoering: houd de toets START/STOP 2 seconden ingedrukt) en beweeg de keuzeschakelaar naar voren of achteren.► Laat het rempedaal los en zet het contact AAN.► Plaats uw voet op het rempedaal en druk op de hendel van de elektrisch bedienbare parkeerrem om de auto in de vrijloop te zetten.► Laat het rempedaal los en zet het contact UIT.
NOTIC E
Smart Entry & StartTrap het rempedaal niet in bij het AAN en weer UIT zetten van het contact. Als u dat wel doet zal de motor starten, waardoor u opnieuw moet beginnen met de procedure.
266
Weer aansluiten van de pluspool (+)
► Trek hendel A helemaal omhoog.► Plaats de geopende accupoolklem B op de pluspool (+).► Druk de accupoolklem B volledig omlaag.► Beweeg hendel A omlaag om accupoolklem B te vergrendelen.► Beweeg, afhankelijk van de uitrusting, het kunststof kapje van de pluspool (+) omlaag.
WARNI NG
Forceer de hendel niet door erop te duwen, aangezien de accupoolklem niet kan worden vergrendeld als deze niet correct is geplaatst; herhaal de procedure.
Nadat de accu weer is aangesloten
Na het aansluiten van de accu moet u het contact AAN zetten en vervolgens 1 minuut
wachten alvorens de motor te starten, om de elektronische systemen te initialiseren.Mochten er zich na deze handeling kleine storingen blijven voordoen, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Raadpleeg de volgende rubriek om bepaalde systemen zelf te resetten, zoals:
– De sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel (afhankelijk van de uitvoering),– De elektrisch bedienbare ruiten,– De elektrisch bedienbare deuren,– De datum en de tijd,– De voorkeuzezenders.
NOTIC E
Tijdens de rit die volgt op de eerste keer dat de motor weer is gestart, werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet.In dat geval werkt het systeem pas weer als de auto gedurende een bepaalde periode, die afhankelijk is van de omgevingstemperatuur en de ladingstoestand van de accu (maximaal 8 uur), niet is gebruikt.
Slepen/trekken
Procedure voor het laten slepen van uw auto of het slepen van een andere auto met behulp van een afneembaar mechanisme.
NOTIC E
Algemene adviezenNeem de geldende wetgeving in het land
waar u zich bevindt in acht.Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.Er moet iemand achter het stuurwiel van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet beschikken over een geldig rijbewijs.Gebruik bij het slepen met vier wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang; touwen en riemen zijn verboden.De bestuurder van de trekkende auto moet voorzichtig wegrijden.Als de auto wordt gesleept met uitgezette motor, werken ook de rem- en stuurbekrachtiging niet.
291
Bluetooth®-audiosysteem
10
In sommige gevallen moet u de telefoonmodus via de telefoon activeren.
Interactieve spraakserver
Selecteer in het contextmenu “Toon DTMF” en bevestig uw keuze om het digitale toetsenbord te kunnen gebruiken om door het menu van de interactieve spraakserver te navigeren.
Bevestig met OK.
Wisselgesprek
Selecteer “Verwisselen” in het contextmenu en bevestig uw keuze om een in de wacht gezet gesprek voort te zetten.Bevestig met OK.
Telefoonboek
Houd voor toegang tot het telefoonboek SRC/TEL ingedrukt.Selecteer “Telefoonboek” om de lijst van contacten te bekijken.Bevestig met OK.
Druk om de in het systeem opgeslagen contacten te wijzigen op MENU, selecteer vervolgens “Telefoon” en bevestig.Selecteer “Beheer index” en bevestig.U kunt het volgende doen:– “Een bestand raadplegen”,– “Een bestand verwijderen”,
– “Alle bestanden verwijderen”.Afhankelijk van de compatibiliteit van de telefoon heeft het systeem toegang tot het telefoonboek van de telefoon gedurende de tijd dat de Bluetooth-verbinding actief is.Vanaf bepaalde typen gekoppelde Bluetooth-telefoons kunt u contacten vanuit de telefoon opslaan in het geheugen van het audiosysteem.
De op deze manier geïmporteerde contacten worden opgeslagen in een telefoonboek dat, ongeacht welke telefoon is gekoppeld, vrij toegankelijk is.Het menu van het telefoonboek is niet beschikbaar als het telefoonboek leeg is.
Spraakherkenning
Dankzij deze functie kunt u de spraakherkenning van uw smartphone via het systeem gebruiken.Starten van de spraakherkenning (afhankelijk van het type stuurkolomschakelaars):Houd het uiteinde van de lichtschakelaar enige tijd ingedrukt.OfDruk op deze toets.
NOTIC E
Voor de spraakherkenning is een compatibele smartphone nodig die via Bluetooth met de auto is verbonden.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over het audiosysteem van uw auto.Wanneer de motor is uitgezet, wordt het audiosysteem na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.Als de motor is uitgezet, werkt het audiosysteem
zolang de ladingstoestand van de accu dat toestaat.Het uitschakelen is normaal: het audiosysteem schakelt over naar de spaarstand en wordt uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen wordt.► Start de motor om de accu bij te laden.De melding “het audiosysteem is oververhit” wordt op het scherm weergegeven.Om het systeem te beschermen wanneer de omgevingstemperatuur te hoog is, schakelt het audiosysteem over naar een automatische warmtebeschermingsmodus: het geluidsvolume wordt dan verlaagd of het afspelen van de CD wordt gestopt.► Schakel het audiosysteem gedurende enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen.
Radio
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende audiobronnen (radio, CD, enz.).Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de geluidsinstellingen (Volume, Bass, hoge
329
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting of sluit het USB-apparaat via een geschikte kabel (niet meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
WARNI NG
Gebruik om beschadiging van het systeem te voorkomen geen USB-verdeelstekker.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren als het apparaat voor de eerste keer wordt aangesloten.Het verminderen van het aantal andere dan muziekbestanden en van het aantal mappen zal de wachttijd bekorten.De afspeellijsten worden telkens wanneer het contact UIT wordt gezet of een USB-stick wordt aangesloten bijgewerkt. Het audiosysteem onthoudt deze lijsten, die vervolgens sneller worden geladen als ze niet zijn gewijzigd.
Selecteren van de bron
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer de bron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de uitvoering/afhankelijk van het land.Plaats een USB-stick in de USB-aansluiting.
NOTIC E
De videobedieningscommando's zijn alleen toegankelijk via het touchscreen.
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer Video om de video te starten.
Druk, om de USB-stick te verwijderen, op de pauzetoets om de video te stoppen en verwijder de USB-stick.Het systeem kan videobestanden afspelen in de formaten MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263, VP8, WMV en RealVideo.
Bluetooth®-audiostreaming
Met audiostreaming kunt u muziekbestanden op de smartphone via het audiosysteem in de auto afspelen.Het profiel Bluetooth moet zijn geactiveerd.Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (hoog geluidsniveau).Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.
Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de smartphone.Bediening verloopt via het draagbare apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
NOTIC E
Als de streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een mediabron beschouwd.
Aansluiten van een
Apple®-speler
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.Het afspelen begint automatisch.De bediening gebeurt via het audiosysteem van de auto.
NOTIC E
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten/audioboeken/podcasts).De standaardindeling is de indeling per artiest. Ga om de indeling te wijzigen terug naar het eerste niveau van het menu, selecteer de gewenste indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten) en bevestig om in het menu naar het gewenste nummer te scrollen.
342
12V-accu 232, 262–263, 262–265180° te openen 50
A
Aanhanger 121, 226Aanhangergewichten 269–270, 274Aansluiting 12 V 80, 82Aansluiting 220 V 83ABS 11 9Accessoires 11 6, 163Accu 224, 262Accu laden 264–265Achterbank 67Achterdeuren 37–38, 50, 257Achterklep 37–38, 40, 51Achterportieren 50Achterruitverwarming 98Achterstoel en -bank op rails 67, 72–74Achteruitrijcamera 181, 205–206, 208Achteruitrijlicht 257, 259Actieradius AdBlue 21, 232Actieradius AdBlue® 21Active Safety Brake 196, 198Adaptieve cruise control met Stop-functie 186–187Adaptieve snelheidsregelaar 186, 192, 194–195AdBlue® 21, 235AdBlue® bijvullen 236
AdBlue®-reservoir 236Afmetingen 276Afstandsbediening 31–37, 39, 159Afstellen van de koplamphoogte 111Afzetten van de motor 160, 162–163Airbags 128, 130–131, 133Airbags vóór 128–130, 134Airconditioning 93, 97
Airconditioning (handbediend) 94, 97Airconditioning met gescheiden regeling 98Alarmknipperlichten 11 7, 242Alarmsysteem 52–54Algemeen menu 28, 282Allesdragers 226Android Auto verbinding 303, 324Antiblokkeersysteem (ABS) 11 9–120Antidiefstalsysteem/Startblokkering 32Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling 120, 123Apple®-speler 287, 301, 329Apple CarPlay verbinding 303, 323Apps 324Armleuning vóór 59, 80Automatische airconditioning met gescheiden regeling 95–96Automatische ruitenwissers 11 3Automatische transmissie ~ Versnellingsbak, automatische 168, 170–174, 177, 233, 264Automatisch inschakelen verlichting 108Automatisch noodremsysteem 196, 198
B
Bagageafdekking 84Bagagenet voor hoge belading 86–87Bagageruimte 51Banden 234, 279Bandencompressor 244Banden oppompen 234, 279
Bandenreparatieset 245, 247–248Bandenspanning 234, 245, 248, 279Bandenspanningscontrole (met set) 244–245, 247–248Bandenspanning te laag (detectie) 178Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij 40–41, 101Batterij afstandsbediening vervangen ~ Afstandsbediening, batterij vervangen 40Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen aan stuurkolom 281, 295–296, 3 11Bekerhouder 80Beladen 85, 226Beveiliging tegen beknellen ~ Klembeveiliging 88Bijvullen AdBlue® 232, 236Binnenspiegel 62Bluetooth (handsfree set) 288–289, 304–305, 330–331Bluetooth (telefoon) 304–305, 330–331Bluetooth-telefoon met spraakherkenning 291
345
Alfabetische index
Klep laadaansluiting (elektrische auto) 213, 220–221, 223Klep van de laadaansluiting 222Kleurcode lak 279Klimaatregeling 96, 99Klokje (instellen) 30, 307, 335Koelvloeistof 231Koelvloeistoftemperatuur 19–20
Koelvloeistoftemperatuurmeter 19–20Kofferdeksel sluiten 51Koplampverstelling 111Krik 249
L
Laadkabel 216Laadkabel (elektrische auto) 214Laadniveaumeter (elektrische auto) 23Laadschot 85Laadstekker (elektrische auto) 213, 220–221, 223Laadsysteem (elektrische auto) 5, 9, 28, 212, 229Laadzone 34, 43, 85Laden accu ~ Accu laden 264–265Laden tractiebatterij 216Laden via een normaal stopcontact 216Lader voor versneld laden (wallbox) 214Lak 240, 279Lampen 254Lampen (vervangen) 253, 257
Lampen vervangen 253, 253–254, 257, 259Lane Departure Warning System (LDWS) 199–200Leder (onderhoud) 241Lekke band 244–245, 248–249Lendensteun 57, 60Lendensteun, verstelling 57Lichtschakelaar 106
Lokaliseren van de auto 32Luchtfilter 233Luchtfilter (vervangen) 233Luchtrecirculatie 95–97
M
Massagefunctie 60Matte lak 240Matten 80–81, 182Mat verwijderen 80Meldingen 332Menu 303Menu's (audio) 296–297, 312–313Menustructuren display 303Milieu 8, 41, 101, 158Minimaal laadniveau tractiebatterij (elektrische auto) 23Mistachterlicht 106, 257, 259Mistlampen vóór 106, 256Mobiele app 29, 103, 222Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren 226
Motor 234Motoren 269Motorkap 228Motorkapsteun 228Motorolie 230Motorolieniveaumeter 20MP3 (CD) 287Multifunctioneel display (met autoradio) 282
N
Navigatiesysteem 318–320Netaansluiting (standaardstekker) 214Niveau AdBlue® 232Niveau brandstofadditief diesel ~ Brandstofaddititiefniveau 232–233Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau 19–20, 231Niveau koplampsproeiervloeistof ~ Koplampsproeiervloeistofniveau 11 3Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau 231Niveau ruitensproeiervloeistof ~ Ruitensproeiervloeistofniveau 11 3, 231Niveaus controleren 229–231Niveaus en controles 229–231Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof ~ Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau 231Noodbediening achterklep 40Noodbediening portieren 32, 39–40Noodoproep ~ Urgence-oproep 11 7–11 8Noodprocedure starten 163, 263
347
Alfabetische index
Remvloeistof 231Reservewiel 179, 234, 249–250, 253Reservoir ruitensproeiers ~ Ruitensproeierreservoir 231Resetten bandenspanningscontrolesysteem 179Richtingaanwijzers 107, 254–255, 257, 259Rijadviezen 8, 157–158Rijden 157–158
Rijhulpcamera (waarschuwingen) 181Rijhulpsystemen (algemene adviezen) 180Rijmodi (elektrische auto) 176Rijstanden 176Rijstrookcontrolesystemen 11 9–120Rijverlichting 106Roetfilter 232–233Ruitensproeier achter 11 4Ruitensproeiers vóór 11 2Ruitenwisser achter 11 4Ruitenwisserbladen (vervangen) 11 4–11 5Ruitenwisserbladen vervangen 11 4–11 5Ruitenwissers 111, 11 3Ruitenwisserschakelaar 111, 11 3–11 4Ruitenwissers vóór 11 2–11 3Ruit van de achterklep 51
S
Schakelaars stoelverwarming ~ Stoelverwarming, schakelaars 59–60Schakel sneeuwketting 225, 250Scheidingsnet 63–65
Schuifdeuren 45SCR (Selective Catalytic Reduction) 22, 235SCR-systeem 22, 235Selectiehendel 170Selectiehendel automatische transmissie ~ Schakelen automatische versnellingsbak 170–173Selectiehendel (elektrische auto) 174, 233Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak 169Selectieve ontgrendeling 34–36Sensoren (waarschuwingen) 181Serienummer auto 279Set voor tijdelijke bandenreparatie ~ Bandreparatieset 244–245, 247–248Sfeerverlichting 111Sierdeel 253Signalering onoplettendheid 200–201Sjorogen 84Sleepoog 268Slepen 266Slepen van de auto 266Slepen van een auto 266, 268Sleutel 31–32, 34–37, 39Sleutel met afstandsbediening 37Sleutel niet herkend 163Smart Cargo 63–65Smart entry-systeem met startknop 31–32, 161–163Smartphone 29SMS 333Sneeuwkettingen 179, 225, 250
Snelheidsbegrenzer 184, 186–189Snelheidslimietherkenning 184–185, 188, 191, 194–195Snelheidsregelaar 184, 186–187, 189–192Snelheidsregeling met snelheidslimietherkenning 186–187Snelmenu's 28Spaarfase 225
Sport-stand 176Starten 263Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten 209Starten van de auto 161, 164, 168, 170–173Starten van de motor 160, 163Stickers 241Stickerset 241Stilzetten van de auto 162, 164, 170–173Stoelen achter ~ Achterbank 68–74, 132Stoelen verstellen 56–58Stoelverwarming 59–60Stop & Start 27, 94, 176–178, 209, 228, 232, 266Streaming audio Bluetooth 287, 301, 329Stuurbekrachtigingsvloeistof 231Stuurwiel (verstellen) 61Supersnel laden (elektrische auto) 221, 223, 274Supervergrendeling 38Synchroniseren afstandsbediening 41Synchroniseren van de afstandsbediening ~ Afstandsbediening synchroniseren 41