4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
Wanneer de auto zich bijna geheel binnen de beoogde parkeerplaats
bevindt, klinkt er een hoog piepsignaal en wordt de stopweergave op
het display weergegeven. Breng de auto tot stilstand.
Hiermee is de modus automatisch fileparkeren voltooid.
●Na het stoppen kunt u naar wens de auto nog manoeuvreren om de
gewenste parkeerplaats te bereiken.
● Houd bij het achteruitrijden de omgeving voor en achter de auto in de
gaten. Controleer de omgeving ook via de (buiten)spiegels.
■Werkingsvoorwaarden modus automatisch fileparkeren
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de modus automatisch fileparkeren goed te laten werken. Houd de
auto parallel aan de weg (of stoeprand) terwijl u een afstand van ongeveer 1 m tot de
geparkeerde auto's aanhoudt.
● De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
● De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is ( Blz. 436).
● Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de Parallel Parking Assist-modus niet worden bediend.
● Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesignaleerd, werkt de
Parallel Parking Assist-modus mogelijk niet.
● De begeleiding blijft werken totdat de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of hoger wordt of
totdat de functie wordt uitgeschakeld met de S-IPA-schakelaar.
■ Timing voor het indrukken van de S-IPA-schakelaar
In de volgende gevallen werkt de ondersteuningsmodus mogelijk ook tijdens de stap-
pen die worden gevolgd bij het parkeren met behulp van de modus automatisch file-
parkeren. Voer in deze gevallen echter de parkeerprocedures uit overeenkomstig de
informatie op het multi-informatiedisplay.
● In stap wordt de S-IPA-schakelaar ingedrukt nadat de beoogde parkeerplaats al is
gepasseerd.
Als de auto niet is gestopt in stap , kunt u door de S-IPA-schakelaar 1 keer in te
drukken terwijl de auto rijdt, “Parallel Parking” (fileparkeren) selecteren en direct
verdergaan naar stap .
● De auto wordt naar de positie in stap gereden zonder dat de S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt. Vervolgens wordt na het in stand R zetten van de selectiehendel de
S-IPA-schakelaar ingedrukt.
12
1
1
2
3
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 414 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
4154-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
OPMERKING
●Als er kuilen of hellingen in de weg zitten, kan de beoogde parkeerplaats niet goed
worden ingesteld. Daardoor wordt de auto mogelijk schuin of deels buiten de par-
keerplaats geparkeerd. Gebruik in deze gevallen de Parallel Parking Assist-modus
niet.
● Wanneer zich aan de binnenzijde van de parkeerplaats een muur of ander obstakel
bevindt of wanneer een andere geparkeerde auto deels op de weg staat, wordt de
beoogde parkeerplaats ingesteld op een positie waarbij de auto iets uitsteekt op de
weg.
● Afhankelijk van de omgeving, zoals andere geparkeerde auto's, wordt de auto
mogelijk schuin of deels buiten de parkeerplaats geparkeerd. Pas de positie van de
auto indien nodig handmatig aan.
● Het systeem helpt de auto te begeleiden op basis van de positie van nabij gepar-
keerde auto's, zelfs wanneer zich obstakels, hobbels, kuilen of stoepranden op, in
of naast de parkeerplaats bevinden.
Als het lijkt alsof de auto iets zal raken, breng de auto dan tot stilstand door het
rempedaal in te trappen en druk op de S-IPA-schakelaar om het systeem uit te
schakelen.
● Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden niet worden gesigna-
leerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng de auto tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de auto mogelijk iets zal
raken.
●Als de geparkeerde auto waarachter u wilt
parkeren erg smal is, of zeer dicht tegen de
stoeprand aan geparkeerd staat, begeleidt
de ondersteuningsregeling uw auto ook naar
een positie dicht tegen de stoeprand aan.
Als de kans bestaat dat de auto de stoep-
rand of een ander obstakel zal raken of als
de kans bestaat dat de stand van de wielen
afwijkt van de beoogde parkeerplaats, breng
de auto dan tot stilstand door het rempedaal
in te trappen en druk op de S-IPA-schake-
laar om het systeem uit te schakelen.
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 415 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
4174-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)■
Gebruik van de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten om weg te
rijden
Druk, terwijl de selectiehendel in stand P staat, op de S-IPA-schakelaar
en controleer of het display op het multi-informatiedisplay terugkeert
naar “Exit Parallel Parking” (parkeerplaats fileparkeren verlaten).
Bedien de richtingaanwijzerschakelaar ( Blz. 257) om te selecteren of
u linksaf of rechtsaf wilt wegrijden.
Als zich in de richting waarin u wegrijdt obstakels bevinden, bepaalt het systeem
dat wegrijden niet mogelijk is en wordt de ondersteuningsregeling uitgescha-
keld.
Als de selectiehendel in stand R (of D) wordt gezet overeenkomstig het
advies op het scherm ( Blz. 407), klinkt er een hoog piepsignaal en
start de ondersteuningsregeling.
De procedure vanaf stap is voor het geval het advies “Shift to [R]” (schakel
stand R in) op het scherm wordt weergegeven nadat de richtingaanwijzerscha-
kelaar is bediend om een wegrijrichting te selecteren.
● Wanneer de automatische bediening van het stuurwiel begint, wor-
den de weergave van de automatische bediening van het stuurwiel
(Blz. 407) en de indicator die de mate van assistentie aangeeft
( Blz. 407) op het display weergegeven.
● Druk op de S-IPA-schakelaar om de ondersteuningsregeling te stop-
pen.
Neem een normale zithouding voor achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebruiken op het stuurwiel rusten, controleer
of het gebied achter en rondom de auto veilig is en rijd langzaam ach-
teruit terwijl u de rijsnelheid regelt met het rempedaal.
● Wanneer u te snel achteruitrijdt, klinkt er een schril piepsignaal en
stopt de ondersteuningsregeling. ( Blz. 408)
1
2
3
4
4
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 417 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
4284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan worden
bediend of wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld,
enz., wordt een van de onderstaande meldingen weergegeven op het multi-
informatiedisplay. Neem de juiste maatregelen overeenkomstig de weergave
op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig.
Zet het contact UIT en start vervolgens het hybride-
systeem.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
als de melding opnieuw wordt weergegeven.
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
Zet het contact UIT, wacht een poosje en start ver-
volgens het hybridesysteem weer.
Het hybridesysteem werkt niet.
Schakel het hybridesysteem in.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op de sensor.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem weer
normaal werken.
De 12V-accu is verwijderd en weer geplaatst.
Rijd gedurende ten minste 5 seconden recht voor-
uit met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rijsnel-
heid hoger is dan 30 km/h.
Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid onge-
veer 30 km/h of lager is.
De ondersteuningsregeling wordt gestart terwijl het stuur-
wiel wordt vastgehouden.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder
druk uit te oefenen. De ondersteuningsregeling
treedt in werking.
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 428 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
4324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)■
Sensoren
Signaleren de auto om de parkeerplaats te helpen bepalen.
Zijsensoren voor
Zijsensoren achter
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik
1
2
●Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de modus automatisch achteruit
inparkeren
Beoogde parkeerplaats
● Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de Parallel Parking Assist-modus
Beoogde parkeerplaats
1
1
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 432 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
4334-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)●
Wanneer er een auto geparkeerd staat achter de beoogde parkeerplaats, wordt deze
als gevolg van de afstand mogelijk niet gesignaleerd. Ook wordt, afhankelijk van de
vorm van de auto en andere omstandigheden, de detectieafstand mogelijk korter of
is signalering wellicht niet mogelijk.
● Het Simple Intelligent Parking Assist-systeem werkt mogelijk niet wanneer roosters,
traanplaten o.i.d. worden gesignaleerd op de parkeerplaats.
●
Andere objecten dan geparkeerde auto's,
zoals een paal of muur, worden mogelijk niet
gesignaleerd. Zelfs wanneer deze objecten
kunnen worden gesignaleerd, wijkt de
beoogde parkeerplaats mogelijk af.
Palen
Muur
● Ook wijkt de beoogde parkeerplaats mogelijk
af wanneer een voetganger, enz. wordt
gesignaleerd.
Voetganger
1
2
1
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 433 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
4344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
WAARSCHUWING
●Vertrouw niet uitsluitend op het Simple Intelligent Parking Assist-systeem. Rijd, net
als bij auto's zonder dit systeem, voorzichtig vooruit en achteruit terwijl u de omge-
ving van de auto in de gaten houdt.
● Rijd niet achteruit terwijl u op het multi-informatiedisplay kijkt. Als u tijdens het ach-
teruitrijden alleen op het scherm van de monitor let, kan dat een aanrijding of onge-
val tot gevolg hebben, aangezien het beeld dat op het scherm van de monitor
wordt weergegeven, kan afwijken van de werkelijke situatie. Controleer de omge-
ving van de auto tijdens het achteruitrijden altijd visueel, zowel met als zonder spie-
gels.
● Rijd langzaam terwijl u bij het achteruit- en vooruitrijden de snelheid regelt met het
rempedaal.
● Als de kans bestaat dat de auto een voetganger, een andere auto of een ander
obstakel zal raken, breng de auto dan tot stilstand door het rempedaal in te trappen
en druk op de S-IPA-schakelaar om het systeem uit te schakelen.
● Gebruik het systeem op een parkeerplaats met een vlakke ondergrond.
● Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen, aangezien het stuurwiel tijdens
het gebruik automatisch wordt gedraaid.
• Het risico bestaat dat een stropdas, sjaal, uw arm, enz. vast komt te zitten in het
stuurwiel. Zorg dat uw bovenlichaam niet te dicht bij het stuurwiel komt. Voor-
kom ook dat kinderen te dicht bij het stuurwiel komen.
• U kunt uzelf tijdens het draaien van het stuurwiel bezeren als u lange vingerna-
gels hebt.
• Breng in een noodgeval de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen en druk op de S-IPA-schakelaar om het systeem uit te schakelen.
● Controleer altijd of er voldoende ruimte is voordat u probeert de auto te parkeren
en het systeem te bedienen.
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 434 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
4424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)■
Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start Assist Con-
trol:
●De selectiehendel staat in een andere stand dan P of N (bij het vooruit/achteruit ber-
gop wegrijden)
● De auto staat stil
● Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
● De parkeerrem is niet geactiveerd
■ Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
● De selectiehendel wordt in stand P of N gezet
● Het gaspedaal wordt ingetrapt
● De parkeerrem wordt geactiveerd
● Er zijn niet meer dan 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten.
■ Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door de ABS-, BA-, VSC-, TRC-
en Hill Start Assist Control-systemen
● Het is mogelijk dat u tijdens het starten van het hybridesysteem of bij het wegrijden
een geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt inge-
trapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
● De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
■ Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk werkingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt
echter niet op een storing.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer het rempedaal
wordt bediend.
● Wanneer het bestuurdersportier wordt geopend, kan aan de voorzijde van de auto
een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig is van het remsysteem.
● Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer nadat na het uit-
schakelen van het hybridesysteem een of twee minuten zijn verstreken.
■ Geluiden en trillingen tijdens de we rking van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen, maar deze duiden niet op een storing.
■ Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 442 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM