5368-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als de bandenspanning juist is
(Blz. 573): Ga verder met stap
27.
26Zet de compressor aan ( ) om de
band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5
km en voer dan stap 24 uit.
27Hatchback: Berg de compressor op
in de bagageruimte.
Wagon: Plaats de compressor in de
originele tas en berg de reparatieset
op in de bagageruimte.
28Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe boch-
ten. Rijd voorzichtig met een snel-
heid van maximaal 80 km/h naar de
dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige
voor het repareren of vervangen
van de band.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige weten dat er bandenreparatievloeistof
is ingespoten.
■Als de band te hard wordt opgepompt
1Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
Type A
Type B
2Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt, zet de
compressor aan (type A) of zet hem in stand
(aan) (type B) en vul de band tot de
juiste spanning is bereikt.
■Het ventiel van een gerepareerde band
(auto's zonder bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Nadat de band met de bandenreparatieset is
gerepareerd, moet het ventiel bij een defini-
tieve reparatie worden vervangen.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
●Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 536 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5388-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door
perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of
een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-
gelijkstroom nodig. Sluit de reparatieset
niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
(Blz. 482)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 538 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
549
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
4Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
5Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
■Het volwaardige reservewiel
●Auto's met een bandenspanningswaar-
schuwingssysteem: Het volwaardige reser-
vewiel heeft een aanduiding “Temporary
use only” (alleen voor tijdelijk gebruik) op
de buitenzijde van het wiel. Gebruik het
volwaardige reservewiel alleen tijdelijk en
alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
volwaardige reservewiel. (Blz. 573)
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEMPO-
RARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik). Gebruik het compacte reservewiel
alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. (Blz. 573)
■Bij gebruik van het compacte reserve-
wiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
■Nadat de band verwisseld is (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem moet worden gereset. (Blz. 483)
■Bij gebruik van het reservewiel (auto's
met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het reservewiel monteert nadat het
waarschuwingslampje voor een lage banden-
spanning is gaan branden, dit lampje blijven
branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Monteren wieldop (indien aanwezig)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met
het ventieldopje zoals aangegeven in de
afbeelding.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 549 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
551
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan-
wezig)
• LDA (Lane Departure Alert met stuurre-
geling) (indien aanwezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys-
teem (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien
aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan-
wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan-
wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-
systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en dodelijk
of ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 551 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn. Probeer
nogmaals de motor te starten en
volg daarbij de juiste startprocedu-
res. (Blz. 176, 178)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. (Blz. 79)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(Blz. 557)
De accuklemmen kunnen loszitten of
gecorrodeerd zijn. (Blz. 476)
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de standaard-
banden. Wees voorzichtig bij het rijden
over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel. De sneeuwketting kan
de carrosserie beschadigen en het rijge-
drag in negatieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden (auto's
met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. (Blz. 482)
Als de motor niet wil
aanslaan
Als de motor niet wil aanslaan ter-
wijl wel de juiste startprocedures
zijn gevolgd (Blz. 176, 178), kan
dat de volgende oorzaken hebben:
De motor slaat niet aan
terwijl de startmotor wel
normaal werkt.
De startmotor draait langzaam
rond, de interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 552 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
581
9 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Afstandsbediening (B l z . 11 6 , 11 9 , 1 2 4 )
*: Indien aanwezig
■Elektrisch bedienbare achterklep* (Blz. 124)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
AfstandsbedieningAanUit——O
Ontgrendelen
Alle portieren in
één keer ontgren-
delenBestuurdersportier ont-
grendelen in één keer,
overige portieren in
twee keer
O—O
Ontgrendeling achterklep*(Kort) ingedrukt
houden
Eén keer kort indrukken
——OTwee keer indrukken
(Lang) ingedrukt houden
Uit
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Werking elektrisch bedienbare
achterklepAanUit—O—
Sensor regeling voetbedieningAanUit—O—
Op de gewenste positie
(hoogte) instellen: Automati-
sche open- en stoppositie
achterklep
Oorspronkelijke
positieOp de gewenste stand
(positie) stoppen—O—
Configuratie in 5 stappen:
Automatische open- en
stoppositie achterklep
51 - 5—O—
Zoemervolume31—O—2
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 581 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5829-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■Buitenspiegels (Blz. 150)
*: Indien aanwezig
■Elektrisch bedienbare ruiten en panoramadak* (Blz. 152, 155)
*: Indien aanwezig
■Automatische verlichting (Blz. 195)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels*
Gekoppeld aan
het vergrendelen/
ontgrendelen van
de portierenUit
——OGekoppeld aan bedie-
ning van de startknop
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de mechanische
sleutel
UitAan——O
Koppeling van werking aan
afstandsbedieningUitAan——O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer)AanUit——O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard-2 - 2O—O
Extended Headlight Lighting-
systeem (tijd die verstrijkt voor-
dat de koplampen automatisch
worden uitgeschakeld)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 582 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
5869-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■Toyota Parking Assist-sensor* (Blz. 301)
*: Indien aanwezig
■RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)* (Blz. 310)
*: Indien aanwezig
■PKSB (Parking Support Brake)* (Blz. 316)
*: Indien aanwezig
■Automatische airconditioning* (Blz. 427)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)AanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
PKSB-functie (Parking Support
Brake)AanUit—O—
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Schakelen tussen buitenlucht-
modus en de aan de schake-
laar AUTO gekoppelde recircu-
latiemodus
AanUitO—O
Automatische bediening airco-
schakelaarAanUitO—O
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 586 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM