1983-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
■Instellen van de ontgrendelfunctie (aut o's met Smart entry-systeem, startknop en
instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke portieren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
Zet het contact UIT.
Schakel de inbraaksensor van het alarmsysteem uit om tijdens het veranderen van
de instellingen het alarm niet onbedoeld te activeren. (indien aanwezig)
(→ Blz. 151)
Wanneer het controlelampje in de sleutel uit is, houd dan de toets ongeveer
5 seconden ingedrukt terwijl u tegelijkertijd de toets ingedrukt houdt.
De instelling verandert telkens wanneer een handeling wordt uitgevoerd, zoals hieron-
der is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw wilt wijzigen, laat u de toetsen los,
wacht u ten minste 5 seconden en herhaalt u vervolgens stap .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat het alarm onbedoeld wordt geacti-
veerd, moet u de portieren ontgrendelen met de afstandsbediening en een portier een-
maal openen en sluiten als de instellingen zijn gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden
nadat op is gedrukt geen portier wordt geopend, worden de portieren weer ver-
grendeld en wordt het alarm automatisch ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt geactiveerd. ( →Blz. 147)
1
2
3
3
Multi-informatiedis-
playOntgrendelfunctiePiepsignaal
(auto's met linkse besturing)
Als u de portiergreep van
het bestuurdersportier
vasthoudt, wordt alleen het
bestuurdersportier ont-
grendeld.
Exterieur: 3 keer een piep-
signaal
Interieur: Eén belsignaal
(auto's met rechtse besturing)
Als u de portiergreep van
het voorpassagiersportier
vasthoudt, worden alle por-
tieren ontgrendeld.
Als u een portiergreep
vasthoudt, worden alle por-
tieren ontgrendeld.Exterieur: Twee piepsigna-
len
Interieur: Eén belsignaal
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 198 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
2113-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de vloer of in een portiervak of
het dashboardkastje wanneer het hybride systeem wordt gestart of de stand van
het contact wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die de elektronische
sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit
bevindt.
● Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of het
wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld of vergrendeld. (Als
de portieren niet worden geopend en gesloten, worden deze na ongeveer 30 secon-
den automatisch weer vergrendeld.)
● Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wo rden de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 209)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 211 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
2123-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E●
Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle portie-
ren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact komt met ijs,
sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en probeer deze nogmaals
te bedienen.
● Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de po rtieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
● Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het portier krassen. Zorg
ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet beschadigd raken.
■ Als er gedurende langere tijd ni et met de auto wordt gereden
● Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 meter van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld. ( →Blz.
781)
■ Voor een juiste bedi ening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem bedient. Houd
de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist function eert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of
de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt wel-
licht niet.)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 212 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
2733-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op basis
van de helderheid van de koplampen van achteropkomend verkeer.
De modus voor de automatische anti-
verblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiverblin-
dingsstand is ingeschakeld, brandt het
controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld telkens
wanneer het contact AAN wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te
schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
■ Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspiegel
met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de senso-
ren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken, met
mogelijk dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 273 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
283
4Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto .................. 284
Lading en bagage .................... 295
Rijden met een aanhangwagen......................296
4-2. Rijprocedures Startknop ................................. 305
EV-modus ................................ 312
Hybridetransmissie (2ZR-FXE motor)................... 315
Hybridetransmissie (M20A-FXS motor) ................ 319
Richtingaanwijzer- schakelaar ............................. 324
Parkeerrem .............................. 325
Brake Hold ............................... 330
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar........................ 333
Automatic High Beam- systeem ......... ........................ 338
Schakelaar mistlampen ........... 343
Ruitenwissers en -sproeiers .... 345
Achterruitenwisser en -sproeier ................................ 348
4-4. Tanken Openen van de tankdop .......... 350 4-5. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense ............... 355
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ............................... 369
LTA (Lane Tracing Assist)....... 387
RSA (Road Sign Assist) .......... 402
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik ..................... 410
Cruise control .......................... 427
Rijmodus selecteren................ 432
Snelheidsbegrenzer ................ 434
BSM (Blind Spot Monitor)........ 437
Toyota Parking Assist-sensor ...456
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) .......................... 469
PKSB (Parking Support Brake) ................................... 477
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............. 485
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden) .................................... 489
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) ....... 492
GPF-systeem (benzineroetfilter) .................. 531
Ondersteunende systemen ..... 532
4-6. Rijtips Tips voor rijden met een hybrideauto .................... 540
Rijden in de winter................... 543
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 283 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
3364-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als het hybridesysteem wordt gestart en de
parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar in de stand . (Brandt
helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijve rlichting is niet ontworpen voor gebruik
in het donker.
■ Sensor koplampregeling
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplampen en
mistlampen voor (indien aanwezig) worden automatisch uitgeschakeld als het con-
tact UIT wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: Alle verlichting wordt automatisch
uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de lichtschakelaar
eenmaal in de stand en daarna terug in de stand
of .
■ Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding als het contact UIT of in stand ACC
wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingescha-
keld. De werking van de sensor kan in negatieve zin
beïnvloed worden als er iets over de sensor
heen geplaatst wordt of als er iets op de ruit
wordt aangebracht waardoor de sensor wordt
afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht signale-
ren, waardoor het automatische koplampsys-
teem mogelijk onjuist functioneert.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 336 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
3374-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Automatische verticale koplampverstellin g (auto's zonder draaiknop koplamp-
verstelling)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal passagiers in
de auto en de mate van belading om verblinding van andere weggebruikers door de
koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie 12V-accu
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minuten auto-
matisch uit om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
● Wanneer het contact AAN wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Als “Headlight System Malfun ction Visit Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het mu lti-informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 781)
OPMERKING
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het hybridesys-
teem niet is ingeschakeld.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 337 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
345
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Ruitenwissers en -sproeiers
Door de hendel te bedienen werken de ruitenwissers en -sproeiers als
volgt:
Stand AUTO
Lage snelheid ruitenwis-
sers
Hoge snelheid ruitenwis-
sers
Enkele slag
In de stand AUTO werken de ruitenwis-
sers automatisch wanneer de sensor
signaleert dat het regent. De wissnel-
heid wordt automatisch afgestemd op
de hoeveelheid neerslag en de rijsnel-
heid.
In de stand AUTO kan de gevoeligheid van de sensor als volgt worden inge-
steld door de schakelaarring te draaien.Verhoogt de gevoeligheid van de
ruitenwisser met regensensor
Verlaagt de gevoeligheid van de
ruitenwisser met regensensor
Bedienen van de ruitenwisserhendel
6
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 345 Monday, October 11, 2021 9:41 AM