Toegang tot het instructieboekje
ONLINE
Bekijk of download het instructieboekje via het volgende
adres:
http://public.servicebox.peugeot.com/APddb/Scan deze QR-code voor directe
toegang.
Met dit symbool wordt de meest recente
informatie aangeduid.
Selecteer:
–
de taal,
–
het model en de carrosserievariant van uw auto,
–
de uitgifteperiode van het instructieboekje die
overeenkomt met de datum van de 1
e tenaamstelling van
uw auto.
MOBIELE APPS
Installeer de Scan -app
(de inhoud is
00521089004C0051004800030045004800560046004B004C004E0045004400440055000C0011
Ook beschikbaar in de app MYPEUGEOT APP.
17
Instrumentenpaneel
1Als het waarschuwingslampje blijft branden, voer
dan (2) uit.
Geluidssignaal voor voetgangers (Elektrisch)Brandt permanent.Storing in geluidssignaal gedetecteerd.
Zie (3).
Water in dieselbrandstoffilter (Diesel)Brandt permanent (met instrumentenpaneel met lcd-pictogrammen).
Het dieselbrandstoffilter bevat water.
Voer direct (2) uit. Kans op schade aan het
brandstofinspuitsysteem!
Zelfdiagnosesysteem motorKnippert. Een storing in het
motormanagementsysteem.
De katalysator kan onherstelbaar beschadigd raken.
U moet (2) uitvoeren.
Brandt permanent.
Een storing in de emissieregeling.
Het waarschuwingslampje moet uit gaan als de
motor draait.
Voer direct (3) uit.
Brandt permanent. Er is sprake van een kleine
motorstoring.
Zie (3).
Brandt permanent. Er is sprake van een ernstige
motorstoring.
Voer (1) en dan (2) uit.
Voorverwarmen motor (Diesel)Brandt tijdelijk (tot ongeveer 30 seconden bij lage
temperaturen).
Wanneer het contact wordt aangezet, als de
weersomstandigheden en de motortemperatuur dit
noodzakelijk maken.
Wacht met starten totdat het waarschuwingslampje
uit gaat.
Als de motor niet start, druk dan nogmaals op de
knop START/STOP terwijl u het pedaal ingetrapt
houdt.
Bandenspanning te laagBrandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
De bandenspanning van een of meerdere banden
is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset het controlesysteem na het aanpassen van de
bandenspanning.
Het waarschuwingslampje voor te lage bandenspanning knippert en
brandt vervolgens permanent, en
waarschuwingslampje Service brandt permanent.
Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem.
Het systeem kan geen lage bandenspanning meer
aangeven.
Controleer de bandenspanning zo snel mogelijk en
zie (3).
Antiblokkeersysteem (ABS)Brandt permanent. Een storing in het antiblokkeersysteem.
De auto kan normaal remmen.
Rijd voorzichtig met matige snelheid en zie (3).
Collision Risk Alert / Active Safety BrakeBrandt permanent, in combinatie met een melding.
Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Knippert. Het systeem activeert en remt de auto kort af
om de snelheid te verlagen.
Zie het deel Rijden voor meer informatie.
Brandt permanent, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Brandt permanent. Er is een storing in het systeem.
Als deze waarschuwingslampjes gaan branden
nadat de motor is uitgeschakeld en opnieuw is
gestart, zie (3).
Roetfilter (diesel)Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding over de kans
op verstopping van het roetfilter.
Het roetfilter is bijna verzadigd.
Regenereer het roetfilter zodra de
verkeersomstandigheden dit toelaten door met een
snelheid van minimaal 60
km/h, een motortoerental
18
Instrumentenpaneel
van minimaal 2.500 omw/min te rijden totdat het
waarschuwingslampje uit gaat.
Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding over een te
laag additiefniveau voor het roetfilter.
Het additiefreservoir is bijna leeg.
Vul meteen bij: voer (3) uit.
AirbagsBrandt permanent. Een van de airbags of pyrotechnische
gordelspanners is defect.
Zie (3).
Airbag vóór aan passagierszijde (ON)Brandt permanent. De passagiersairbag vóór is geactiveerd.
De schakelaar is in de stand "ON" gezet.
Plaats in dit geval geen kinderzitje met de "rug in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel - risico
op zwaar letsel!
Airbag vóór aan passagierszijde (OFF)Brandt permanent. De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar is in de stand "OFF" gezet.
Er kan een kinderzitje met de rug in de rijrichting
worden geplaatst, tenzij er een probleem met de
airbags is (waarschuwingslampje airbags aan).
Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) /
antispinregeling (ASR)
Brandt permanent. De functie is uitgeschakeld. De functie DSC / ASR wordt automatisch weer
ingeschakeld als de motor opnieuw wordt gestart en
vanaf een snelheid van ongeveer 50 km/h.
Bij een snelheid lager dan 50 km/h kan de functie
handmatig weer worden ingeschakeld.
Knippert.
De regeling van het DSC- / ASR-systeem
wordt ingeschakeld bij minder grip of afwijken van
de rijbaan.
Brandt permanent. Een storing in het DSC- / ASR-systeem.
Zie (3).
Hill Start AssistBrandt permanent, in combinatie met de melding "Storing in
antiterugrolsysteem".
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Storing noodremassistentie (bij elektrische
parkeerrem)
Permanent, in combinatie met de melding "Storing parkeerrem".
De noodremassistentie werkt niet optimaal.
Als automatisch uitschakelen niet mogelijk is,
schakel de functie handmatig uit of zie (3).
Active Lane Departure Warning SystemBrandt permanent. Het systeem is automatisch uitgeschakeld of
in de wachtstand gezet.
Knippert. De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder dat de
richtingaanwijzer is ingeschakeld.
Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert dan
de koers van de auto als het merkt dat de kans
bestaat dat een rijstrookmarkering of wegrand wordt
overschreden (afhankelijk van de uitvoering).
Zie het deel Rijden voor meer informatie.
Brandt permanent. Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Overbeladingsindicator(Peugeot Partner)Brandt permanent. De belasting van de auto overschrijdt de
maximaal toegestane belasting.
De belasting van de auto moet worden verlaagd.
Brandt permanent, in combinatie met een melding.
Er is sprake van een storing in het systeem voor de
overbeladingsindicator.
Zie (2).
AdBlue® (met 1.6 BlueHDi Euro 6.1)Brandt permanent zodra het contact is ingeschakeld, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 2400 en 600 km.
Vul meteen AdBlue
® bij of zie (3).Het AdBlue®-waarschuwingslampje
knippert en het waarschuwingslampje
Service brandt permanent, in combinatie met een
19
Instrumentenpaneel
1geluidssignaal en een melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius is minder dan 600 km.
U moetAdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat de
motor niet meer gestart kan worden of zie (3).
Het AdBlue®-waarschuwingslampje
knippert en het waarschuwingslampje
Service brandt permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding dat het starten is
geblokkeerd.
De AdBlue
®-tank is leeg: de wettelijk verplichte
startblokkering voorkomt dat de motor kan worden
gestart.
Vul AdBlue
® bij of voer (2) uit om de motor opnieuw
te kunnen starten.
U moet het reservoir met minimaal 5 liter AdBlue
®
bijvullen.
AdBlue® (met 1.5 BlueHDi Euro 6.2/6.3)Brandt ongeveer 30 seconden nadat de motor is gestart, in combinatie met een
melding over het aantal kilometers dat u nog kunt
rijden.
De actieradius ligt tussen de 2400 en 800 km.
Vul AdBlue
® bij.Brandt permanent nadat het contact is aangezet, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding over het aantal
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 800 en 100
km.
Vul AdBlue
® meteen bij of voer (3) uit.
Knippert, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius is minder dan 100
km.
U moetAdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat het
starten wordt geblokkeerd of (3) uitvoeren.
Knippert, in combinatie met een geluidssignaal en een melding dat het
starten van de motor wordt geblokkeerd.
De AdBlue
®-tank is leeg: de wettelijk verplichte
startblokkering voorkomt dat de motor kan worden
gestart.
Vul AdBlue
® bij om de motor opnieuw te kunnen
starten of voer (2) uit.
De tank moet worden bijgevuld met minimaal 5 liter
AdBlue
®.
SCR-emissieregelsysteem (BlueHDi)Permanent wanneer het contact wordt aangezet, in
combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Er is een storing in het SCR-emissieregelsysteem
gedetecteerd.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Het AdBlue®-
waarschuwingslampje
knippert zodra het contact wordt aangezet, in
combinatie met het permanent branden van het
waarschuwingslampje Service en het
waarschuwingslampje Zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding met betrekking tot de
actieradius.
Afhankelijk van de weergegeven melding kan er
nog maximaal 1.100 km worden gereden voordat de
startblokkering wordt geactiveerd.
Voer (3) direct uit, om te voorkomen dat de motor
niet kan worden gestart.
Het AdBlue®-
waarschuwingslampje
knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie
met het branden van het waarschuwingslampje
Service en het waarschuwingslampje Zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een melding die
aangeeft dat de motor niet kan worden gestart.
De startonderbreker voorkomt dat de motor weer
start (de toegestane rijlimiet is overschreden
na bevestiging van een storing van het
emissieregelsysteem).
Start de motor en zie (2).
ServiceBrandt tijdelijk in combinatie met een melding.
Er zijn één of meer kleine storingen gedetecteerd
waarbij geen specifiek waarschuwingslampje gaat
branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp
van de melding op het instrumentenpaneel.
Sommige problemen kunt u zelf oplossen, zoals het
vervangen van de batterij in de afstandsbediening.
Zie (3) voor andere problemen, zoals een storing in
het bandenspanningscontrolesysteem.
20
Instrumentenpaneel
Brandt permanent, in combinatie met de weergave van een melding.
Er zijn één of meerdere grote storingen gedetecteerd
waarbij geen specifiek waarschuwingslampje gaat
branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp
van de melding op het instrumentenpaneel en voer
vervolgens (3) uit.
Permanent, in combinatie met de melding " Storing parkeerrem".
De functie automatisch uitschakelen van de
elektrische parkeerrem is niet beschikbaar.
Zie (2).
Waarschuwingslampje Service brandt permanent en onderhoudssleutel
knippert, en brandt vervolgens permanent.
Het interval voor de onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel
mogelijk uitvoeren.
Alleen bij BlueHDi-dieselmotoren.
MistachterlichtBrandt permanent. De lamp brandt.
Groene verklikkerlampjes
Stop & Start
Brandt permanent.Wanneer de auto stopt, zet het Stop & Start-
systeem de motor in de STOP-stand.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet
beschikbaar of de START-stand wordt automatisch
geactiveerd.
Zie het deel Rijden voor meer informatie.
Auto is klaar om te rijden (elektrisch)Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal als het gaat branden.
De auto is klaar om te rijden en de verwarmings- en
airconditioningsfuncties zijn beschikbaar.
Het lampje gaat uit wanneer er een snelheid van
ongeveer 5 km/h is bereikt en gaat weer branden als
de auto tot stilstand komt.
Het lampje gaat uit als u de motor afzet en uit de
auto stapt.
Hill Assist Descent ControlBrandt permanent. Het systeem is geactiveerd, maar er
wordt niet voldaan aan alle voorwaarden voor de
regeling (hellingspercentage, te hoge snelheid,
ingeschakelde versnelling).
Knippert. De functie regelt de snelheid van de auto.
De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan
branden tijdens de afdaling.
Eco-mode (Benzine of Diesel)Brandt permanent. De ECO-mode is actief.
Sommige parameters worden aangepast om het
brandstofverbruik te verlagen.
Automatische ruitenwissersBrandt permanent. De automatische stand van de ruitenwissers
vóór is geactiveerd.
Mistlampen vóórBrandt permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld.
ParkeerlichtenBrandt permanent.De lampen zijn ingeschakeld.
RichtingaanwijzersKnippert, met geluidssignaal.De richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
DimlichtBrandt permanent.De lampen zijn ingeschakeld.
GrootlichtassistentBrandt permanent.De functie is via het touchscreen
geactiveerd (menu Rijverlichting/ Auto).
De lichtschakelaar staat in de stand "AUTO".
Zie het deel Verlichting en zicht voor meer
informatie.
Blauwe verklikkerlampjes
Grootlicht
Brandt permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
21
Instrumentenpaneel
1Zwarte/witte waarschuwingslampjes
Voet op het rempedaal
Brandt permanent.Rempedaal niet of onvoldoende stevig
ingetrapt.
Bij een auto met een automatische transmissie of
de keuzeschakelaar voor de transmissie (elektrische
auto) moet het rempedaal mogelijk worden ingedrukt
om de transmissie vanuit stand N in een andere
stand te zetten.
Voet op het koppelingspedaalBrandt permanent. Stop & Start: de stand START kan niet
worden geactiveerd, omdat het koppelingspedaal
niet volledig wordt ingedrukt.
Trap het koppelingspedaal volledig in.
Automatische ruitenwissersBrandt permanent. De automatische stand van de ruitenwissers
vóór is geactiveerd.
Hill Assist Descent ControlBrandt permanent. (grijs)
De functie is geactiveerd, maar de werking is
onderbroken omdat de snelheid te hoog is.
Verlaag de rijsnelheid tot lager dan 30
km/h.
Meters
Onderhoudsindicator
De informatie over onderhoudsbeurten wordt
aangegeven in afstand (kilometer of mijl) en tijd
(maanden of dagen).
Er wordt een waarschuwing gegeven zodra een van
deze waarden wordt bereikt.
De informatie over onderhoudsbeurten wordt op het
instrumentenpaneel weergegeven. Afhankelijk van
de uitvoering van de auto:
–
De kilometerteller geeft de resterende kilometers
tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan
of de afgelegde afstand sinds de verstreken
onderhoudsdatum, voorafgegaan door het teken -.
–
Een waarschuwingsmelding geeft de resterende
kilometers en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan of hoe lang deze is verstreken.
De weergegeven waarde wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven
als het einde van het onderhoudsinterval in tijd
nadert.
OnderhoudssleutelBrandt tijdelijk bij het aanzetten van het contact.
Er kan nog 1.000 tot 3.000 km worden gereden
totdat de eerstvolgende beurt moet worden
uitgevoerd.
Permanent, bij het aanzetten van het contact.
De volgende onderhoudsbeurt moet binnen 1.000
km worden uitgevoerd.
Laat zeer binnenkort een onderhoudsbeurt aan uw
auto uitvoeren.
Onderhoudssleutel knippertKnippert en brandt vervolgens permanent, bij het inschakelen van
het contact.
(Bij uitvoeringen met de BlueHDi-dieselmotor, in
combinatie met het waarschuwingslampje Service.)
Het interval voor de onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig mogelijk een onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
Onderhoudsindicator resetten
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
►
Zet het contact af.
Instrumentenpaneel met lcd-symbolen en -tekst
of instrumentenpaneel met matrixdisplay
► Houd deze toets ingedrukt.
22
Instrumentenpaneel
► Zet het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen.
►
Laat de toets los als het display
=0 aangeeft; de
sleutel verdwijnt.
Met digitaal instrumentenpaneel
De onderhoudsindicator kan worden gereset met de toets "Check" in het menu
Rijverlichting/Auto op het touchscreen.
Als u de accu na deze handeling wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Anders wordt het op
nul zetten van de onderhoudsindicator niet
opgeslagen.
Herinnering onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
Instrumentenpaneel met lcd-symbolen en -tekst
of instrumentenpaneel met matrixdisplay
►
Druk op de resetknop van de dagteller
.
Met digitaal instrumentenpaneel
U kunt service-informatie weergeven door op de toets "Check" in het menu
Rijverlichting
/ Auto
van het touchscreen te
drukken.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven en verdwijnt vervolgens.
Display instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel met lcd-symbolen en -tekst
of instrumentenpaneel met matrixdisplay
Als de auto stilstaat, gebruik de draaiknop
links op het stuurwiel of de toets "SET" op het
instrumentenpaneel om door de menu's te bladeren
en bepaalde instellingen van de auto in te stellen.
Werking van de draaiknop:
–
Indrukken: toegang tot het
algemene menu;
bevestigen van uw keuze.
–
Draaien (niet in een menu): bladeren door de lijst
van beschikbare actieve functies.
–
Draaien (in een menu): omhoog of omlaag gaan
in het menu.
Met digitaal instrumentenpaneel
U kunt sommige instellingen van de auto aanpassen door op de toets "Check" in het menu
Rijverlichting
/ Auto
van het touchscreen te
drukken.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden gedurende
30 seconden weergegeven bij het afzetten van het
contact, bij het openen van het bestuurdersportier en
bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
Deze meet de totale afstand die de auto heeft
afgelegd sinds de eerste tenaamstelling.
Dagteller
Deze geeft het aantal gereden kilometers weer sinds
de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
Op 0 zetten van de dagteller
Instrumentenpaneel met lcd-symbolen en -tekst
of instrumentenpaneel met matrixdisplay
31
Instrumentenpaneel
1Bepaalde menu's worden op twee pagina's
weergegeven: druk op de toets "OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de tweede pagina doet, wordt automatisch de eerste
pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF" om een functie in of uit te
schakelen.
Een functie configureren
Toegang tot aanvullende informatie over de
functie
Bevestigen
Terug naar de vorige pagina of bevestigen
Menu's
Druk met drie vingers op het touchscreen
om alle menutoetsen weer te geven.
Zie de hoofdstukken over de audio- en telematicasystemen voor meer informatie
over de menu's.
Radio / Media
Navigatie (Afhankelijk van de uitrusting)
Rijverlichting of Auto (afhankelijk van
uitvoering) Activering, deactivering en instellingen van bepaalde
functies.
De functies staan op 2 tabbladen:
"
Snelkoppelingen" en "Overige instellingen".
Telefoon
Connect-App
Weergave van de beschikbare Connected
Services.
Energie (met PEUGEOT Connect Nav) Toegang tot de specifieke elektrische
functies (energiestroom, verbruiksstatistieken,
geprogrammeerd laden), verdeeld over 3
overeenkomstige tabbladen.
of
Instellingen Hoofdinstellingen voor het audiosysteem en
touchscreen.
Audiosysteem aan / uit Instellen van het volume / onderbreken van
het geluid
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:
–
T
ijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw
waarschuwingslampje branden bij kans op
gladheid).
–
Basisinformatie van de menu's
RadioMedia
en Telefoon en navigatie-aanwijzingen
(afhankelijk van de uitvoering).
–
Berichten.
– Toegang tot de Instellingen.
Menu Energie
Dit menu is alleen beschikbaar met PEUGEOT
Connect Nav .
Afhankelijk van de uitvoering is dit als volgt
toegankelijk:
– direct, door op de toets bij het touchscreen
te drukken.
– via het menu Applicaties.
Stroom
De pagina geeft in real time de werking van de
elektrische aandrijflijn weer.
1.Actieve rijstand
2. Elektromotor
3. Schatting laadniveau tractiebatterij
4. Energiestromen
De kleur van de energiestromen is afhankelijk van
de manier van rijden:
A. Blauw: energieverbruik