109
Veiligheid
5De airbag vóór wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat deze
naar voren wordt geslingerd.
Houd de opbergruimte tijdens het rijden
gesloten. Inzittenden kunnen anders
gewond raken bij een ongeval of een noodstop.
Zijairbags
Dit systeem beschermt de bestuurder en de
voorpassagier bij een ernstige zijdelingse aanrijding
om de kans op letsel aan het bovenlichaam, tussen
de heup en de schouder, te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van de
rugleuning, aan de portierzijde.
Activering
De zijairbags worden geactiveerd aan één zijde bij
een ernstige aanrijding van opzij tegen een deel van
de of de gehele impactzone (B ).
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de borstkas
van de inzittende en het betreffende portierpaneel.
Raamairbags
Dit systeem (waar aanwezig) biedt extra
bescherming voor bestuurder en passagier bij
ernstige aanrijdingen van opzij, waarbij de kans op
letsel aan het hoofd wordt beperkt.
De raamairbags zijn in de stijlen en hemelbekleding
aangebracht.
Bij de tweezitsbank vóór is de passagier in het midden niet beschermd.
Dit systeem (waar aanwezig) biedt extra
bescherming voor bestuurder en passagiers
(behalve passagiers op de middelste stoel) bij
ernstige aanrijdingen van opzij, waarbij de kans op
letsel aan het hoofd wordt beperkt.
De raamairbags zijn in de stijlen en hemelbekleding
aangebracht.
Activering
Elke window-airbag wordt gelijktijdig met de zijairbag
aan de desbetreffende zijde opgeblazen bij een
ernstige zijdelingse aanrijding binnen (een gedeelte
van) de impactzone opzij (B ).
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de betreffende
zijruiten.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden. Neem
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten
controleren.
11 0
Veiligheid
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een frontale
aanrijding worden de zijairbags niet geactiveerd.
Advies
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags.
Ga normaal en rechtop zitten.
Doe de veiligheidsgordel om en zorg dat deze
goed is geplaatst.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de
inzittenden en de airbags (zoals kinderen, dieren
of voorwerpen), en bevestig niets in de buurt of
de baan van de airbags, omdat dit voor letsel kan
zorgen als de airbags afgaan.
Plaats geen voorwerpen op het dashboard.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp van
uw auto, vooral niet in de directe omgeving van
de airbags.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden
nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of
lichte brandwonden aan het hoofd, de borst of de
armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag
wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen
enkele milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme gassen via
de daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.
Laat de airbagsystemen na een aanrijding of
diefstal van uw auto controleren.
Laat alle werkzaamheden alleen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren
Airbags vóór Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast
en laat uw handen niet op het stuurwielkussen
rusten.
De voorpassagier mag zijn of haar voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een
pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in
de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers op het
stuurwiel of op het dashboard. Deze kunnen bij
het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags Gebruik alleen goedgekeurde stoelhoezen
die compatibel zijn met deze airbags. Neem voor
informatie over stoelhoezen die geschikt zijn voor
uw auto contact op met een PEUGEOT-dealer.
Bevestig nooit iets aan en hang nooit iets over de
rugleuning van de stoelen (zoals kleding): dit zou
bij het activeren van de airbags kunnen leiden tot
verwondingen aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel
zitten.
De portierpanelen van de voorportieren bevatten
de zijdelingse schoksensoren van de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) die
niet aan de voorschriften voldoen, kan ertoe
leiden dat deze sensoren niet meer goed werken.
In dat geval werken de zijairbags mogelijk niet!
Laat alle werkzaamheden alleen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren
Window-airbags Bevestig nooit iets op of aan de
hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de
window-airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Verwijder de handgrepen aan het dak niet, omdat
deze deels voor de bevestiging van de window-
airbags zorgen.
Kinderzitjes
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen verschilt per land.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
–
Conform de Europese wetgeving dienen
kinderen
jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,5 meter
in goedgekeurde, voor het lichaamsgewicht
302
Trefwoordenregister
V
Veiligheidsgordels 104–107, 114
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
108, 110–114, 118, 120
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
108, 110–114, 118, 120
Ventilatie
76–78, 82–83
Ventilatieroosters
76
Verbonden apps
280
Verbruikscijfers
32
Vergrendelen
33–34, 38–39
Vergrendeling van binnenuit
43–44
Verkeersinformatie (TMC)
276
Verklikkerlampjes
87
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
14
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
14
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet
vastgemaakt ~ Gordellampje
106
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
106
Verlichting
87
Verlichting overdag ~
Dagrijverlichting
89, 217–218
Vermogensmeter (elektrische auto)
9
Verversen
200
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
202
Verwarming
76–78, 82–83
Video
283
Visiopark 1
173
Volledig ontgrendeld
35, 37
Voorruitverwarming
81
Voorstoelen
52–54, 57–58
Voorverwarming/-koeling interieur
(elektrische auto)
84
Vrijloop activeren
206, 225
W
Waarschuwing kans op aanrijding 158–159
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
166
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
126
Waarschuwing vergeten verlichting
88
Wallbox (elektrische auto)
185
Wassen
145
Wassen (adviezen)
183, 207–208
Webbrowser
276, 280
Wiel demonteren
214–215
Wiel monteren
214–215
Wiel verwisselen
210, 213
WiFi-netwerkverbinding
281
Window-airbags
109–110
Z
Zekeringen 221
Zekeringen vervangen
221
Zij-airbags
109–110
Zijknipperlicht
218
Zonnesensor
76
Zuinig rijden
8